22 Tot slot wil hij nog zeggen - en dan is dat misschien wel een beetje dubbelop - dat in een tijd waarin de regering alles doet om de bouwactiviteit weer te verruimen, door subsidies vrij te geven voor monumenten, voor E-objecten, voor activiteiten in tal van andere sectoren/toch voor een gemeentebestuur ook passend is om te proberen een bouwwerk zo spoedig mogelijk in een realiseerbaar stadium te brengen. /feet De heer NI JP E LS wil eerst nog wel antwoord hebben op zijn vraag. De heer VAN KAAM zegt, dat het de heer Nijpels toch wel bekend zal zijn, dat op die bijeenkomst gisteren toch niet die wethouder heeft gesproken, maar alleen de voorzit ter van de woningbouwvereniging waar ook de heer Nijpels lid van is. Hij heeft het idee, dat er geen enkel bezwaar zal bestaan om op de eerstkomende jaar vergadering van de woningbouwvereniging eens een keer in te gaan op de mogelijkheden - en die zijn er talrijke - welke tot gevolg kunnen hebben dat een bepaald werk besmet kan worden verklaard. De heer BROOS da cht, dat de heer Nijpels nü om. een antwoord vroeg. Dat zou hij dan ook graag nü hebben. De heer VAN KAAM zegt, dat het algemeen gebruikelijk is, dat wanneer voor een bepaald object een bepaalde architect of een bepaalde aannemer zijn werk heeft ge maakt en zijn inschrijvingen heeft gedaan, het heel normaal is dat dat ook door die architect of door die aannemer wordt uitgevoerd. Wanneer men daar dan andere archi tecten of andere aannemers bij gaat inschakelen zonder dat er van tevoren een afstands verklaring is getekendloopt men het gevaar van een besmet-verklaring. Daarop heeft hij gedoeld. De heer NIJPELS wil dan vragen, of er al een opdracht is. Dat kan de heer VAN KAAM bevestigend beantwoorden. DE HEER NIJPE LS vindt dan verkeerd te zijn voorgelicht. De zaak is dus al helemaal in kannen en kruiken. Niet door het college, zegt de heer VAN HEIJST, maar door de woningbouwvereniging. Die moet toch een plan voorbereiden. De VOOR Z IT T E R zegt, dat hier niet aan de orde is of de gemeente gaat bouwen, maar of de gemeente grond gaat verkopen aan mensen, en in dit geval dan aan Wilma, die een plan heeft opgesteld met de woningbouwvereniging. Daar gaat het om. De heer NIJP E LS vindt, dat dat dan niet klopt. Hoeveel particulieren zijn er niet in Bergen op Zoom die optie hebben op grond en dan komt er later een ander op en dan bouwt er een andere architect en een andere aannemer. Daar staat de gemeente verder helemaal buiten, zegt de VOORZITTER. Hier gaat het om de woningbouwvereniging. Daar heeft de gemeente toch geen verplichtingen aan,meent de heer NIJ P E L S Dat heeft de wethouder ook niet gezegd, zegt de VOORZITTER. Mevrouw VLUG wil in 2e termijn nog even ingaan op een paar uitlatingen van de heer Westerhof. Deze zei, dat voor die bejaarden geen scholen en peuterspeelzalen gebouwd behoeven te worden. Dat is dan wel prettig maar zij heeft ook geen behoefte om er dan maar een torenflat voor te gaan bouwen. Dat is dan weer iets geheel anders. Zij is er helemaal niet tegen dat er bejaarden uit de Randstad zich hier komen vestigen. Zij weet ook wel dat niet iedereen in een grote bungalow in het groen wil wonen. Er zit echter nog wel een vervolg aan wat zij zou willen noemen de Import van bejaarden en dat zijn dan de verdere sociale en medische begeleiding van deze mensen. Die zal men dan ook eens terdege onder de loupe moeten nemen. Verder dacht zij, dat die bejaarden uit de Randstad evengoed wel zullen komen als hen iets anders wordt aangeboden dan een torenflat. Iedereen praat verder dan nog over werk gelegenheid maar een realisering in laagbouw zal nog veel meer werk geven, dacht zij. De VOORZITTER zegt, dat dat dan wel een jaar langer duurt en dat er dan minder woningen op hetzelfde terrein kunnen komen. Mevrouw VLUG is nog steeds van mening, dat er voor bejaarden geen torenflat gebouwd behoeft te worden. Die behoefte is er beslist niet.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1974 | | pagina 141