wm
17
vindt toch dat men hier dan maar eens genade voor recht moet laten gelden.
De heer RIKKEN zou willen weten hoe het met die nieuwe wet op de ruimtelijke
ordening zit in verband met deze kwestie. Hij vindt wel dat het college een
buitengewone voortvarendheid betracht om die man daar nu ineens te gaan
wegjagen. Kan die caravan nu daar niet blijven staan, tot het tracee werke
lijk tracee wordt, zou hij willen vragen.
Ook de heer HSRTEL vindt dat men inderdaad niet op de wereld is om het
elkaar moeilijk te maken maar het gaat hier om een particulier belang
en daartegenover wordt door de overheid een algemeen belang afgewogen.
Zo zelfs, dat binnenkort een provinciale kampeerverordening uit zal komen
waarin nog veel strenger op dergelijke zaken toegezien zal worden.
De heer NTJPEIS zou willen weten of de heer Verpalen bij die nieuwe ver
ordening niet de lengte krijgt om daar toch te lijven staan.
De heer HSRTEL zegt dat bij die nieuwe verordening de mogelijkheden in bos
gebieden beknot zullen worden en anderzijds zal bij boerderijen de mogelijk
heid verruimd worden.
De heer NIJPELS dacht dat het college toch ook wel zal weten, dat het in
dertijd aan die mensen uit Roosendaal vrijstelling heeft verleend daar in de
Wouwse Plantage, Hij vraagt zich dan. af of de mensen uit Roosendaal hier
wel mogen, kamperen en de eigen Bergenaren niet.
De heer HSRTEL dacht dat dit een heel andere zaak was. Daarbij is het colle
ge toen toch eigenlijk al te ver gegaan, Een aantal raadsleden wilde dat
er destijds beslist door hebben. Om hier het bosgebied te beschermen moeten
dergelijke zaken nu eenmaal streng worden aangepakt.
Er is een hele grote kans van 90 en misschien nog wel meer procenten dat
de provincie, die steeds strenger op deze zaken wordt, dit niet zal toe
staan.
De heer NIJPELS zou willen weten hoe de wethouder dat met elkaar kan ver
gelijk en. Waarom krijgen Roosendalers wel een vergunning en een eigen Ber-
genaar niet, Dat is toch niet met elkaar te rijmen. En dit is dan ook nog
onder het wethouderschap van deze wethouder gebeurd,
De heer HSRTEL zegt dat dat niet zijn wens was destijds maar de wens van
de raad. Op een gegeven moment moet een wethouder dan wel eens met de
raad meegaan,
Mevrouw ELSEMAN zou dan nu ook graag de wens van de raad weten. Die moet
dan maar gevraagd worden.
De heer HSR,TEL zegt de wens van de commissie te hebben gevraagd en deze
was unaniem van mening, dat deze brief z6 moest, uitgaan. Hij mag dan toch
ook wel verwachten, dat, de raad als zodanig in zijn geheel daar achter
staat
De VOORZITTER gaat dan over tot hoofdelijke stemming over het punt 5 a en
constateert dat het voorstel met 14 stemmen tegen en 8 voor is verworpen.
De concept-brief over deze zaak zal dus moeten, worden gewijzigd.
Voor stemmen de heren Westerhof, Hartel, Arnoysvan Heyst, van Kaam,
Hendriks, Helsloot en Dekkers, waarbij deze laatste zijn stem motiveert
door te zeggen voor te zijn als het zeker is dat die weg daar komt.
Tegen stemmen de dames Elseraan en Vlug en de heren Rikken, Nijpels, de
Jaeger, A.Franken, van Broekhoven, Gorrissen, W,Franken, Blanken, Hopmans,
M.Franken, Broos, en Parel.
Bij punt b zegt de heer M.J.FRANKEN dat, hoewel hij het niet altijd eens kan
zijn met de schrijverij van de JOVD, hij ook wel van mening is dat het college
moet onderzoeken om alsnog de verlichting bij het Ravelijn aan te brengen
op een dusdanige manier dat er minder schade aan berokkend kan worden dan
nu het geval is.