5 De heer HaRTEL zegt dat de brief van de bewoners met de daarbij door hen geleverde tekening is doorgezonden aan gemeentewerken ter advies» Er is daarbij gevraagd om in de zin van het door de bewoners gestelde te handelen» Er zal dus zoveel mogelijk met de wensen van die buurtbewoners rekening worden gehouden» Ook als er wensen van de kinderen binnenkomen zal ook daar rekening mee worden gehouden, kan hij beloven. Tenslotte zullen zij er moeten spelen. De heer NIJPELS heeft nog geen antwoord gehoord op de door zijn fractie voorzitter gestelde vraag inzake het speelterrein aan de Langeweg, De heer HaRTEL heeft dat tot zijn spijt vergeten» Er wordt daar nog getekend aan de weg die daar achter de huizen zal komen te lopen en ook aan de groepering van de huizen daar» Er wordt echter rekening mee gehouden dat er een stukje vrij blijft voor een speelterreint j e Bij punt c wil de heer AJFRANKEN zeggen dat de brief van de heer Weijsters door hem goed is bestudeerd» Hij meent dat het gelijk grotendeels aan diens kant ligt. Indertijd is de heer Weijsters door de raad benoemd. Naar zijn mening gebeurde dat op persoonlijke titel. Hij weet dat het raadsbesluit nadien schriftelijk geïnterpreteerd is als zou de heer Weijsters namens Etcetera zijn benoemd. Hij dacht dat dit niet juist was. In de notulen staat duidelijks de heer Weijsters van Etcetera en niet namens Etcetera. Een naamsaanduiding dus, zoals men ook zegt; de heer Franken, fractievoor zitter van de Stadspartij hetgeen dan niet wil zeggen dat hij in alles na mens die Stadspartij handelt» Daar komt dan nog bij dat het nieuwe bestuur van Etcetera in een van haar brieven die hij de stukken lag, duidelijk stelt dat Etcetera niet geïnteresseerd is in de museumcommissie, Zelfs, dat afvaardiging in principe tegen haar statuten zou zijn» Hieruit blijkt dan volgens hem, dat de heer Weijsters nooit namens Etcetera in de museumcommissie kan hebben gezeten. Hij meent dan ook dat de heer Weijsters in zijn schrijven gelijk heeft en wil voorstellen de concept-brief niet te verzenden en te besluiten, hem in de museumcommissie te handhaven. Hij wil er dan voor de duidelijkheid nog even hijzeggen, dat zijn standpunt niets te maken heeft met de moeilijkheden tussen oud en nieuw bestuur van Etcetera. Hij moet en wil zich daarvan principieel distantiëren» Hij vindt deze kwestie gewoon een kwestie van eerlijkheid. Ook de heer BROOS heeft de hij de stukken liggende brief gelezen. Om geen overlapping te maken met hetgeen de heer Franken heeft gezegd wil hij enkel een vraag stellen, die hij echter eerst even wil toelichten. Die mijnheer Weijsters dacht dat hij was benoemd h, titre personel De stich ting Etcetera dacht dat dat zuiver uit de stichting was geschied» Zijn vraag is nu of de heer Weijsters mag worden benoemd titre personel. De heer HENDRIKS zegt dat ook zijn fractie enige verduidelijking op dit punt zou willen hebben, zonder dat daarover thans al een standpunt kan worden ingenomen» De VOORZITTER heeft de notulen van de desbetreffende raadsvergadering bij zich en wil daaruit enige passages voorlezen. Er staat dat Mevrouw Elseman in het voorstel verschillende verenigingen heeft genoemd. Zij mist echter Etcetera, Zij zou willen vragen of het colle ge het niet van belang vindt dat die vereniging erbij komt» De heer Gorrissen zegt dat zo'n actieve vereniging als Etcetera helemaal niet genoemd wordt. Hij zou dan ook voor deze stichting alsnog een kandi daat willen voorstellen. Dan komt de heer A, Franken aan het woord en die zou zich hij de diverse sprekers willen aansluiten, die ook een vertegenwoordiger van' Etcetera in die commissie willen opnemen» De heer Hendriks zegt dan vervolgens dat Etcetera dat zeer sterke banden met Zeeland en Merksem onderhoudt, ook deze dimensie in de commissie ver tegenwoordigd zou moeten zijn»

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1973 | | pagina 90