5
Hij beseft een aantal belangrijke vragen te hebben gesteld» Meer om tot een
ernstige bezinning te manen dan daarop een duidelijk antwoord te verlangen»
Dit laatste acht hij namelijk haast onmogelijk»
Hij dacht dat deze materie zodanig een gemeentelijk fundamenteel beleid
raakt» dat hij meent dat men hier met de planologie op een volkomen ver
keerde weg zito Hij wil duidelijk stellen dat dit geen vingerwijzing is naar
wie dan ook» De inhoud van de brief van het provinciaal bestuur benauwt
hem zeer» Hij dacht dat het in hei belang van de gemeente was om tot een
zuiver inzicht te komen wie en wat nu eigenlijk verkeerd is» Dit om daaruit
te leren om het beter te gaan doen»
G.S. wijzen de raad op het bepaalde in artikel 30 lid 1 van de wet op de
ruimtelijke ordening, waarin staat dat de raad uiterlijk binnen 1 jaar aan
G.S. een nieuw plan kan voorleggen. Hij zou van het college willen verne
men hoe men hier tegenover staat.
De heer DE JAEGER wil er zijn teleurstelling over uitspreken dat er in de
vergadering van 2 maanden geleden, toen dit plan werd voorgelegd, toch
eigenlijk een verkeerde voorlichting van de hand van de wethouder is gege
ven» Hij (spreker) heeft toen als enige tegengestemd. Hij weet niet of zijn
informaties beter zijn als die van het college of van diegenen die daar
connecties mee heeft, maar de wethouder heeft op de vraag van spreker
toen geantwoord, dat er heslist niet meer als 20^ hoogbouw gepleegd zou
gaan worden. Nu blijkt uit dit schrijven van het provinciaal bestuur dat
dit 43fo hoogbouw is» Hij vindt dat nog al een kapitaal verschil»
Hij begrijpt dit allemaal niet zo erg best en zou dan ook een duidelijk ant
woord hierover willen hebben»
Men zegt nu wel dat het allemaal een beetje muggezifterij is»
In het stuk stond destijds dat de hoogbouw zou worden uitgevoerd van ten
minste 12 bouwlagen. Hij heeft in de vroegere vergadering hier ook gezegd
dat zijn informaties z6 zijn, dat Bergen op Zoem, omdat het teveel hoogbouw
heeft gepleegd, dit plan niet goedgekeurd zou krijgen» Dat is nu dan jam
mer genoeg uitgekomen»
De heer HELSLOOT heeft begrip voor de situatie waarin de gemeente thans
gemanipuleerd is door anderen» Men zal zijn opmerkingen in dat licht moe
ten bezien» Hij zegt dit maar omdat in het verleden zijn opmerkingen wel
eens op een andere, wijze werden uitgelegd als waarin deze waren bedoeld.
De brief van het provinciaal 'bestuur van Noord-Brabant verontrust hem toch
wel. Hij is daar, zoals blijkt, ook niet de enige in. Hij neemt aan dat dit
ook zo voor het college zal gelden. Hij heeft een paar vragen»
In de brief staat dat de plannen Meilust 2 en 3, waarvan de wettelijke pro
cedure nog moet komen, z6 met elkaar verweven zijn, dat het onderhavige
plan Meilust 1 zowel op zichzelf als in samenhang met de beide andere
deel plannen bezien dient te worden» Op zich lijkt hem dat een reële zaak»
Hij begrijpt ook de bedoeling die daar achterzit wel» Hij vraagt zich alleen
af, als men dit nu min of meer als eis stelt door het z6 in deze brief in
deze bewoordingen op te nemen, hoe lang nu de procedure gaat worden.
Hij zou het op prijs stellen daarover wat nadere informatie te krijgen»
Hef provinciaal bestuur heeft het percentage van' 20^ hoogbouw weer ten
tonele gevoerd» Zvoorganger-spreker heeft daarop ook reeds gewezen.
Hij vraagt zich af, als dit als een harde eis van die kant moet worden ge
zien, - hij zou niet weten hoe hij het anders zou moeten uitleggen in deze
brief - hoe dit in de exploitatie-opzet van het plan Meilust als zodanig
opgevangen kan worden»
Het provinciaal bestuur stelt, dat, wil een sluitende exploitatie-opzet
worden verkregen, dientengevolge 6f de kavel-prijzen verhoogd moeten worden,
6f het aantal bouwlagen tenminste 12 dient te bedragen» Nog afgezien van
het getal van 1.2, de conclusies die men trekt zijn natuurlijk volkomen dui
delijk want dat zijn de 2 enige mogelijkheden die bestaan. Het zou misschien
nog enige hoop mogelijk hebben gemaakt, ware het niet dat men daaraan toe
voegt, dat naar hun mening de eerste mogelijkheid - dus de kavelprijs ver-