51
V/ij zouden graag weten hoe nu de visie van het College is. Er schijnt
nog een knelpunt te zijn, n.l. de N.S. Naar onze mening zijn de N.S.
ook "belanghebbende bij het plan en' zullen daarom de prijs moeten betalen.
Indien mogelijk zouden wij hier gaarne iets meer van weten om ons stand
punt te kunnen bepalen.
Wat de renovatieplannen van de havenbuurt betreft hopen wij, dat dit
initiatief met succes bekroond zal worden. Wij wensen het College
sterkte bij de verdere uitwerking van de plannen.
Aan een beschouwing van de cijfers van de begrotingen zal ik mij niet
wagen. Het valt mij wel op, dat de kosten voor personeelsvoorzieningen
belangrijk zijn gestegen. Geen kritiek daarop, want de Raad is vaak
veeleisend. We denken in dit verband aan de pas uitgebrachte nota's.
Om dit te kunnen doen is bekwaam personeel nodig.
Met".de uitbreiding personeel sociale zaken zijn we zeer gelukkig.
Aanvulling van het personeel is in het algemeen een zaak van B.& W,
maar een algehele reorganisatie op het stadhuis met een forse perso
neelsuitbreiding en wat daar allemaal aan vastzit, zou naar onze me
ning toch wel de moeite waard zijn geweest dit de Raad mede te delen.
Ik wil niet eindigen alvorens nog iets te zeggen over betrokkenheid
van de burgerij bij de overheid. Naar mankeert nog wel het een en ander
aan. Er zijn mensen die hier niet zwaar aan tillen. Zowel door degenen
die proberen te besturen als door degenen die bestuurd worden.
Aan beide kanten zoekt men nog de juiste weg hier naar toe of men
zoekt helemaal niet. Ne democratiseringscommissiehier in Bergen op
Zoom ingesteld, zal proberen in de juiste richting te werken. Er is
nog maar een pril begin waar"nog niets van te zeggen valt, maar laten
we a,u,b. niet bij voorbaat zeggen; "het lukt toch niet". Wij hopen,
dat ook het College er van overtuigd is, dat deze commissie zich inzet
voor een beter contact burgerij-overheid.
Nu hebben we het gehad over contact burgerij-overheid, en dat dit nog
niet zo is als het wel moest zijn. Maar binnenshuis blijkt er ook wat
aan te haperen.Ik wil er niet veel over zeggen. Alleen dit. Wil een
College van B..& W, goed werken, dan moeten zij een team vormen. Nit
heeft mijn partijgenoot de'heer Ratsma bij zijn laatste begrotingsbehan
deling met nadruk gezegd, en ook wij zijn deze mening toegedaan.
Wij spreken de hoop uit, dat het College zich terdege bewust is, dat
een bestuurscrisis juist nu niet wenselijk is. En dat zij alles in het
werk Trillen stellen om de geschilpunten op te lossen.
Ik ben dan nu aan het eind van mijn beschouwingen en wil niet nalaten
namens mijn fractie het College en het gehele gemeentelijk apparaat te
danken voor hun activiteiten in het afgelopen jaar,"
Hierna spreekt mevrouw YLÏÏG de volgende rede uit;
"Mijnheer de voorzitter. Om met enige bezielende citaten uit Uw jaar
rede te mogen beginnen; "Willen wij slagen in onze opdracht, dan is
eendrachtige samenwerking geboden", en "wat elders kan, kan hier ook,
als wij het in de grond met elkaar eens zijn".
Welnu, het schijnt hier af en toe niet te kunnen.
Persoonlijk heb ik niet de geringste behoefte om politieke tegenstel
lingen aan te scherpen, dus daarvan zal ik mij onthouden. Politiek
gekrakeel brengt de Raad op bestuurlijk niveau maar in discrediet.
Aan wat de laatste dagen is gebeurd, kan ik echter niet zonder meer
voorbijgaan. Ik zal mij echter bepalen tot het bestuurlijke vlak.
Tot voor kort heb ik gedacht dat het mogelijk zou zijn, binnen het Col
lege bepaalde inzichten naar elkaar te doen toegroeien, gezien het
verschijnen van de "ontwikkelingsschets voor de oude binnenstad", onder
tekend door Burgemeester en Wethouders.
Ik krijg echter het onveilige gevoel dat ik verkeerd heb gedacht, want
men gaat het vervolg op deze schets uit de wegwaardoor U mij het ge
voel geeft, dat de schets als voorlopige "zoethouder" is bedoeld.
En dat, terwijl we eens op moeten schieten, want de stad ligt er have
loos bij en beslist niet sinds de laatste 1-g- jaar als U begrijpt wat ik
bedoel, en dat is bijzonder jammer.