5
De heer HELSLOOT wil, ondanks dat hij niet van plan was iets te zeggen, toch
even reageren op de woorden van de laatste sprekerHij heeft n.l, aan de
hand van dit agendapunt niet begrepen dat het college van plan was om iets
te gaan doen» In hetkader van de ingekomen stukken is men alleen "verblijd"
met een brief van ene mijnheer Ma eye r die op zeer onduidelijke wijze reageert
op vroegere correspondentie. Het enige, hetgeen ook zijn fractiegenoot de
heer Franken al heeft opgemerkt, is dat uit de reactie van deze mr.Maeyer
niet is op te maken, waar men zich nu accoord mee verklaart» Is dat nu met
non-food, met maximaal 5 jaar, of met beide» Hij meent, dat, voordat men
met deze mijnheer in zee gaat, daar voldoende duidelijkheid over moet be
staan.
De heer HXRTEL wil eerst even over de eventuele bezwaren, die er kunnen
komen bij een wijziging van het bestemmingsplan spreken» Terecht is dit aan
gehaald» Inderdaad zullen daar bezwaren kunnen komen» Men zal dat echter
moeten afwachten» Ook afgewacht zal moeten worden hoe hogere instanties
dat zullen beoordelen» Inderdaad is het zo, zoals een van de sprekers ook
al heeft gesteld, wat men er mee aan moet. Het bestemmingsplan wijzigen
of de puinhoop zich steeds verder laten ontwikkelen» Het is een uiterst
moeilijke zaak» Wat het juridische betreft is het toch duidelijk de bedoe
ling dat er alleen non-food wordt verkocht» Dat blijkt ook wel uit de di
verse brieven» Er zijn brieven uitgegaan, nadat de zaak met de raad bespro
ken is» De raad zei de eerste keer, alleen non-food te willen» Die brief
is toen verzonden, De heer Maeyer wilde daar, namens cliënten, niet op
ingaan aanvankelijk maar later wel» Vandaar dat die 2 brieven thans alle
2 worden genoemd, Vie overtreding zal beletten is een kwestie van een
overeenkomst die gesloten zal worden en in hoeverre daar bedingen in ko
men en in hoeverre de gemeente mogelijkheden heeft om de grond om de su
permarkt heen te gaan verhuren en zodoende nog een vinger aan de pols te
houden, bij die ontwikkeling, is een zaak die nader bekeken zal moeten wor
den en nader uitgewerkt zal moeten worden» Dat zal dan weer aan de raad
worden voorgelegd»
De heer M.J.FRANKEN moet er toch op wijzen dat, als eventueel een vergunning
wordt verleend, er toch in die non-food sector een heel areaal van arti
kelen is waar de betreffende winkeliers in de omtrek en ook in andere de
len van de stad de nodige concurrentie van zullen ondervinden. Het zou
dan wel eens mogelijk kunnen zijn, en hij heeft dat al, eens meer gezegd, dat
die winkeliers dan noodgedwongen bij het gemeentelijk bureau van sociale
zaken komen aankloppen.
Mevrouw VLUG vindt niet dat zij een antwoord op haar vraag in eerste termijn
heeft gekregen» De raadsleden hebben kennis kunnen nemen van de gevoerde
correspondentie maar daar was geen enkel besluit of voorstel bij» Haar vraag
is dus wat het college nu gaat doen.
De heer HELSLOOT heeft zich kennelijk in Ie instantie niet zorgvuldig genoeg
uitgedrukt en hij zal trachten dit nu te corrigeren. De brief van de heer
Maeyer waarin hij zich met een aantal schrijvens aceoord verklaart nauwkeu
rig bekijkend, valt het spreker op dat er hier 2 zaken spelen» Dat zijn dan
de kwestie van non-food of nog iets meer dan nonfood en de kwestie van die
5 jaren» Ten aanzien van die non-food heeft de gemeenteraad, zich uitdruk
kelijk uitgesproken en dat is later ook nog eens schriftelijk bevestigd aan
Mr.Maeyer» Als deze brief dus thans wordt aangehaald kan hij dat niet an
ders uitleggen dan dat daarmede accoord wordt gegaan. Ten aanzien van die
termijn van 5 jaar heeft in een eerder schrijven gestaan dat, en hij citeert:
"wij hierbij tevens nog aantekenen, dat sommige raadsleden de eerder genoem
de termijn van 5 jaar onaanvaardbaar kort vinden". Spreker vindt dan dat
•vóór er een brief aan Mr.Maeyer uitgaat daarover dan eerst een uitspraak
van de raad moet komen. Of die 5 jaar dus juist is ofdat deze termijn ver
lengd zou moeten worden»