33 De heer HENDRIKS zegt dat in de commissie behandeld is datgene wat staat op pagina 237 onder hoofdletter B.ni. het aantrekken van ontwikkelingsmateria len voor het kleuteronderwijs, Hij heeft in die commissie toen gevraagd, of e r contact was tussen het basisonderwijs en het kleuteronderwijs inzake de aan schaffing van deze materialen. Hem is toen gebleken dat er geen contact is. Met het oog op de komende integratie kleuteronderwijs - basisonderwijs, zou hij graag zien dat de wethouder' bevorderde, dat dat contact er wel kwam. Hij kan zich voorstellen dat men bij het basisonderwijs misschien met nieuw ontwikkelingsmateriaal wil komen en dan ligt dat in de sfeer van vandaag dop erwtjes en morgen spinazie. Hij verandert echter ook niet iedere dag van echtgenote en gelooft dan ook dat het juist nuttig is, dat het basisonder wijs dat project overneemt in de sfeer van de integratie. De heer VAN HEXSi zegt dat de heer Hendriks hier over integratie spreekt van basisonderwijs en kleuteronderwijs, alsof dat al een zaak is die" in het land al zonder meer is aanvaard. Misschien heeft deze pas nog een antwoord gelezen van de Staatssecretaris van Onderwijsde huidige dus, in verband met de situëring van een kleuterschool waarbij deze er toen op wees dat,' hoewel er een voorzichtige groei is naar een integratie van het basisonder wijs en het kleuteronderwijs, er juridisch nog geen poot om op te staan is om dat af te dwingen. De heer Hendriks zal er waarschijnlijk wel begrip voor hebben dat een wethouder daar rekening mee heeft te houden. Het is wel zo dat in uitbreidingsplannen er mat de federatie van schoolbe sturen onlangs nog gesproken is om kleuterscholen het liefst direct bij de basisscholen te situeren, zodat de ruimtelijke omstandigheden al zodanig gaan worden dat integratie in de nabije toekomst mogelijk gaat worden. Op dit moment heeft men dus met afzonderlijke besturen voor het basisonder wijs en afzonderlijke besturen voor het kleuteronderwijs te maken en kan men geen enkele integratie dwingend voorschrijven. Hij meent dat, als men dit op een of andere manier zou willen gaan doordrijven, men deze integratie zou gaaa bemoeilijken. Men zal heel voorzichtig aan moeten proberen daar een rol m te gaan spelen maar toch zeker niet naar aanleiding van zo'n voorstel als nu aan de orde is. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. Voorstei_tot^het vaststellen v&n de "Verordening tot le wijziging van de P£££-|2iS£_££„l®i«.5®5®l£„I22^I®_I®ïïeentê-bëdryvërr7gasbêdrp7'~watërTëi- ^iEf^rqf en elektriciteitsbedrijf) van""dê~ië£ë£nteBe?£eH~OD~Z535~~~~~~ (Verzamelï5g~ï57rS57FÏ7i7T37:~"~~'—S— Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aange nomen, ^3» ^'£Z££g£_Zgg£gtellgn tot het verlenen van kredieten aan de gemeentebe drijven, 7 Verzameling 1973 no, Fin/72). De heer (tORRÏSSEN wilde hij dit punt even de gelegenheid aangrijpen om te rea geren op de kritiek van enkele gemeenteraadsleden van de buurgemeente Hal steren. Hij vindt en met hem meerdere raadsleden uit verschillende groepe- mgen uit de raad van Bergen op Zoom, dat de betreffende raadsleden kritiek van een slechte kwaliteit geleverd hebben op het beleid van de dienst ge meentebedrijven in Bergen op Zoom met name ten aanzien van het gasbedrijf. 6 i- Halsteren heelt- Bergen op Zoem gezamenlijk de gasdistributie te verzorgen in beide gemeenten. Daarbij zijn duidelijke afspraken gemaakt over lusten en lasten. Voor inwoners van beide gemeenten gelden dezelfde lasten voor gas pari even en aanlegkosten De verdeling van de winst gebeurt langs dezelfde weg voor Bergen op Zoom en Halsteren. Als de betreffende raadsleden van Halsteren ook eens gekeken hadden naar de winstopbrengst voor en na de sa mensmelting van beide gebieden dan hadden zij kunnen zien dat het samengaan geen windeieren gelegd heeft voor Halsteren. Als de betreffende gemeenteraads-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1973 | | pagina 160