3 vanzelfsprekende vraag. Het is een reëel feit dat het college er werkelijk alles voor heeft gedaan de ontvangen subsidies nog op een of andere wijze voor Bergen op Zoom te verkrijgen, door deze bij de overdracht niet aftrek baar te maken. Het is ook een feit, dat dit helaas niet haalbaar is gebleken. Nu Bergen op Zoom vrij geforceerd het beheer en het onderhoud heeft overgedra gen vreest hij dat, wat hij de eigendoms-overdracht de vergoeding voor de kos ten betreft, men aan de goden is overgeleverd, Worden alle kosten erkend, ook als Bergen op Zoom het geding met Verstoep zou verliezen? De VOORZIilER vraagt of hij goed heeft gehoord dat de heer Franken zei; aan de goden overgeleverd. Dat vindt hij rul, niet zo erg. Hij kan dan wel begrij pen dat de heer Franken de oorspronkelijke uitdrukking in de huidige tijd, niet wil gebruiken. De heer AJFRANKEN meent dat de voorzitter wel zal begrijpen wat hij ermede heeft bedoeld. Hij vervolgt dan en zegt: Ook alle directe en indirecte kosten die de gemeente aan deze leiding heeft besteed. Worden die ook erkend?. Zijn grootste zorg gaat echter uit naar de heffingen die straks geheven gaan worden. Die zorg betreft dan voornamelijk de industriële ontwikkeling en de werkgelegenheid. Het college heeft aan de Stadspartij géschreven dat de juist heid van de door ingenieur Gerla genoemde bedragen niet beoordeeld kan wor den, Deze heeft gesteld dat Bergen op Zoom op basis van 175,000 inwoner equivalenten alleen ruim 5 miljoen zou moeten opbrengen en dat de west-bra- bantse industrie voor een belasting zou komen te staan van 25 miljoen. Hij begrijpt niet of deze bedragen door het college niet beoordeeld kunnen worden want naar zijn informatie zijn deze bedragen berekend uit de begroting van het waterschap waar ook de voorzitter lid van is.Het deed hem genoegen dat het college zijn grote zorg op dit punt deelt. Hij vraagt zich echter af, of dit punt hij de onderhandelingen wel sterk genoeg heeft gespeeld. Was er geen enkele mogelijkheid geweest om de oorspronkelijke doelstelling in het kader van aanwijzing tot kerngemeentetegen een redelijke prijs het afval water in de Westerschelde te lozen, vraagt hij. Moet nu niet worden verwacht dat Bergen op Zoom een volkomen averechts effect opgedrongen krijgt? En dan nog nauwelijks met dank voor de bewezen diensten. Het college heeft aan de provinciale staten gevraagd om te bevorderen dat de verontreinigings heffingen in west-brabant in ieder geval niet hoger komen te liggen dan el ders in het land en dat tevens een overgangsregeling wordt getroffen voor de industrieën. Het college schrijft dat de provincie en het waterschap aan deze kwestie aandacht zullen schenken. Hijzelf is daar niet zo gerust over. Indien ingenieur Gerla gelijk heeft,, moet inderdaad de noodklok luiden over de industrialisatie van ons gebied. Dan is er hier een zaak aan de or de waar het gaat over de toekomst van ons gebied. Hij realiseeert zich, dat men als raad hier hijzonder weinig aan kan veranderen en dat men in déze zeer belangrijke kwestie nauwelijks of in het geheel geen partij is geweest. Hij betreurt wel het besluit van de vorige raadsvergadering. Niet dat hij de rioolwater-persleiding niet zou hebben wil len overdragenDaarvoor is hij nuchter genoeg. Wat hem betreft hadden de onderhandelingen beslist nog keiharder geweest. Hij heeft tot slot nog één vraag. Wat zou het college ervan vinden als de raad het verzoek van het college aan de provinciale staten, betreffende de gelijkheid van de heffingen op landelijk terrein en een overgangsregeling voor de industrie^, zou ondersteunen. De heer BROOS heeft het schrijven van de Stadspartij ook gelezen. Voor hem geldt dan het merkwaardige dat in de notulen, die zojuist gearresteerd zijn op bladzijde 35 onderaan staat, dat de voorzitter zei dat iedereen van het college ermee op de hoogte is en ermede accoord gaat® Hij vindt het dan wel frappant dat wethouder Arnoys die brief ook mede heeft ondertekend. Hij vraagt zich af of dit dan nog wel juist is.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1973 | | pagina 130