24 is, Den Bosch graag contingenten zal verlenen. De heer van Heijst zei verder, dat de huurprijzen niet au sérieux worden genomen. Hij neemt aan dat die minimum- en maximum huurprijzen ongetwijfeld correct berekend zijn. Als men echter huurprijzen noemt, moet men wel reëel zijn en er dan ook de even tuele service-kosten bij vermelden. Ook, dat, als het geen bejaarden zijn die er in komen, dan de huren met 33. 33 per maand worden verhoogd. De heer van Heijst zei verder dat de woningbouwvereniging 40% van de woningen zal toe wijzen aan alleenstaanden. Hij zei daar dan direct achteraan, dat degenen die deze wonin gen krijgen toegewezen, het fiat van B. W. moeten hebben- In deze raad is hierover al eens meer gesproken. Hij zou willen vragen aan het college, of dat wel realiteit is. De VOORZITTER kan zeggen, dat daarover iedere week in de collegevergadering wordt gesproken. Alle woningtoewijzingen van de woningbouwvereniging en van het gemeentelijk woningbedrijf komen iedere week in B. W. De heer NI JPE LS wil dan graag weten, hoeveel er dan per jaar worden afgewezen. De heer ARNOYS kan daarop antwoorden, dat de lijst van het woningbedrijf iedere week in samenwerking met de beheerder wordt opgesteld en naar B. W. gaat. Daardoor wordt voorkomen dat B. W. zou moeten afwijzen, want de beheerder volgt de normen van het college. Tot nog toe heeft de woningbouwvereniging daar goed naar geluisterd. Daardoor hoeft B. W. daar niet bij in te grijpen en ergens iemand afwijzend tebehandelen. De heer A.J. FRANKEN zegt, dat de heer van Heijst ook nog zei, dat een alternatief plan duurder gaat worden. Spreker weet ook wel dat de bouwkosten maandelijks stijgen. Hij dacht echter dat ook het college wel eens slagvaardig zou willen werken. Dat kan het ook wel. Hij kan dan ook niet inzien dat een alternatief plan, als men maar wil, werkelijk wil, huurverhogend zou moeten werken. In eerste instantie heeft hij een aantal punten genoemd welke bij zijn fractie leven. Daarop heeft hij nauwelijks commentaar gehad. Hij moet dan ook op zijn standpunt blijven staan dat hij deze torenhoge flat daar niet zal goedkeuren. De heer HELSLOOT wil, ter voorkoming van ellenlange discussies bij een stemming nu alvast zijn stemverklaring geven. Het zal bekend zijn, dat hij lang getwijfeld heeft. Als hij nu het college goed begrepen heeft, en als dat zo is hoeft dat niet weer opnieuw bevestigd te worden, is er een duidelijke bereidheid om een aanmerkelijk percentage en gedacht wordt aan 40% van de woningen, bij prioriteit te bestemmen voor alleenstaanden. Dat is dan het punt wat hem net over de brug helpt en hij kan dan ook verklaren dat hij bij een eventuele stemming positief zal stemmen, dus vóór. De heer GORRISSEN wil nog zeggen dat in de nota van minister Gruyters toch wel cijfers worden genoemd die voor sommigen misschien nog wel iets zeggen. Er zijn daarin n. 1. berekeningen gemaakt, hoeveel woningen er tot 1980 benodigd zijn voor oudere mensen en voor mensen in de leeftijd van 25 jaar tot 65 jaar en voorts van 20 tot 25 jaar. Deze laatste groep is op dit ogenblik nog maar klein, n. 1. ongeveer 1.3%. Verder zijn de percentages voor de opvolgende groepen dan 6. 7 waarbij dan wordt gerekend dat 45% van die groep zelfstandig wil worden; voor de alleroudste groep dan waarbij gerekend wordt met 65% die zelfstandig wil worden, komt dat neer op 9. 2%. Bij elkaar is dat ongeveer 1/7 van het totale woningbestand van een stad of van een plaats wat nodig zou zijn voor alleen staanden van 20 jaar en ouder. Beneden de 20 is er ook nog wel een kleine behoefte. Dit zijn dan cijfers die wetenschappelijk, landelijk zijn vastgesteld. Dat moet dan toch ook een duidelijk aanwijzing zijn, dat in de toekomst het verschijnsel alleenstaande nog toe zal nemen. Dat is gewoon een zichtbare conclusie. Hij meent dan ook, dat het een goede zaak is wanneer deze flat zou worden geaccepteerd. De heer DE JAEGER heeft al eens meer gezegd, dat er door het aantrekken van ouderen naar de stad een percentage ouderen zal komen, wat ver boven het landelijk gemiddelde uitsteekt. Hij heeft ook al meer gezegd dat, als er betaalbare woningen voor jonge gezinnen hier waren gebouwd, er niet zoveel jonge gezinnen de stad zouden hebben verlaten. Hij heeft nu nog één vraag. Als de grond nu aan de Wilma wordt verkocht, en hij vermoe t dat de Wilma wel weet hoe de zaken erbij staan, wat gaat de Wilma er dan mee doen. Kan de Wilma dan op die grond gaan doen wat zij wil. Als dat zou kunnen zou het er hele maal treurig uitzien. Wat die door de wethouder nu weer genoemde prijzen van huren be treft gelooft hij dat óf de Wilma er de vorige keer met de pet naar heeft gegooid Óf het is nu een blijmakertje om een gunstige indruk te maken in verband met de stemming.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1974 | | pagina 143