5. Het college heeft uit de krant moeten vernemen, dat het rapport Oosterschelde was uit gekomen. Het was niet in het bezit van de gemeente gekomen en het college heeft toen onmiddellijk het rapport besteld. Dat kwam echter alsmaar niet. Op een gegeven moment is het bij de Staatsdrukkerij uitgekomen en de gemeente heeft er toen een paar exempla ren van kunnen krijgen. Men weet, dat de gedeputeerde Brokx erover heeft geklaagd dat de provincie slechts één exemplaar van het oorspronkelijke rapport had gekregen. Er werd alsmaar gezegd: wacht maar; wacht maar. Alles zal wel goed komen. Straks zal het rapport in een pocket-uitgave uitkomen en dan kan het besteld worden. Op die manier zijn de gemeenten die rondom de oosterschelde liggen van het rapport in kennis gesteld. Dat vindt hij wel bij de wilde spinnen af. Daarom heeft het college nu een schot voor de boeg gelost - om weer in haventermen te spreken - met deze brief. De raad kan er alle toevoegingen aan doen die hij wil. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten met het concept van de brief akkoord te gaan. 4. Rapport_commissie_ad hoc_ openbaar slachthuisL De heer NIJ P E L S vindt het van weinig ruggegraat van dit college getuigen De VOORZITTER is door het debat bij vraag 3 even iets vergeten. Dan zullen de interventies misschien wel iets anders komen te liggen, dacht hij. Hij meent, dat de heer Nijpels natuurlijk aanmerkingen had op het feit, dat er geen pre advies van het college bij is. Hij kan namens het college mededelen, dat het met de grootst mogelijke meerderheid achter de conclusies van dit rapport staat. Het is een menselijke vergissing, dat hij dit niet direct heeft gezegd. De heer NIJPE LS kan dit niet juist vinden. Toen hij wilde gaan zeggen, dat hij het niet terecht vindt dat er geen pre-advies van het college is bijgevoegd, kwam de voor zitter ineens met die mededeling. De heer VAN HEIJST kan zeggen, dat gisteren in het college is afgesproken, dat de ze mededeling direct aan het begin zou worden gedaan. De heer N IJ P E L S vindt, dat de raad daar dan toch wel melding van had kunnen krijgen. Er wordt toch een zeer belangrijke beslissing gevraagd van de raad. Hij meent dat zijn fractie aan deze beraadslaging niet zal meedoen. Het gebeurt niet vaak, maar de heer HELSLOOT moet nu toch zeggen het met de woorden van de heer Nijpels eens te zijn. Hij wil even teruggrijpen tot het ontstaan van deze commissie ad hoe. Toen deze werd benoemd heeft hij in de raad gezegd dat hij dat een afschuiving van verantwoordelijkheid vond. Alvorens het college van B. W. een primaire uitspraak had gedaan werd een commissie ad hoe benoemd. Op initiatief van B. W. Deze commissie ad hoe heeft x vergaderingen belegd, heeft een rapport samen gesteld. Dat rapport is aan het college overhandigd en afgezien van het feit of de voor zitter dat nu wel of niet vergeten is, - dat wil hij echter graag aannemen - grijpt hij terug naar de agenda van deze vergadering en daar staat dan geen pre-advies met als bijlage van de commissie ad hoe maar alleen: het rapport van de commissie ad hoe. Dat vindt hij een veeg teken. Dat bewijst, dat na x maanden werk van deze commissie ad hoc met als resultaat een rapport, B. W. nog niet in staat zijn geweest om daarbij een behoorlijk advies te schrij ven. Dat vindt hij een ernstige tekortkoming van dit collega Mevrouw VLUG zegt, dat het rapport in de commissie financiën is geweest en zoals dat daar besproken is en met de conclusies die daar toen zijn genomen was zij het wel eens. Zij denkt echter dat iedereen - zoals zijzelf - wel een brief van de slagers zal hebben ontvangen om ook nog in deze kwestie gehoord te worden. Zij heeft uit de krant gelezen dat er inderdaad een gesprek met wethouder Arnoys is geweest. Zij zou van de wethouder dan wel graag vernemen, wat daar nu precies besproken is. Mevrouw E LSE MAN wil ook even op die brief van de slagers wijzen. Zij vindt dit een redelijk verzoek dat ook zij gehoord willen worden. Zij wil daarom zeggen, dat het best nog wel even kan worden uitgesteld. De heer GORRISSEN had willen beginnen met de heer Franken, die als voorzitter van deze commissie ad hoe heeft gefungeerd, alsmede diens medewerkers zijn waardering en die van zijn fractie te betuigen voor het uitstekende rapport wat tot stand is gebracht. Hij vindt dat een echt kwaliteitsrapport waarin de raadsleden duidelijk uit de doeken wordt gedaan wat er allemaal aan de hand is.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1974 | | pagina 124