21
De heer LEY'S is het met de suggestie van de heer Hendriks, om dit bedrag te
gaan verhogen in zoverre eens dat hij dat een reden te meer vindt om dit
voorstel terug te verwijzen naar de commissie van financiën zodat daarin deze
zaak eerst eens op zijn merites bekeken kan worden,
De heer VAN HEX'ST zegt dat de woorden van de heer Hendriks toch eigenlijk ook
wel een woord uitlokt van de zijde van iemand die met het onderwijs te maken
heefto Deze heer zei dat men nu te maken heeft met een generatie die niet
meer voor voorlichting vatbaar is en daarom moet er maar met het onderwijs
begonnen w or de n 0 Hij voelt daar dan nog andere gedachten bij.
Bij het onderwijs heeft men het voordeel dat men op bepaalde uren een aantal
mensen bij elkaar heeft. Daar moet dan maar gebruik* van worden gemaakt.
Het lijkt er dan een beetje op alsof men bij het onderwijs soms misbruik maakt
van in grote getalen aanwezig zijn van leerlingen op bepaalde plaatsen.
Hij wil er toch wel voor waarschuwen dat, als geconstateerd moet worden dat
een belangrijk deel van de bevolking niet op bepaalde punten reageert, dan
maar het onderwijs moet aangepakt worden. Dat kanaal staat nogal gemakkelijk
open maar hij weet niet of dat de juiste weg is, Dat zou kunnen wijzen op
een soort dictatuur om alles maar via die kanalen te laten gaan.
Hij wil zich daar heftig tegen verzetten.
De heer HENDRIKS wil opmerken, dat het onderwijs ook nodig gedemocratiseerd
moei worden.
De heer "V AN HEY bi* wil betwijfelen of dat dan door een democratiseringscom—
missie moet gebeuren.
De heer HELSLOOT wil trachten op de vragen en opmerkingen een antwoord te
geven, Een aantal opmerkingen maakt een antwoord gewoon onmogelijk omdat
ze, althans in zijn ogen, onbegrijpelijk zijn.
Tussendoor zal hij een aantal algemene opmerkingen maken die niet voort
spruiten uit een vraag van een raadslid, maar waarvan hij dacht dat het toch
wel interessant was om op dit moment te spuien.
Om met de heer Dekkers te beginnen wil hij een algemene opmerking maken»
Het stélt hem teleur dat, indien bij de stukken ook ligt het enquete-rapport
het bewuste gele rapport en dat tot op dit moment in deze raad nog niet in
discussie is geweest, bij alle woorden die de heer Dekkers heeft gesproken,
daarop op geen enkele manier werd ingegaan» Afgezien van het feit, welk
waarde—óórdeel daaraan wordt gehecht» Hij had het vanzelfsprekend gevonden
als de heer Dekkers hierop zou zijn ingegaan. Als de heer Dekkers dan als
eerste vraag steldes wat gaat de demoeratiseringscommssie doen, vraagt
spreker zich af of de KVT-fractie met zijn allen het advies hebben gelezen»
Dat staat er namelijk duidelijk in» Op bladzijde 2 van het advies staat n0l.
onder -e. in algemene zin zal de commissie zich moeten beijveren voor het
stimuleren van instructie-bijeenkomsten»Later wordt er gesproken over het
be»orderen van gerichte hoorzittingen. Ook staat er dat de commissie wat
doer., b,Vo dat er door de commissie een draaiboek moet worden samengesteld»
Verder: aangetekend moet worden dat de commissie niet zelf alles zal kunnen
doen» Men zal de commissie met name moeten zien als een instituut dat voor
waarden schept, initiatieven neemt, ook controleert op de voortgang daar
van enzovoortsZo nodig rapporteert en de laatste opmerking in dit kader:
de commissie zwengelt processen aan, initieert en stimuleert wel, maar voert
in het algemeen niet zelf uit. Als hij dat dan allemaal uit het advies leest
begrijpt hij niet de essentie van de vraag van de heer Dekkers van: doen ze
wat of stimuleren ze wat of initiëren ze wat of wat doen ze nu eigenlijk.
Tervolgens de kwestie van de commissie van financiën. Hij wil dan even de
historie van dit. voorstel schetsen. Op 2 maart stuurt de commissie aan B.&
W. een advies inzake die enouete met verzoek tot plaatsing op de agenda van
30 maart» Bijgevoegd is een nota van de afdeling voorlichting van 13 maart.
Het stuk komt in B.& Wvan 15 maart en wordt daar aangehouden.
Hij laat in het midden waarom. Dat is niet zijn competentie.