14
De VOORZITTER zegt dat inderdaad een moeilijkheid in dit geheel gesignaleerd
wordte Hij ziet echter niet hoe men daar uit zou moeten komen. Het college
kan ook niet een garantie gewen per evenement of van zoveel evenementen.
Die evenementen zijn nu eenmaal van een totaal ongelijkmatige soort van grootte.
AXs^er een concert gegeven wordt zullen er hoogsSaarsehijnlijk een x aantal
kopjes koffie worden verkocht onder de pauze. Komt ey b.v. een of andere or
ganisatie om er een denderend feest te geven dan zal er heel wat meer worden
verkochte Dat is gewoon niet te bepalen.
Voor de eerste keer zal er van beide kanten een onzekere factor moeten wor
den meegenomen en bij een continuering daarvan komt men waarschijnlijk tot een
vollediger inzicht.
Op dimomeno kan men echter ook niet zonder. Men kan niet zeggen dit dan nu
maar ui c ie sluiten. Degene die dit huurt en die die evenementen met de
vastenavond pacht, zal ook die andere dingen moeten pachten. Men kan er
toch geen tweede pachter in gaan zetten. Die huurder/pachter zal toch nu zo
langzamerhand wel aan het werk moeten gaan voor de inrichting van het res
taurant en het café; die zal zijn inventaris toch moeten gaan aanschaffen
enzovoorts. Hij moet dus wel de onvolkomenheid die wordt gesignaleerd toe
geven maar zou niet weten op welke manier dit verholpen zou moeten worden.
Wat de heer Leys zegt is natuurlijk ook volkomen terecht. Als men denkt;
de raad heeft al gezegd dat, als er met de evenementen een huil gevallen
word? dan wordt dat wel in orde gemaakt, dan kan men voor een fancy—bedrag
inschrijven. Dan is men altijd binnen. Dan kan men op de reële zaken minder
inschrijven. Dan loopt de gemeente met de hele openbare inschrijving wel de
mist in, dacht hij.
De heer NU PELS zou willen voorstellen om in te schrijven naar het aantal
livers bier wat wordt verkocht. Dat is heel normaal en wordt wel meer
gedaan weet hij.
De heer WESTERHOF is het er wel mee eens dat het ene evenement niet te ver
gelijken is met het andere. Om echter een klein beetje aan de bezwaren te
gemoet te komen zou een inschrijving per evenement - en dan kan men een
gemiddelde nemen toch altijd nog iets dichter bij de werkelijkheid komen
dan zonder meer inschrijven per jaar.
De VOORZITTER dacht dat die verschillen toch wel enorm gifrot zijn.
Als men eens denkt aan een of andere vereniging of instelling die daar een
feest gaat geven voor een 500 of 600 mensen, durende van negenen tot in de
kleine uurtjes. Hoe zal men dan een gemiddelde moeten bepalen tussen zoiets
en b.v. een postzegeltentoonstelling.
De heer WESTERHOF is hef. daar wel mee eens maar is toch van mening dat het
geen moeilijkheid is om er in te zetten, dat er per evenement wordt inge
schreven.
De heer BROOS heeft gewoon gewacht tot iedereen uitgesproken is en zou nu
ook nog graag iets zeggen.
De VOORZITTER kan dit niet toestaan, want dan zou er een derde termijn ont
staan. De heer Westerhof mocht nog wel een opmerking maken.
De heer BROOS zegt dat hij dat ook nog wil doen. Hij wilde iets vragen over
artikel lp en over artikel 19 b van het ontwerp—
De VOORZITTER vindt dat dat echt niet meer kan. Dan is het eind zoek.
De heer N1JPELS zou aan de raad willen vragen of die het hiermede eens is.
De VOORZITTER zegt dat de raad dat eventueel zou kunnen besluiten, maar hij
moet dat wel ontraden.
Er ligt een suggestie van de heer Westerhof om de redactie te wijzigen.
Hij gelooft dat ook dat moeilijkheden zal opleveren» Hij zou willen voorstellen
om het voorstel te laten zoals het is.