55- op maximaal 1 zou een inwilliging van dit verzoek dat percentage van 1 <fo ruimschoots gaan overschrijden. Het betreffende verzoek tot buitengewoon ver lof is binnengekomen op 11 januari 1975- Er werd daarintoestemming gevraagd voor buitengewoon verlof voor de periode van 22 tot 26 januari. B.& W. hebben gemeend om deze zaak eerst in het diensthoofdenoverleg te moeten brengen, het geen op 25 januari is gehouden. Omdat al die tijdstippen al vast stonden, meende het college, dat het in dit geval te voorbarig zou zijn om reeds een toestemming in dit geval te geven, omdat men de gevolgen van het geheel nxe- zou kunnen overzien. In dit verband kan hij nog mededelen, dat de voorzitter^ in de afdeling Noord-Brabant van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten toch wel wat bedenkingen naar voren heeft gebracht ten aanzxen van deze circulaire van de minister, omdat die minister dat zo zonder meer als ^mogelijkheid steJ dat dit buitengewoon verlof gegeven kan worden, terwijl hxj op geen enkele wijze aan de gemeentebesturen de mogelijkheid geeft om dat op de een of anuere wijze financieel te kunnen verwezenlijken.. Het college van B.& heeix dus gemeend op deze aanvrage afwijzend te moeten beschikken. Daarna heeft de e- trokken ambtenaar aan het diensthoofd een verzoek gericht voor gewoon, verlo Men mag hierbij dan niet uit het oog verliezen, dat een dergelijk verlo voor een kleine tak van dienst of voor een grote totaal verschillend kan lig gen. Waar het hier ging om een ambtenaar in dienst bij het zwembad, waarbij men er op moet rekenen, dat hij in de zomermaanden beschikbaar dient te zijn en waar dit verlof in de zogenaamde stille periode viel, meende het dienst hoofd, die in bepaalde gevallen over het verlenen van gewoon verlof kan e- schikken, dat het geven van gewoon verlof in deze situatie het dienstbelang niet in gevaar kon brengen. Op het verzoek om gewoon verlof is toen door he diensthoofd gunstig' beschikt en de betrokken ambtenaar is daarmee accoord ge gaan. Nadien is er een verzoek gekomen om alsnog 'het gewoon verlof om Je ze ten in buitengewoon verlof. Inmiddels heeft deze zaak ook gespeeld m he ge organiseerd overleg en uit de notulen van die vergadering kan_hij m het kort mededelen, dat alle organisaties het er over eens waren, dat dit verzoek om buitengewoon verlof diende te worden afgewezen als de belangen van de dienst zich daartegen zouden verzetten. De heer BROOS is ook bij die vergadering geweest en hij kan het met hetgeen de heer van KAAI zegt niet eens zijn. Hij kan zich herinneren, dat een ze „ere heer van Aalst daartegen flink heeft geprotesteerd en ook andere mensen van de vakbond. Het gebeurt wel meer, dat de heer VAN KAAM het niet met de heerBroos eens is. Hij heeft echter een uittreksel van de notulen van die vergadering, wat dooi de secretaris van het georganiseerd overleg; is gemaakt en daar wil hij het aan maar bij houden. In de kleine commissie, waar de heer Broos geen deel van uit maakt, is deze zaak goed doorgesproken met de heer van Aalst. Hij heelt ni over meermalen met de heer van Aalst gesproken., iemand met wie spre„ er o heel goede voet staat.Waar het hier gaat om het feit, dat her diensthoofd dui delijk kon overzien over welke dagen het hier ging in de loop van het jaar ka spreker met het toestaan van dit gewoon verlof wel instemmen. Als de heer Parel dan in zijn opmerkingen en in zijn toelichting stelt, dat het hem voor komt, dat het college alsnog tot betaling van deze verlofdagen moet overga moet spreker dat toch wel afwijzen. De heer PAREL zegt, dat de wethouder in zijn antwoord heeft gezegd, dat er in deze standpunten van de raad bekend zijn. Hij zou wel willen weten wat voor standpunten of dat zijn. ,r^+QT1 Verder had deze het over bedenkingen van de voorzitter. Hij zou graag weien welke bedenkingen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1973 | | pagina 218