27 De heer LEUS zegt dat de heer Helsloot heeft gevraagd of dat dan nu door de commissie van finnaciën moet» Spreker heeft uit diens betoog dan ook begrepen dat de commissie er ais zodanig ook vrij zwaar aan heeft getild om het in de commissie van financiën te krijgen. De heer Helsloot heeft daar toen zelfs een keer duidelijk gezegd: en nu zie ik het nog niet. In algemene zin dacht spreker dat het een hele normale vraag was van een raadslid om te stellen: laat het in die commissie, waar het toch thuis hoort, behandelen» Daar wordt het op zijn merites en veel intensiever nog bekeken als dat dat in de raad kan gebeuren, hetgeen ook heel normaal is. Die commissie kan dan een advies geven» Dat vindt hij heel normaal» De VOORZITTER meent dat dat dan zuiver op financiële gronden zou moeten gebeuren» Niet qua inhoud, want dan hebben de andere commissies geen zin meer» Het zou in de commissie van financiën kunnen komen om dat alle fi nanciële uitgaven dan worden geprojecteerd tegen het geheel van het ge meentelijk budget. Niet om de zin of de onzin van een democratiseringscom missie te bespreken» Dat is aan de raad» De heer NIJPELS zou willen voorstellen om maar te stemmenHij ziet er geen heil in om het voorstel nu weer op te schorten en dan de volgende keer toch weer ja te gaan zeggen» Hij houdt niet van die geintjes» Nu stemmen ja of nee De heer VAN HEYST vindt dat de heer Helsloot bijzonder goed is ingelicht over de gang van zaken in B»& W» Hij is toch echter niet eerlijk volledig geweest» In maart is deze kwestie inderdaad in B»& W» 1 keer aangehouden en daarna, toen het dus de 2e keer in B»& kwam, is het besluit genomen om de begro ting meer ge det ailleerd te mogen ontvangen, om dat verzoek dus aan de demo— cratiseringscommissie te richten» De heer Helsloot heeft inderdaad dan zeer juist gezegd, dat die gedetailleerde begroting op 16 april werd ontvan gen» 16 april is echter een maandag» 17 april was het commissie van finan ciën, dus op die dag kon de voorzitter van die commissie geen enkele mening van B»& W. mededelen. Deze zit daar als voorzitter namens B»& W. De eerst volgende B»& W» was op donderdag 19 april. Als hier een heimelijk verwijt in is van de heer Helsloot dat het toch de 16e al binnen was en de 17e was het toch commissie van financiën, dan is dat naar de mening van spreker zeer misplaatst» Overigens begint hij wel de indruk te krijgen dat door de dwingen de toon van de heer Helsloot van: dan eis ik stemming, dit toch een poli tieke zaak is, Hij zal zich niet laten dwingen en daarvoor een passende maat regel nemen» Mevrouw VLUG vindt het erg jammer dat het nu weer zo moet gaan» Iedere keer als er iets over die democratiseringscommissie is geweest zijn er enorm veel tegenwerpingen en moéilijkheden» Zij zou willen vragen, om dit nu toch gewoon te gaan proberen, De praktijk zal toch pas kunnen leren wat daarvan terecht komt,Zij vindt het wel de moeite waard om het te gaan doen. Men heeft allemaal het rapport al een half jaar in huis. Men heeft het van a, tot z» kunnen bestuderen en men wil aan de hand van dit rapport nu iets gaan doen» Men heeft een beginsel waarvan men uitgaat maar de leden van de raad willen hier altijd gelijk zekerheden, Altijd een wet van meden en perzen» Dat komt haast bij ieder voorstel naar voren» Pas in de uitvoering zal men het kunnen waarmaken en zij vindt het de moeite waard om het te proberen» De heer HARTEL wil eigenlijk min of meer een aanvulling geven op een van de opmerkingen van de voorzitter over die hoorzittingen» De heer de Jaeger zei dat van deze hearings niets deugde» De heer DE JAEGER zegt dit niet te hebben beweerd» De heer HARTEL meent toch wel woorden van dergelijke strekking» Dat vindt de heer DE JAEGER wel een groot verschil» Nu gaat de wethouder toch wel wat te ver» De VOORZITTER laat de wethouder nog verder gaan»

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1973 | | pagina 154