26 o
De heer HARTEL zegt dat een gemeente nu eenmaal geen expertisebureau is
De heer NIJPELS is het daar niet mee eens. Deze schaden zullen gelegaliseerd
moeten worden» Men moet dit zeer zakelijk "bekijken.
Mevrouw VLUG dacht dat, als er mensen zijn die iets moeten vernieuwen, deze
toch wel een rekening zullen krijgen, Die kan dan toch als bewijs dienen»
De heer NIJPELS zegt dat er middenstanders zijn waar de voorraad nat ge
worden is» Moet dat nu maar worden bewaard tot misschien het rampenfonds
strakjes ja gaat zeggen.
De VOORZITTER zegt dat daar wel degelijk aandacht aan wordt geschonken»
De heer Nijpeis stelt de gemeente echter practisch verantwoordelijk dat deze
dat persé zal moeten doen. In .zekere zin zal de gemeente wel bemiddelen
maar, zoals de wethouder ook al heeft gezegd, de gemeente is niet aansprake
lijk voor een natuurramp.
Men zal z®lf moeten weten wat men aan schade heeft en dat straks kunnen
aantonen, Hij stelt zich echter voor dat5 als er een uitkering uit het
rampenfonds zou komen, dat op een andere manier gaat dan wanneer men voor
-een brandverzekering bv. ieder kl ein dingetje zou moeten verantwoorden»
De heer BROOS vindt dat natuurlijk wel waar, maar men zal straks toch met
cijfers moeten komen en als dat een half jaar of nog langer gaat duren
wordt het wel moeilijker. Hij heeft nog wel één korte vraag.
Als de raad zou uitspreken dat het wel moet gebeuren, wordt dat dan ook ge
daan,
De VOORZITTER meende dat de wethouder duidelijk genoeg was geweest»
Op hef ogenblik is er* doodeenvoudig geen mogelijkheid om iemand te gaan be
lasten met het opnemen van die schaden» Men moet dan de waarde van tapijten
gaan schatten, van meubilair enzovoorts en daar is bij de gemeente niemand
voor.
De heer DEKKERS dacht dat iemand die schade heeft geleden dat zelf zal
kunnen aantonen door zelf een expert in de arm te nemen die dan een rapport
daarvan opmaakt wat dan later als bewijsstuk kan dienen»
De VOORZITTER zegt dat dit een mogelijkheid is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen»
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde de aanvullingsagenda en vel
a. Schrijven van A.M.van Oorschot te Bergen op Zoom dd. 30 april 1973 inzake
verbouwing van zijn jaand Antwerpsestraatweg 145.
b. Verzoek van J„de Waal te Bergen op Zoom dd» 10 mei 1973 om vernietiging
van~dë~aan~I7j7c7dê~WaaI7™Canadaïaan 7» verleende vergunning voor het
bouwen van een berging»
De heer WESTERHOF is blij dat een inwoner van Bergen op Zoom zich met be
trekking tot het welstands- en bouwvergunningenbeleid eens rechtstreeks
tot de raad wendt» Hij meent dat er hier weer eens sprake is van een botsing
tussen het algemene stichtingsbelang en het particuliere en het sociale be
lang. Bij de begrotingsdebatten op 19 december 1972 heeft hij letterlijk het
volgeilde gezegd; - men had het toen over de Tuinwijk - Ook in andere delen
van de stad wordt naar mijn mening door bouw- en woningtoezicht door de wel
standscommissie en planologen teveel gelet op het algemeen aanzicht, op uni
formiteit op het aesthetisch aanvaardbareTrouwensin dit laatste zit een
sterk element van de persoonlijke smaak van de advies- en beleidsinstanties
Ik herhaal; op deze algemene lijn wordt teveel de nadruk gelegd en er wordt
te weinig rekening gehouden met woongenot, eigen inzicht, eigen smaak van
de bewoner zelf» En begrijp mij goed. Nu pleit ik beslist niet voor de chaos
en ik pleit er niet voor dat ieder maar aan mag rommelen.