13 Het zou anders zijn wanneer de gemeente garant zou staan voor een aantal evenementen die in die zaal zullen moeten plaatsvinden Hij dacht dat dat garant staan natuurlijk niet kan. Toch zit er wel een zekere ondertoon van waarheid in als zij stellen dat het natuurlijk onbevredigend is als men wel in meet schrijven op een moment waarop men totaal geen idee heeft wat zich daar in dat complex gaat voltrekken. Hij vraagt zich af of toch niet op een bepaalde manier aan deze, voor zijn gevoel totaal onbevredigende gang van zaken, ontkomen kan worden. De heer WESTERHOF kan zich bij de woorden van de heer Helsloot volkomen aan sluiten. De heer BROOS zegr dat in het voorstel gesproken wordt over verhuren en verpachten. Hij zou willen vragen waarom 2 verschillende termen worden ge bruikte De VOORZITTER zegt dat dit heel simpel is, omdat de café restaurant sector in de volle zin van het woord verhuurd wordt. De exploitatie van bepaalde onderdelen wordt verpacht. De-heer BROOS dacht dat dit dan beter uitkwam voor de 3—delige opstelling van het geheel. De VOORZITTER ontkent dat. Het cafrestaurant wordt verhuurd net zoals een woning wordt verhuurd. De huurder wordt dus baas in eigen huis. Wat de vragen van de heren Helsloot en Westerhof betreft. De evenementen- factor is een onzekere» In het voorstel wordt dit juist door het college in 3 gedeelten gesplitst om het zekere van het onzekere te scheiden. Men kan natuurlijk wel bepaalde evenementen verwachten en dat is dan een kwestie van "zaken doen", dacht hij, wat men daarvan verwacht of niet. Het college kan dat op dit moment ook niet zeggen» Het college wacht gewoon de inschrijving af. Er is op dit moment daarover nog geen zekerheid te geven terwijl toch de noodzaak aanwezig is om nh te gaan verpachten. Vandaar dat de zekere elementen apart zijn gesteld en om het juist voor de toekomstige huurder/pachter duidelijk te maken wat hij zeker kan verwachten en waarin hij zal moeten gaan spelen. De heer WESTERHOF vraagt zich dan af of het niet juister zou zijn om dan een bedrag per evenement te noemen. Dan komt men los te staan van het feit of er nu 2 of 20 evenementen zullen gaan plaatsvinden. In het ontwerp-besluit staat niet expliciet, en dat schijnt toch wel de be doeling te zijn zo hij heeft vernomen, dat in ieder geval één man, één in schrijver, alle 3 de dingen krijgt. Dat blijkt niet uit het stuk. De VOORZITTER meent dat dat er toch wel in staat, De heer HELSLOOT zegt dat de voorzitter nu wel toegeeft dat het een pro bleem is maar daarmede is dan niet tevens dat probleem opgelost. Ais degene aan wie dit zal worden gegund voor dat onderdeel waar die evene menten in plaatsvinden een bedrag opgegeven heeft van x gulden, in het mid den latende wat x is en het blijkt op een gegeven moment veel te veel te zijn geweest - hij kan dat gewoon niet bolwerken; hij is uitgegaan van een ver onderstelling die gewoon niet gerealiseerd kan worden - en beide partijen, de gemeente en die mijnheer Pietersen komen dan op een gegeven moment tot een minnelijke schikking dat x b.v. moet worden een half x. Dan ontstaat wel de dwaze situatie dat aan die mijnheer Pietersen wel de totale exploitatie werd gegund terwijl een ander, die misschien een reëler inzicht had in de totale exploitatie, de boot zou hebben gemist» Dit probleem komt naar de mening van spreker hieruit voort. De heer LEYS dacht dat wat de heer Helsloot naar voren brengt, een heel ge vaarlijke zaak is» Mijnheer a, zal dan inschrijven voor een geweldig hoog be drag met de gedachten: nou ja; dat fiks ik straks wel weer» Ook dat is een groot gevaar» Dan gaat een reële inschrijver er glansrijk naast.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1973 | | pagina 140