25. Bij de 132e vindt hij dat het plaatsen van een beeld op het Zonneplein na tuurlijk wel lang besproken kan worden maar hij had het toch wel erg leuk gevonden als aan de mensen daar in de omgeving eens was gevraagd wat men daar nu wil. Moet het een ijsbeer of een olifant worden. De VOORZITTER meent dat juist in de nieuwe cultuurcommissie waar vele niet- raadsleden in zitten afkomstig uit alle geledingen van de burgerij juist van inspraak vanuit de burgerij gesproken kan worden. Hier zijn toch wel degelijk initiatieven gekomen uit kringen, die zich haast professioneel met dit soort dingen "bezig houden. De heer BROOS zegt dat de voorzitter spreekt over kringen en dat zijn nu juist niet de mensem die om dat beeld wonen. Als er daar een enquete zou worden gehouden zou er heslist een ander beeld komen. Daarvan is hij overtuigd. De heer HSRTEL kan wat betreft de schaftwagen mededelen dat het hier om een vervanging gaat van een schaftwagen die reeds in 1955 is aangeschaft en nu versleten is. Wat de aanvulling van de centrale verwarming in de Lievevrouwestraat be treft is dit een verbetering van de verwarming op de bovenverdieping omdat de capaciteit daar te klein is. Nu moeten de mensen daar onder te lage temperaturen werken en hij meent dat de heer Broos, die ook nog wel eens in de kou staat, daar wel begrip voor moest hebben. Over punt 126 wil de heer M.J.FRANKEN opmerken dat hij in de commissiever gadering heeft gevraagd of de mensen die schade hebben ondervonden van de wateroverlast op 3 mei j.l® aanspraak kunnen maken op een of ander fonds. Hij heeft nu in de krant gelezen dat het college bezig is om te proheren een uitkering uit het rampenfonds te krijgen. Hij zou willen vragen of het college hem kan mededelen hoeveel verzoeken tot schadevergoeding er zijn binnengekomen. De heer HART EL dacht, onder alle voorbehoud, zo in de 60 stuks. De heer NIJPELS wil hier dan nog wel even op doorgaan. De mensen die door dat water zijn getroffen zijn inmiddels bezig om de zaak op te ruimen. Hij dacht dat wat de gemeente doet toch niet geheel juist was. De mensen vragen zich af wat zij moeten doen. Moeten zij hun spulletjes weg gooien en gaan vernieuwen of moeten zij: nog eventjes wachten. Bestaat er geen mogelijkheid om via de gemeente die gevallen die zich hebben aangemeld te controleren en een taxatierapport op te stellen. Mocht het rampenfonds dan gaan uitbetalen eventueel dan is er al een gege ven welke schade er was. Hij vindt dat erg belangrijk want anders varen die mensen misschien over 3 of 4 maanden in cfe mist, De heer HARTEL meent dat wel bekend is dat dit een werkelijke ramp is ge weest. De gemeente kan natuurlijk niet aansprakelijk worden gesteld, Hij meent dat diegenen die zich hebben aangemeld in het algemeen hun schade wel hebben opgegeven. Als nu aan iedereen zou worden gevraagd hoeveel schade men heeft wekt dat weer verwachtingen en dat is ook gevaarlijk. Iedereen die schade heeft zal dat echter wel kunnen opgeven. De heer NIJPELS dacht dat de gemeente er toch wel een ambtenaar naar toe kan sturen om het op te nemen. Toch zeker in de gevallen die zijn aangemeld. Dan is die schade gelegaliseerd, Iedereen zal anders straks wel met schade kunnen komen, De heer HARTEL gelooft hierop te kunnen zeggen dat daarvoor geen ambtenaren ter beschikking zijn, Ten eerste is dat een specialisatie, schadeexpertise, en bovendien zit men tot over de oren in het werk, De heer NIJPELS vindt dat geen argument. Die mensen moeten geholpen worden. Dan moet desnoods maar een tijdelijk ambtenaar voor die 4 of 5 weken worden aangetrokken,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1973 | | pagina 208