15
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen met de aantekening
dat de heer Broos geacht wordt te hebben tegengestemd»
7» Voorstel tot het vaststellen en wijzigen van een Brandbeveiligings-veror-
ordenlngo"™
XVerzameling 1973 no. AZ/?4).
De heer HELSLOOT geeft toe dat hij hier weinig verstand van heeft en zou
graag door de voorzitter uitgelegd horen waarom de artikelen 10 en 12
veranderd moeten worden» Hij begrijpt er n.l. niets van»
De VOORZITTER meent dat de heer Helsloot dat ook in de commissie had kunnen
laten vragen®
De heer HELSLOOT zegt dat de voorzitter dat niet tot op de letter behoeft
uit te leggen. Hij wil alleen graag de achtergrond weten»
Hij dacht altijd dat dit zo'n keurige verordening was en Bergen op Zoom be
gint nu alweer te wijzigen®
De VOORZITTER zegt dat de wijziging van artikel 10 voortkomt uit het feit,
dat er in Bergen op Zoom geen verordening opslag gas, brandstof en huis
brandolie is» Men kan dan ook geen artikel aannemen volgens een verorde
ning die er niet is»
De heer BROOS dacht dat men deze verordening sinds kort ook in Bergen op
Zoom had, Hij zou willen vragen of onder deze verordening ook chemische
stoffen vallen.
De VOORZITTER zegt dat er hier geen verordening opslag gas, brandstof en
stookolie is en daar wordt hier over gesproken»
Wat de heer Broos bedoelt kan eventueel onder de Hinderwet vallen, maar
dat is hier nu niet .aan de orde.®
Wat de tweede opmerking van de heer Helsloot bij artikel 12 betreft, kan
hij zeggen dat dit toch wel heel duidelijk is®
Als men artikel 12 n.l» sec neemt dan is het aan de mensen zelf overgela
ten of zij onder dit artikel vallen of niet. Nu wordt de ontheffing van dit
artikel gebonden aan een vergunning van B.& W® Het gemeentebestuur kan nu
bepalen of iets er onder valt of niet| inplaats van alleen maar repressief
te kunnen optreden met eventueel de constatering van het verbod van artikel
12 is nu bij voorbaat artikel 12 verbindend tenzij met een vergunning van
B. W®
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen®
8. Voorstel tots
1. het instemmen met een schade-uitkering ad 591.280.30 in verband
met de brand op 10 april 1972 aan de St.Gertrudiskerk;
2. het beschikbaar stellen van een krediet van 215.311.36 ten behoeve
van opruimingskosten en herstel van de brandschade aan de St®Gertru
diskerk»
(Verzameling 1973 no. AZ/88).
De heer A®J.FRANKEN zegt, dat, to en de raad op de avond van de brand van de
StoGertrudiskerk een extra raadsvergadering hield, er onder meer ook nog
even gesproken werd over de verzekering® Door de voorzitter werd er toen
gesproken over een normale brandverzekering en een constructie-verzekering.
Daarnaast zou de aannemer zijn eigen maatregelen getroffen hebben®
Thans wordt ervaren dat er slechts êên verzekering was n.l, van 1 miljoen
voor de kerk en van 2j miljoen voor de toren.
Spreker neemt de voorzitter de woorden op de bewuste avond helemaal niet
kwalijk. Hij kan zich wel voorstellen dat een zó gecompliceerde zaak als ver
zekeringen na zo8n dag ineens niet duidelijk is® Hij wil echter wel opmerken,
dat hij toch wel betreurt dat de constructie-all-risk-verzekering, waartoe