30 De heer NIJPELS zegt dat deze dat niet nodig heeft» De belegger gaat in principe met het geval aceoord» Spreker heeft dat helemaal met hem doorge sproken» Mits de nodige toezeggingen worden gedaan, waarover hij eerder al heeft gesproken, De heer BROOS wil op de eerste plaats even terugkomen op hetgeen de heer Gorrissen heeft gezegd, n.l. dat spreker de kosten zou bagatelliseren» Hij dacht dat dat geenszins de bedoeling was geweest, zeker niet van hem persoonlijk. Hij vond het wel opvallend dat deze heer sprak over een plaat selijke gulden en een landelijke gulden, die vrij snel een enorme grote wisselwerking ondergaan» Dit dan geheel tegenovergesteld aan wat zijn frac tiegenoot, de heer van Kaam, hij de reclasseringskwestie heeft gezegd» Daar was het toch dezelfde gulden?. Hij vermoedt dan dat de KVP een munt slag erij heeft, Een gulden zus en een gulden zo» Dat ziet hij allemaal niet zo zitten» Wat de heer Nijpels heeft gezegd, gelooft spreker dat, als men eenmaal een bepaalde strijd aangaat en iemand komt dan ineens met goede wapenen naar voren, dat gewoon erkend moet worden» Hij wil het echter op de eerste plaats wel zakelijk zien. Als hetgeen wat de heer Nijpels heeft gezegd werkelijk datgene inhoudt wat werd gezegd, gelooft spreker dat de meerder heid van de raad dat wel zal ondersteunen» Persoonlijk zal hij zeker niet tegen zijn» Hij eist dan echter wel dat hij van tevoren de voorwaarden op papier ziet, waarop deze zaken voor elkaar kunnen komen» Niet hetgene wat de heer Nijpels zegt is voor hem maatgevend» Bij dergelijke zaken - en de heer Nijpels zal dat zeker wel weten - zijn bepaalde zinswendingen en punten of komma's erg belangrijk vaak» De heer Nijpels had het over een belegger en spreker wil het nu wel even ten gunste van het college opne men» Als zakenman zal de heer Nijpels dat zeker moeten erkennen» Als iemand een oud huisje koopten dat gaat opknappen is de kans van ver koop met "profit" hoger geworden» Vandaar dat hij helemaal achter het col lege kan staan, dat door gemeenschapsgeld en belastinggeld investeringen te plegen in een bepaald project, de kans niet uitgesloten is, ja de mo gelijkheden veel groter worden dat de investeringskansen belangrijk stijgen» Wat de heer Nijpels naar voren heeft gebracht is natuurlijk erg mooi maar voor spreker hangt het alleen maar af van wat op papier komt te staan. De heer HARTEL wil eerst dan maar weer de heer Gorrissen antwoorden» Deze zei dat het gemakkelijk is om in het algemeen belang te spreken» Na tuurlijk is het tegengestelde ook gemakkelijk en om te zeggen dat het niet in het algemeen belang is» Wie zal dat uitmaken. De heer Gorrissen dacht dat de renovatie van de 3 panden geen goed voorbeeld is» Het zou ook een nadelige factor kunnen worden zei hij, Spreker dacht dat wel duidelijk was gemaakt dat op alle mogelijke manieren de renovatie van deze 3 panden het klimaat in de hele wijk zal verbeteren» Zelfs de project-leider, die toch deskundig genoemd mag worden, twijfelt daar niet aan» Deze zei ook dat de gemeente spectaculaire daden moet stellen» Spreker dacht dat dit een van de spectaculaire daden was die gesteld moeten worden» De heer Gorrissen vroeg zich af wie er in kunnen en willen wonen. Hij dacht die vraag al eerder beantwoord te hebben. Er zijn ongetwijfeld mensen die er graag in zullen gaan wonen» Er zijn verder ook de huursubsidie-mogelijkheden» Inderdaad is belangrijk wat de eigenaars kunnen en willen bijdragen bij ver dere rehabilitatie» Dat zijn echter zaken die nh nog niet bezien kunnen worden» Er zal daarover veel overleg nodig zijn» Telkens zullen dan nieuwe rehabilitatieplannen in de raad moeten worden gebracht. Iemand zei ook dat sprekers visie op een droombeeld lijkt.Alsof hij zo'n dromer is» Hij dacht wel vaak te hebben getoond met beide benen op de grond te kunnen staan» De heer Gorrissen had het ook over een strijd tussen idea listen en realisten, waarbij spreker dan de idealist zou zijn. Spreker dacht wel dat het zo is, dat elke grote schepping met een droom beeld begint» Of dat nu bij een architect of een uitvinder van een automo biel of een schrijver of een kunstschilder ontstaat,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1973 | | pagina 67