- 31 De heer RIKKEN vraagt of dat nu een beloning is, om die mensen allemaal in een pak huis op te gaan bergen. En dat is dan niet voor 1 of 2 jaar, maar misschien zitten ze er'wel 50 jaar in. Dat van die bomen vindt hij ook geen argument. De mensen moeten niet boven op die bomen kijken maar er tegenaan, vindt hij. De heer DE JAEGER vindt het toch eigenlijk wel een treurige zaak dat er bij deze bouw nu echt weer moet worden gepraat over de bejaarden. Er wordt maar gepraat over de be jaarden, maar niet met de bejaarden. Die staan er zelf buiten. Het diocees met bijna 30.000 leden en 100 afdelingen, de unie dus de landelijke bond met bijna 150. 000 leden zijn allen absoluut tegen hoogbouw voor bejaarden. Dat is vorig jaar tijdens de studiedagen in Heeswijk ook wel duidelijk te berde gebracht. Verder heeft hij ook al gezegd, en dat vindt hij ook zeer voornaam, schijnt Bergen op Zoom nog niet genoeg te hebben van hoogbouw, In Roosendaal en Breda wordt er geen hoogbouw meer gepleegd. Het lijkt er op, of het college behept is met hoogbouw. Dat vindt hij toch eigenlijk maar een treurige zaak. Er werd eerst geschermd met een huur van 137. 02, naderhand werd dat 157. 91 maar hij is nieuwsgierig - als het doorgaat, wat hij nog niet kan indenken - hoe straks de huur prijs zal worden. Hij vindt het jammer een stil verwijt te hebben gekregen van de heer Gorrissen omdat hij zelf ook in een serviceflat woont, maar dat is niet vergelijkbaar met een gewone bejaardenwoning. Dat is wel een hemelsbreed verschil. De heer Gorrissen is dan verder ook niet goed geöri'énteerd want er gaan heel veel mensen die van buiten de stad zijn gekomen in de Scheldeflat weer terug naar boven de Moerdijk, waar ze vandaan zijn gekomen. Er zijn er ook bij, die naar een andere woonruimte zijn gegaan. Hij wil - zij het niet graag - nog verder even opmerken dat, als hij het niet verplicht was wegens huiselijke omstandigheden, hij er ook niet in was gegaan. De heer GORRISSEN dacht, dat er zoveel zijn die dat zeggen. De heer DE JAEGER zegt, dat de heer Gorrissen hem persoonlijk heeft aangevallen en hij wil daar (ton ook persoonlijk op antwoorden. Hij weet verder haast wel zeker dat de huur, die nu op 157. 91 staat, eer de bouw er staat ook wel over de 200. - zal gaan komen. Er komen allerlei faciliteiten bij waar men ook niet onderuit zal kunnen komen. De wethouder 1 iet doorschemeren, dat er voor deze bouw al toestemming zou zijn. Hij vindt het dan ten eerste jammer, dat dat niet bij de stukken lag en ten tweede zou hij dan graag van de wethouder willen vernemen of hij dat stuk eens ter inzage mag hebben. Hij heeft al meer gezegd, dat de contacten die hij en de bond hebben vooral in de provinciale commissie van bejaarden-oorden zijn prima in orde en hem is heilig verzekerd, dat het niet alleen nog niet is verleend, maar dat het zelfs nog niet in de commissie is geweest. Hij kan niet anders - en dat zal men wel begrijpen want het is niet voor de eerste keer - dan onherroepelijk tegen hoogbouw zijn. De heer HE LSLOOT zal proberen nu wat milder te zijn, want zijn opmerkingen in eer ste termijn waren kennelijk wat te hard. Het feit dat hij in eerste termijn op wat details is ingegaan was vooral gelegen in het feit, dat hij vond en nog steeds vindt, dat er voor de aanvaarding van dit voorstel een aantal argumenten te berde zijn gebracht die én in aantal idioot hoog waren én voor driekwart minstens irrelevant. Hij moet ook zeggen het bijzon der eens te zijn met het betoog van de heer Gorrissen die, naar hij meent, op een bij zonder duidelijke manier heeft aangegeven waar het om gaat. Hij heeft het woord dwang- keuze genoemd en spreker meent, dat men zich daarop zou moeten concentreren. Alle genoemde argumenten zijn of voor tweeërlei uitleg vatbaar of op dit moment door de raad niet op de juiste waarde te schatten of op voorhand niet relevant. Daarover kan men dan oneindige discussies gaan houden. Hij wil een voorbeeld noemen. Wethouder H'értel zegt dat een van de argumenten is het groengebied. Dat is gespaard. Dat is een belang rijk milieu-aspect. Natuurlijk is dat zo. Maar misschien een even belangrijk of nog wel belangrijker milieu-aspect is dat men altijd heeft gesteld dat men altijd evenveel ruimte nodig heeft voor het pl egen van hoog-als van laagbouw en een ander milieu-aspect is ook, dat dezelfde wethouder 4 jaar geleden in een bekende verkiezingsfolder heeft gezegd, dat hij in de toekomst van dit soort bouw af wilde zijn. Een ander vraagteken moet hij zeggen te moeten plaatsen bij een ander argument n.l. de versterking van het westelijk stadsdeel. De wet houder zei, dat dat breder moét worden gezien. Dan kan men net zo de actie-groepen aanhalen die zeggen, juist omdat men het breder moet zien, er geen ad-hoc beslissing genomen moet worden maar een besluit moet nemen wat is afgestemd op datgene wat men later in dat betreffende stadsgedeelte denkt te gaan doen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1974 | | pagina 102