36
De heer HELSLOOT zegt, dat het hier helemaal niet gaat om de voorzitter van de raad.
Het gaat hier over de acceptatie van het voorstel door B. W.
De VOORZITTER zegt, dat B. W. nu juist van mening is, dat het niet uitgesteld
mag worden.
De heer A.J. FRANKEN meent, dat hierdoor het recht van amendering van de raad
volledig wordt ontkracht.
De V O OR Z IT T E R zegt, dat de raad natuurlijk het voorstel kan amenderen.
De heer WESTERHOF dacht, dat de voorzitter nu aan de raad het recht ontneemt om
nog een maand beraad te houden. Hij dacht dat men uit zijn woorden had kunnen opmaken
dat hij in eerste instantie vóór het voorstel was, maar nu het zo gaat, stemt hij tegen.
Nadat B. W. 3 maanden de tijd heeft gehad om er over te denken, mag de raad er maar
een week over doen.
De heer HE L SLOOT wil via de voorzitter aan de KVP-fractievoorzitter vragen om de
billijkheid van het voorstel tot uitstel in te zien en dat ook over te willen nemen. Anders
plaatst deze zich naar het gevoel van spreker toch wel in de onmogelijke positie een deel
van de raad coute que coute buiten spel te zetten.
De heer GORRISSEN wil dan via de voorzitter tot de heer Helsloot zeggen dat hij de
mens in nood belangrijker vindt dan de procedure. Natuurlijk kan men daar om lachen.
Als iedereen zegt, dat dat niet belangrijk is; de procedure is belangrijker.
Men weet toch van te voren, dat de volgende keer de noodzaak van een dwangkeuze weer
aanwezig is. Het is voor iedereen duidelijk, dat er een aantal mensen in nood zijn en
als dat van de tafel wordt geveegd is dat om redenen van organisatie, van spel.
Als men dat met alle geweld wil moet men dat maar weten, maar dat men dit voorstel
hieraan opoffert vindt hij een erg moeilijke zaak, zeker voor hem persoonlijk.
In zijn fractie is de mens in nood centraal gesteld. Er wordt daarom gelachen.
Die lachers wil hij dan wel graag de mensen in nood op hun dak sturen. Dan kunnen zij die
eens helpen.
De heer RIKKEN meentdat die mensen in nood in 1976 200. - voor die woningen
zullen moeten betalen. Er is toch ruimte genoeg.
De VOORZITTER wil nog even het college raadplegen over de verdere gang van zaken.
Hij deelt na een korte onderbreking mede, dat het college meent een uitweg te hebben ge
vonden. De wil van het college om het voorstel zoals het er ligt in stemming te brengen
hangt af van de wil of van de voorkeur van de raad om het voorstel een maand uit te
stellen. Hij wil dan voor het gemak bij zitten en opstaan van de raad weten, wie er voor
uitstel is.
De heer NIJ P E L S wil zijn stern graag even motiveren. Hij zou willen vragen of er
onderzocht kan worden of er laagbouw kan worden gepleegd. En dan uiteraard voor de
zelfde prijs. Daar gaat het hem om.
De VOOR ZITT ER meent, dat er nu lang genoeg over is gepraat. Het voorstel wordt
teruggenomen en zal volgende maand opnieuw worden behandeld.
16. Voorstel tot het verkopen van het pand Z uidnnHenstr aat 47_aan_J._B elet_te Halsteren1
("Verzameling f974 no, RÖ745)
17. .Voorstel tot het_aan ^^PP^s'_T rmspo rtbedryf JB LV. _gevesti|jd_te Bergen op_ Z oom
in erfpacht uitgeven vair eü~p er c eêï incïu st r i et e r r e in^ g efegen a an_ d e _van Ko nij n en -
bürgweg~ën~tot het"aan"haar verhuren_van het_aangrenzendjfcaludjnetjie oeveryoor_-_
ziening,
(Verzameling 1974 no. RO/43).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen 16 en 17
aangenomen.
18. Diverse voorstellen betreffende Qpóterwijsaan^
("Verzameling 1974 nö, AZ/53).
Mevrouw E LSE M AN zou graag weten of de gemeente niet verzekerd is tegen diefstal,
nu uit het voorstel blijkt dat de school aan de Rijtuigweg verschillende dingen aan moet
schaffen die gestolen zijn.