28
Een en ander houdt echter wel in, dat op de wethouder Tan financiën
een te grote wissel Wordt getrokken, hit dient hersteld te worden,
willen ongelukken uitblijven. Yoorts vinden wij het niet juist, dat
een wethouder van financiën'grondbedrijf, ook b.v, onderwijssport
en jeugdzaken als portefeuille heeft, hit heeft uiteraard niets te
maken met twijfel aan integriteit of zo iets dergelijks, Maar het is nu
eenmaal zo, dat een portefeuillehouder van financiën geneigd is om
"op de rem1" te trappen, terwijl de anderen liever het gaspedaal willen
indrukken. Echter, deze aangelegenheid is niet zo belangrijk als een
goed samenwerkend, harmonieus, zakelijk denkend en opererend college.
En juist ten aanzien daarvan bestaan er bij ons zeer grote twijfels."
Hierna schorst de YOORZITTER de vergadering voor een korte pauze.
Ha heropening geeft hij het woord aan mevrouw ELSBMAlf die de volgende
rede uitspreekt;
"Reeds bij het af de lings onderzoek van de begroting hebben wij bezwaren
gemaakt tegen de tekst van de aanbiedingsbrief, he wetenschappelijke
termen die gebruikt worden zijn voor een doorsnee-raadslid, waartoe ook
ik behoor, moeilijk te verteren. Het zal beslist een uitzondering zijn
als een raadslid de moed vindt om op dit stuk in te gaan. Het is toch
zeker niet de bedoeling van het college, de raad met dit stuk zó te
imponeren, dat hij maar zwijgt en we dringen er dan ook op aan, voortaan
begrijpelijke taal te gebruiken om ons voor te lichten.
Haar onze mening zou zo'n aanbiedingsbrief mooi kunnen dienen voor
informatie aan de burgerij, aangezien een informatieblad door het ge
meentebestuur nog niet wordt uitgegeven. Het zou dan voor de hand
liggen, dat de plaatselijke pers er gegevens tot voorlichting in aan
treft. Hu is het voor de journalisten ook moeilijk verteerbaar.
Yoor volgend jaar vragen we dan ook "niet beter, maar wel. graag anders",
he nota van aanbieding is niet geworden een beleidsnota, he argumenten
daartoe kan ik begrijpen. Het hele jaar door ontvangt de Raad informatie
over onderdelen van het beleid, waarover dan vaak uitvoerig wordt ge
sproken. he begrotingsbehandeling wordt dan een herhaling van eerder
gehouden besprekingen en door de veelheid van stof minder diepgaand^
de vergadering duurt te lang en het wordt saai door het lange voorlezen
van onze beschouwingen. Ik kan me heel goed indenken dat daardoor de
publieke tribune niet vol zit. Als betrekkelijk nieuw raadslid zou ik
willen vragen; "moet dit zo doorgaan omdat het altijd zo geweest is".
Principië'le beschouwingen bij de begrotingsbehandeling zouden overbodig
zijn, als tussentijds belangrijke beleidsaspecten zoals cultuurbeleid,
gewestvorming, milieubeleid enz. besproken zouden worden.
Uitvoeringsmaatregelen waarbij de financiën een rol spelen, zouden zo
nodig besproken kunnen worden bij de begrotingsbehandeling. Als het
College hier misschieniets voor voelt, zou het besproken kunnen worden
in het seniorenconvent.
Onderwijs
Het blijkt dat op de rijksuitkeringen in de onderwijssector hier en daar
wat heknihheld wordt. Wij vinden dit vreemd, omdat de gemeenten toch al
grote tekorten hebben op deze uitkeringen, he minister geeft aan, hoe
de gemeenten deze lage uitkeringen kunnen compenseren door tariefs
verhogingen, door de gemeenten op te leggen aan de verenigingen.
De gemeenten zullen hier weinig mee opschieten, omdat hogere kosten
voor verenigingen zal leiden tot vragen om hogere subsidies.
Hel wordt er medegedeeld, dat er ,een nieuwe wet zal komen die zal zor
gen dat de rijksuitkering voor het basisonderwijs voortaan een doeluit
kering zal zijn. We hebben nu de vreemde toestand, dat voor het basis
onderwijs, een rijksaangelegenheidde financiën door het rijk beschik
baar worden gesteld, doch dat de gemeenten zelfstandig de uitgaven
vaststellen, meestal na overleg met de rijksinspectie voor het onderwijs.
Alle gemeenten komen te kort aan de uitkeringen, waaraan indirect rijks
ambtenaren meewerken. Als de rijksuitkering een "doeluitkering'- wordt,
zal er dan een einde aan deze ongezonde toestand komen?.