4
De heer A,J.FRANKEN wil in tweede termijn stellen, dat naar zijn mening de
motie, die in de raadsvergadering van April 1971 werd aangenomen, door
het College diende te worden uitgevoerd. Hij zou dan willen nagaan, wat er
nu precies is gebeurd. De eerste maanden gebeurde er totaal niets. De be
woners en enkele raadsleden hebben vele malen moeten vragen, wanneer nu
eindelijkeensiets kon worden vernomen. Hij zag zich zelfs genoodzaakt er
n°ö schriftelijke vragen over te stellen, omdat zelfs na contact met de
Yoorzitter en met enkele wethouders er weer niets was gebeurd. Eindelijk
kregen dan de bewoners, maar toen was het bijna december 1971, bericht,
dat hun huis was geschat. De meeste taxaties beliepen ongeveer een bedrag
van 28.000.-. Als men er zich mee accoord verklaarde, kon de procedure
verder gaan.
Hij heeft het antwoord op zijn vragen nu gehoord en die bevestigen wederom
zijn vermoedensdat bewust of onbewust de uitvoering van de motie wordt
getraineerd. Dit zal dan vermoedelijk zo lang gaan duren, dat de bewoners
aspirant-kopers het meer dan beu worden. Dit wil hij n»g wel even nader
verklaren. De heer van Kaam heeft in een vorige week gehouden commissie
vergadering gezegd, dat de Woningbouwvereniging deze huizen niet zal ver
kopen, want dit was de taak van de gemeente. Hij zou dan. willen vragen
hoe dit kan worden verklaard, nu de bewoners gisteravond van de gemeente
een brief hebben ontvangen waarin staat, dat de gemeente deze zaak niet
meer zal afwikkelen, maar dat de Woningbouwvereniging dit zal doen.
Yoorts zou hij willen vragen hoe het te verklaren is, dat de heer Arnoys
stelde,^dat in de maand december 41 aanvragen met stukken naar het minis
terie zijn gegaan, terwijl nu door de gemeente deze brief aan de bewoners
wordt gestuurd, waarin staat, dat de Woningbouwvereniging het «ver zal
nemen.
Ook wil hij graag weten hoe het te verklaren is, dat de Yoorzitter bij de
door spreker in april ingediende motie de datum van 1 januari 1972 plaat
ste en dat deze datum door de Raad werd aanvaard en dat nu, op 26 janua
ri 1972, pas deze brief verschijnt met de mededeling dat de Woningbouw
vereniging de verkoop verder zal regelen.
bijzonderontstemd »ver deze gang van zaken. Hij is van mening er al
tijd heel positief aan te hebben meegewerkt, dat de verhouding tussen het
College en de Raad goed was. Hij meende dan ook te kunnen verwachten, "dat
het College loyaal aan een raadsbesluit meewerkt en dit ook uitvoert,
^at nu echter is gebeurd, stemt hem bitter teleur en hij meent te v/eten,
dat verschillende andere raadsleden er ook zo »ver denken.
De heer HOPMANS moet, ondanks het antwoord van de heren Arnoys en van
Iïeyst, toch zijnteleurstelling uitspreken over het feit, dat de bewoners
e huizén nog niet konden kopen en dit als gevolg van het beleid van het
College. Men moet thans'vaststellen, dat er al ongeveer een jaar aan de
ze zaak wordt gewerkt en dat nu weer van voren af aan begonnen zal moeten
worden. Hij kan dan voorts nog mededelen, dat er van de 41 destijds inge
diende aanvragen nog slechts 9 serieuze candidaten zijn overgebleven.
Alles bij elkaar vindt hij dat een heel treurige zaak.
De heer GORRISSEN is van mening1, dat de betrokkenen wat bang geworden
zijn door de brief van het gemeentebestuur, dat zij de woningen nu niet meer
uilen kunnen kopen. Althans deze indruk heeft deze brief gewekt. Zij zijn
oang, dat zij nu andere prijzen zullen moeten gaan betalen. Klaarblijkelijk
nadden zij dus liever van de gemeente gekocht dan van de Woningbouwvereni-
ing. ienaaSgaande zijn hem persoonlijk ook diverse vragen gesteld, waartp
y als antwoord gaf, dat er in vrezen eigenlijk niets veranderde. De brief
t0Ch eigenliik wel de oorzaak geweest van alle onrust die nu »nder
e 13 e trokken bewoners heerst en dat vindt hij erg jammer.
dp IT21™, zou/ooraf nog iets willen zeggen en wel, dat de teneur van
manken indertijd was dat, als de Woningbouwvereniging per een be-
paaxae datum de woningen van de gemeenteovernam, de gegadigden eerst in
e gelegenheid moesten worden gesteld de door hen bewoonde woning te
b-pIT Het ColleSe meende toen reeds te moeten afraden dat er een datum
werd genoemd.