34 Hij dacht dan ook dat het niet juist is om te spreken van revolutiebouw. Als er andere typen woningen worden gebouwd, komen er natuurlijk ook wel subsidies» Die andere typen zullen echter om de redenen die hij daarnet heeft genoemd, duurder uitkomen. Ondanks dezelfde subsidies. Daarmee zal men bij zijn beslissing rekening moeten houden. De heer NIJPE LS wil vragen waar dat dan wel staat. Dat kan de raad zo niet bekijken. De heer VAN HE IJST meent dat, als op hetzelfde terrein laagbouw wordt gepleegd, dat in een geringer aantal zal moeten en dat zal de bouwprij s verhogen. De heer NIJPE LS dacht dat wethouder H&rtel indertijd toch eens heeft vertolkt, dat hoogbouw net zo veel ruimte innam dan laagbouw. De VOORZITTER zegt, dat dit hier al meer aan de orde is geweest. Hijzelf heeft ook nog eens een keer een poging gedaan om dat recht te trekken. Dat geldt voor een zeer groot gebied dat maagdelijk is en waar dus groenstroken in moeten worden aangelegd enzovoorts. Dan blijft het ongeveer hetzelfde. Dat is uitgerekend. Niet echter, wanneer het groen al een bepaalde preconditie heeft. Het is duidelijk, dat men op eenzelfde aantal vierkante meters meer woningen in hoogbouw kan zetten dan in laagbouw. Alleen over een groot gebied tezamen genomen geldt die stelling dat het niet veel uitmaakt maar niet over een klein deelgebied. De heer VAN HEIJST kan de heer de Jaeger geen inzage geven van het door hem gewen ste stuk. Hij heeft dat ook al in eerste instantie gezegd. Het college gaat er van uit en dat is ook wel duidelijk, dat de HID, als deze aan het plan zijn goedkeuring geeft, er van over tuigd is dat er daar geen problemen zijn. De heer DE JAEGER moet hieruit dan concluderen, dat er geen toestemming is gege ven door de door hem bedoelde commissie. Dat is echter wel in de commissievergadering beweerd. Dat heeft hij tenminste uit de pers vernomen. De heer V AN HE IJST zegt, dat bij een vorig plan de HID terstond zei, dat dat plan wel kon worden opgegeven omdat de provinciale commissie daar niet mee akkoord zou gaan. Hij wil tot de heer Helsloot zeggen, dat de zaak van het college uit beslist niet in de emotionele sfeer is gebracht. Mogelijk is dat ergens anders gebeurd, maar dat ligt dan in ieder geval niet aan het college. De heer HELSLOOT zegt, dat het college dat dan wel heeft veroorzaakt. Tegen het licht van de sikkeneurigheid van de heer Helsloot van vanavond misschien wel, zegt de heer VAN HE IJST De V O OR Z IT T E R meent, dat de raad nu voor de beslissing staat. Hij persoonlijk meent dat een onderzoek, zoals sommige raadsleden dat vragen, niet met een maand bekeken zal zijn, tenminste als men het goed wil doen. Het gaat hier in feite om een aangereikte, direct realiseerbare mogelijkheid. Natuurlijk zullen de meeste mensen het liefst een vrijstaande bungalow met een grote tuin hebben. Om het eens een beetj e_overdreven te stellen. /men Het gaat er hier echter om, of/in de woningwet sector nu h la minute een belangrijke ver groting van het aanbod kan plegen. Dht is het voorstel van het college, wat ge-impliceerd zit in deze grond-verkoop. De raad zal er maar over moeten stemmen. De heer HELSLOOT wil nog één dingzeggen. Hij gelooft, en dacht dat dat ook de me ning was van meerdere raadsleden, dat coute que coute de situatie vermeden moet worden, dat vanavond dit voorstel met 11 tegen 10 stemmen wordtaangenomen of verworpen. Dhn wordt er met mensen gespeeld. Hij heeft ook geen enkel redelijk argument gehoord waarom het voorstel niet een maand kan worden opgeschort. De heer GORRISSEN meent, dat het vanavond haast gaat om het spel, de democratie zou men haast kunnen zeggen en de mens in nood. Hij wil voor een laatste keer nog eens pleiten voor die mens in nood. Hij wil voorstellen om alvast een voorschot te geven op deze situatie al wordt er dan wat risico gelopen. Hoe het ook wordt gespeeld, een feit is dar er goedkope woningen beschikbaar moeten zijn voor de lage inkomens. Hij kan zich verder niet voorstellen dat met een alternatief plan kan worden gekomen dat deze prijs kan halen. Als minister Gruijters zegt dat een gemiddelde woningwetwoning 400. - moet kosten, dat hij met een extra-premie kan uitkomen op 330. - vraagt spreker zich toch af, welke zin een voorstel tot uitstel heeft. Hij wil er nogmaals voor pleiten om de mens in nood, in hongersnood naar woningen, te willen helpen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1974 | | pagina 105