32 Zo kan men tot een eindeloze discussie komen. Hij zou juist hiermee willen kappen en wil de woorden van de heer Gorrissen onderstrepen die zei dat het hier om een dwang- keuze gaat. Als de hoogbouw wordt geaccepteerd daar, voor die gegeven kwaliteit, waarbij er maar een ding belangrijk is, en dat is de prijs. Hij is het met verschillende vorige sprekers eens, dat het voor de raad razend moeilijk is om een antwoord op de vragen te geven. Hij dacht ook dat het gevaar niet denkbeeldig is, dat in een vorm van zekere emo tionaliteit een beslissing wordt genomen die onvoldoende rekening houdt met de belangen van diegenen, die er werkelijk het meeste belang bij hebben. Hij wil niet graag voor zijn verantwoording nemen, op dit moment, om tegen het voorstel te zijn. Van de andere kant - als er dan wordt gesproken over een dwangkeuze - moet men wel in staat zijn om een aantal relevante gegevens die men nodig heeft om een keuze te be palen, ter beschikking te hebben. Een aantal van die gegevens zijn genoemd. Hij dacht dat het van wat meer - voorzichtig uitgedrukt - degelijkheid had getuigd, als er een kwantificering bij was geweest waardoor de raad in staat was geweest om te zeggen: als er dan zoveel alleenstaanden zijn die dit willen, en als er dan zoveel incomplete ge zinnen zijnHij had dan het raadslid wel eens willen zien, die dan de verantwoording op zich had genomen om het voorstel te verwerpen. In dit verband wil hij ook opmerken, dat hij zeer pijnlijk heeft gemist de inbreng van de wethouder van sociale zaken Het was diens taak geweest om op dit punt de raad te voor zien van die informatie. Resumerend kan en wil hij niet op zijn verantwoording nemen om dit voorstel te verwerpen. Hij wil adviseren om die sfeer van emotionaliteit, waar men toch in is terecht gekomen naar hij vreest, te ontzenuwen en het voorstel van de heer Broos aan te nemen, om de zaak een maand te bevriezen zodat de meest relevante cijfers ter tafel kunnen komen en dan in een minder geladen sfeermeer zakelijke sfeer, hopelijk volgende maand een juiste beslissing te nemen. De heer H S.R TEL wil eerst even iets zeggen over het verwijt dat de heer Westerhof aan het college maakte. Er is hier geen bestemmingsplan dus ook geen procedure en dat gaf natuurlijk de mogelijkheid om snel te reageren. De plannen zijn ook snel actueel geworden door de eigenlijk verrassende mededeling die naar 'hij meent in december bij een bezoek aan de HID werd gekregen, over die plotselinge toewijzing van 130 woningwetwoningen. Het college heeft daarover heus eerst wel even moeten nadenken. Naderhand is aan de HID de verzekering gevraagd, of dat de gemeente geen premie-woningen zou gaan kosten. Die is ook inderdaad gekregen. Er wordt door de heer Westerhof aangedrongen op snelle realisatie van de laagbouw en hij dacht, dat op dezelfde agenda hier een plan Langeweg staat, waarin ongeveer een 500 woningen zitten die allemaal in laagbouw gerealiseerd zullen worden. De heer NI JPE LS wil vragen, ook tegen 150. Dat vindt de heer HaET E L weer een andere zaak. De heer Broos kwam met de Wilhel- minakazerne aan. Spreker heeft onlangs nog een gesprek gehad met vertegenwoordigers van de rijks-planologische dienst die daar wel mogelijkheden voor woningbouw zagen, maar zij vroegen dan wel, of de gemeente daar woningbouw Ml realiseren waarbij er ongeveer een 70 woningen per hectare zouden komen. Als men dan nagaat, dat in het plan Langeweg er bijna 30 woningen per hectare komen, is dat, gezien de ligging bij de binnenstad wel aantrekkelijk, maar aande andere kant lijkt hem dat voor het woonmilieu nu niet zo aantrekkelijk. De heer BROOS wil weten, of de prijs acceptabel was. De heer H &RT E L zegt, dat de heer Lei is vroeg om iets te doen aan de welstand van het geval, om het aanzicht aantrekkelijk te maken. Spreker kan de heer Leijs verzekeren, dat het college de mogelijkheden daartoe zal bekijken. Het zal echter niet kostenverhogend moeten werken. Anders schiet men er niets mee op. De heer Hopmans vroeg naar een alternatief of althans zei deze, dat er geen alternatief is voor goedkopere woningen op dit moment. Dat is inderdaad het geval. Dat zal voorlopig ook wel niet zo gauw veranderen. De heer de Jaeger meende, dat het college behept is met hoogbouw. Hij dacht eerder al te hebben gezegd, dat er verschillende mogelijkheden zijn aangegrepen om de hoogbouw terug te dringen en te vervangen door laagbouw. Hij heeft die voorbeelden met name genoemd. De heer Helsloot heeft kritiek op het argument betreffende het groengebied. Ook op het argument betreffende het herstel van het evenwicht in de stad.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1974 | | pagina 103