He heer HJffiTEL interrumpeert hier en zegt dat het wel wat meer genuanceerd werd gezegd. De heer A.J.FRANKEN zegt het in hijzijn van zeker 20 raadsleden heel duidelijk aan de wethouder te hebben gevraagd. Hij vervolgt zeggende, dat er nu iets zal worden gedaan zoals het straks niet zal worden, Dat vindt hij verwachtingen scheppen die teleurstellingen voor de bevolking inhouden. Hij vindt dat de 3 panden, zoals nu wordt voor gesteld, helemaal geen voorbeeld zijn. Er is duidelijk sprake van restaura tie en niet van renovatie. Vandaar ook de abnormale kosten, Vandaar dat het ook geen voorbeeld is. Vandaar zijn bezwaar tegen dit voor stel, Een bezwaar dat ook een groot deel van zijn fractie deelt, In het voorstel wordt ook gesteld dat CRM een subsidie in het vooruitzicht heeft gesteld, Pas in 1975 zal mogelijk weer aangeklopt kunnen worden om dat het ministerie momenteel geen geld heeft. Diegene die in 1975 minister van, CRM zal zijn kan dan meteen wel weer naar huis gaan» dacht spreker. Als hij zich gebonden acht aan al de subsidie-toezeggingen die nu al worden gedaan wordt het voor hem wel hopeloos. Redelijkerwijs zal deze nieuwe mi nister zich daar echter niet aan gebonden achten. Tot slot wil hij nog even terugkomen op een uitspraak die door wethouder Hartel werd gedaan. Deze zei n«1eensEerbied voor het verleden is een kwestie van innerlijke beschaving, Dat vindt spreker wel erg algemeen gezegd. Zijn er geen zaken uit het ver leden waar wij helemaal niets meer mee te maken willen hebben» zou hij willen vrageno Bedoelt de wethouder niet te zeggen dat het een kwestie van innerlij ke beschaving is om eerbied te hebben voor de goede zaken die het verleden aan ons heeft achtergelaten? Zijn fractie heeft beslist waardering voor de nog goede zaken uit het verleden maar blijft wel met beide benen op de grond staan. Men moet n.l. leven in het heden. De heer WESTERHOF heeft mht de heer Franken grote waardering voor de ambte lijke nota zoals die deze week bij de stukken heeft gelegen en zoals die vo rige week is toegelicht. Hij vindt het eveneens jammer dat die nota nog steeds ambtelijk is en nog geen beleidsstuk is. Misschien is de tijd iets te kort geweest» Hij vindt het ook jammer dat dit stuk nog niet in bredere kring bekend is. Hij wil wel degelijk het voorliggend voorstel in dit kader zien» Hij ziet in het stuk toch wel een visie tot het terugbrengen van even wicht in de stad» althans van een werken in deze richting met reële moge lijkheden en met de 'beide beentjes op de grond» De deling in de 4 secties getuigt toch van een reële visie. Er wordt niet alles gespaard wat gewoon niet te sparen is» Er wordt ook niet geageerd tegen een of ander nieuw gebouw in west» als dat nodig mocht zijn. Hij denkt daarbij dan aan de evene mentenzaal, Dat alles komt in deze visie reëel naar voren. Hij dacht niet dat men bij het voorstel zoals het er nu ligt, zich blind moest gaan staren op deze 3 woningen sec maar het echt moet zien in een breder verband als een eerste aanzet» Het is inderdaad wat de kosten betreft geen gelukkig voorbeeld geworden» Dat vindt hij jammer want dat haalt natuurlijk heel wat kritiek te voorschijn. Hij zou toch willen voorstellen dat de raad dit voorstel aanneemt want als er gewacht moet gaan worden tot precies be kend is wat renovatie en rehabilitatie van het westelijk stadsdeel gaat kos ten voordat de eerste steen wordt gelegd, dacht hij dat men het wel hele maal kon gaan vergeten wamt dan wordt er nooit begonnen. Het wordt bovendien iedere keer maar duurder. Het is ook een aanzet van ver trouwen» De sectie 1 zoals die in de ambtelijke nota wordt genoemd, de z.g. doe-het-zelf-sectie, zou ook wel eens afgeremd kunnen worden doordat men het idee krijgt dat de gemeenteraad wel met de mond belijdt dat men zoveel hart heeft voor dat westelijk stadsdeel maar als het eens op daden aankomt wordt liever de boot afgehouden. Hij dacht dat er nu maar eens een daad gesteld moest worden en gewoon begonnen. Dan is men misschien wel dom uit zuiver financieel oogpunt gezien maar als aanzet voor een groter geheel zou hij willen zeggen; Nu doen. Het westelijk stadsdeel en de meeste mensen

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1973 | | pagina 54