37
Ten aanzien van het Parade-plan zullen er waarborgen moeten komen en
uiteraard vooraf, dat de gehele Bergse middenstand gelijke kansen krijgt
voor vestiging aldaar.
Terzake van het- zc lang begeerde tunneltje onder het station sluit ik
mij gaarne aan bij het reeds eerder terzake naar vorengebrachteVoor
mij staat wel vast, dat de spoorwegen een behoorlijke duit dienen bij te
dragen.
Voor wat betreft de verbetering van wegen en straten in Bergen op Zoom
verwijs ik naar de vorige begrotingsdebatten. Ik daoht dat ik daar toen
al behoorlijke aandacht aan geschonken had.
Bij de vorige begrotingsdebatten heb ik gesteld, dat op de fracties
van de ICVPSP en WD een zware hypotheek rust en dat ik hoopte, dat
rente en aflossing naar behoren zouden zijn. Inmiddels zal het IJ wel
duidelijk zijn geworden, dat ik van de terugbetaling niet ondersteboven
ben. Ik maak dan graag een uitzondering, en ik dacht naar mijn smaak
terecht, ik heb dat bij de vorige begrotingsdebatten ook betoogd, voor
de wethouder van onderwijs en de andere tot zijn portefeuille behorende
zaken. Ik heb eens gelezen dat volgens wethouder Arnóys de gemeente
raadsleden de aandeelhouders van de gemeente zijn. Op zich zelf geen
onaardige gedachte. Wel heeft de wethouder vergeten te vermelden
waar en wanneer ik namens mijn kiezers om dividend kan gaan.
Dat alles zijn prijs heeft zal in de toekomst wel blijken."
Daarna spreekt de heer BROOS de volgende rede uit;
"Mijnheer de voorzitter.
Het is een genoegen een ruime belangstelling van de burgerij te kunnen
constateren. Hierdoor kan misschien de zo vaak geuite kreet, die dik
wijls een negatieve invloed op het imago van het raadslidmaatschap
heeft; buiten het stadhuis heb je lef genoeg, maar eenmaal binnen
laat je ook gods water over gods akker lopen, vervallen. Het zoge
naamde- ja-knikker etiket dient dan als argumentatie. Vandaar mijn blijd
schap met de aanwezigen. Op de eerste plaats mijn dank voor de samen
stelling en verzorging van de begrotingsfolder. Misschien dat dit de
impuls mag zijn voor de totstandkoming van een begrotingskrant—blad
of andere editie. Het bereiken van de 40-000 was en is voor iedereen
een heuglijk feit. Het is echter jammer dat door een klassificatie-
verschil de gewone man er weinig financieel voordeel aan heeft.
Ach ja, wie weet doet een nieuwe regering nog eens wonderen op dit
gebied. Als aanloop tot de begroting ben ik stil blijven staan bij het
kunstwerk van de maand en wel van de plaatselijke kunstenaar, de heer
Kemperman. Een dergelijk beroep of onderwerp behoeft niet persé iets
naars op te roepen. Eerder is het een symbool van vrijheid, onbekom
merde meningsuiting en weergave van sociale en maatschappelijke ten
densen. Vooral dit laatste heeft me geboeid, omdat dit vaak als het
centrale punt in de politieke en maatschappelijke maatschappij wordt
gezien. De uitbeelding van elf menselijke figuren, die geen middel
onbenut laten om ten koste van jan en alleman de ladder (om een top
functie) te beklimmen. Onderop staan 2 figuren net hun ellebogen te
manipuleren, dat ze wel naar boven toe moeten5 daarna begint de rugge-
klimmery, gladde zwetende en kromme ruggen. Bijna bovengekomen, krijgt
er een zo'n enorme onwelriekende geur tot zich, dat hij terug wil, maar
dat is dan niet meer mogelijk. Bij de top is het de kunst, de onderste
figuren zo hard te laten werken en zo weinig middelen te geven, dat
verdere reële welvaart is uitgesloten. Dit is nu het lot van de hui
dige arbeiders (i'erknemerwaarom iets anders zeggen dan wat werkelijk
wordt bedoeld). Daarom hoop ik op grond van een christelijke democratie
sociale politiek er aan bij te mogen dragen om de mensen maatschappe
lijke r en sociaal dichter bij elkaar te mogen brengen. Helaas is het nog
steeds anders. De jas of mantel is mooier geworden, maar hij zwabbert
om het lichaam. Het leven is duur, veel te duur, en voor een verande
ring dienen alle volksvertegenwoordigers eensgezind op te treden.