12 Het personeel heeft dan verder met nadruk gevraagd of men toch asjeblieft op de raads vergadering van april een beslissing wil nemen. Het personeel wil weten waar het aan toe is. Er is door het personeel niet gevraagd om maar te gaan sluiten; er is door het personeel ook niet gevraagd om opheffing; door het personeel is alleen om een beslis sing gevraagd. Spreker dacht ook terecht. Als het personeel na vanavond nog niet zou weten waar het aan toe is, gaat men het personeel in grote onzekerheden brengen. Moet men uit gaan zien naar een andere functie in een andere, gelijkwaardige omgeving. Dan wel, moet men er op rekenen dat men het volgend jaar, ongeacht welk tijdstip want dat heeft de raad te bepalen, op wachtgeld wordt gesteld, in een uitkeringsverordening wordt opgenomen, dan wel dat men een uitkering moet gaan aanvragen bij de bedrijfs vereniging op grond van de wettelijke wachtgeld- en werkeloosheidsverzekering. Het personeel heeft hem de vorige week gevraagd, dus op 17 april, om de raad te bewegen in de raadsvergadering van april een beslissing te nemen. De heer HELSLOOT heeft een punt van orde. Hij dacht dat het zinvol was om nu een schorsing van 5 minuten in te lassen. Hij dacht dat dit voor het verdere verloop van de vergadering zou betekenen, dat het minder emotioneel en meer zakelijk zou worden. De VOOR ZITT ER zou aan de heer Franken, als voorzitter van de commissie ad hoe willen vragen of deze er ook zo over denkt. De heer A. J. FRANKEN kan het met de vraag van de heer Helsloot eens zijn. Hierop schorst de VOORZITTER de vergadering. Na heropening geeft de VOOR Z ITT E R het woord aan de heer Helsloot voor het doen van een voorstel. De heer HELSLOOT kan, na in de pauze wat getast en gevoeld te hebben, thans het volgende voorstel doen, bestaande uit 3 punten n.l. a. dat de raad zich conformeert met de inhoud van het rapport. b. dat de raad B. W. verzoekt om de noodzakelijke uitvoeringsbesluiten voor te berei den; c. dat een en ander geschiedt onder uitdrukkelijke voorwaarde, dat de raad van mening is, dat geen lid van B. W. enige blaam treft voor de situatie waarin het slachthuis momenteel verkeert. De VOORZITTER zou willen voorstellen, om dit voorstel van de heer Helsloot maar onmiddellijk in stemming te brengen. De heer NIJPE LS is het met het voorstel niet eens en hij zal niet aan de stemming meedoen en de zaal verlaten. Hij wil daarbij opmerken, dat hij de ruggegraat van het college in deze ontzettend zwak vindt. Zij hebben geen beslissing durven nemen en nu moet het met die 3 punten van de heer Helsloot worden afgezwakt. Hij voelt daar niets voor en zal de zaal verlaten. Datzelfde doen ook de heren Rikken en W. C. Franken. De V O OR Z IT T E R brengt dan het voorstel van de heer Helsloot in stemming. Uit die stemming blijkt dat het voorstel met 19 stemmen voor en 1 tegen is aangenomen. Voor stemmen de dames Videler-Kil, Vlug-Ruiter en Elseman-Gazendam en de heren de Jaeger, A. J.Franken, Gorrissen, Notenboom, Leijs, Dekkers, Blanken, Hopmans, Hartel, Arnoys, van Heijst, van Kaam, Hendriks, Helsloot, Westerhof, en Parel. Tegen stemt alleen de heer Broos. De heer A R N O Y S motiveert zijn stem door te zeggen dat hij speciaal vanwege punt 2 voor is. Mevrouw VLUG vindt, dat de raad, buiten de genoemde 3 punten van de heer Helsloot weer aan één belangrijk aspect voorbijgaat en wel aan het beroep van een bepaalde groep burgers om in deze zaak te worden gehoord. De VOOR Z IT T E R zegt, dat dat nu allemaal nog kan gebeuren. Dat hoort bij de uit- vo ering sbe sluiten 5. Voorgestekl wordt te berichten conform co nc ep t- b ri e f op a. Schrijven van de heer A. Verhagen te Bergen op Zoom dd. 12 maart 1974 inzake brug over de Zoom nabij de van Overstratenlaan en plaatsing urinoirs. b. Schrijven van de heer M.de Frel te Bergen op Zoom dd. 24 maart 1974 inzake be planting groenstrook en reconstructie Schimmelpennincklaan.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1974 | | pagina 131