26
De Brabantse nota, gepresenteerd als bijlage bij de provinciale begroting
1 972, lijkt zoals een dagblad dat reeds meldde - verdacht veel op een
zoethoudertje. Ook het feit, dat het Zeeuwse College van G..S, in haar
ontwikkelingsschets tot 1985 hogere prioriteit hecht aan de industrie
gebieden bij Ossenisse en Sloe II spreekt voor zich. De enige reëele
kans op een eerste aanzet ziet het Zeeuwse College, indien een en ander
van boven af - als uitvloeisel van een nationaal beleid - wordt afge
dwongen. kaar dan nóg is -het duidelijk (en de burgemeester heeft dat
zelf ook toegegeven) dat er dan sprake is van een sterk geniniseerde
vorm van Re inierswaalof, zoals de gemeente Eeimerswaal het noemt,
een "midi-plan". Dij vragen ons af, als U zelf heeft gesteld, dat het
de hoogste tijd werd een publiekrechtelijk lichaam in te stellen voor
het aanpakken van deze zaak, hoe het hiermee staat. De realisering
van één of ander Reimerswaalplan zal o.i. mede afhankelijk zijn van het
j-eit, of dit publiekrechtelijk lichaam er inderdaad komt en zal gaan
functioneren
Tweede, nationale luchthaven.
De kwestie van de nationale luchthaven in Rest Brabant is een zó be
kend onderwerp, dat het naar onze mening niet noodzakelijk is om er een
lange beschouwing aan te wijden. V/el hebben wij een aantal vxagen,
1. In Uw nieuwjaarsrede van 1972 staats "met betrekking tot de mogelijke
vestiging van de 2e nationale luchthaven in Rest Brabant kan naar
mijn mening de conclusie van de medio vorig jaar gehouden Radendag
onverminderd gehandhaafd blijven."
Naar onze mening zal echter aan de tweede voorwaarde, zoals die
destijds op de regionale radendag is geformuleerd n.l., dat over de
eventuele vestiging op korte termijn wordt beslist, al niet meer
voldaan kunnen worden. Deelt het College die mening en zo ja, wat
voor konsekwenties verbindt U daaraan?.
2. De heer Boot, lid van provinciale staten, heeft destijds over dit
onderwerp vragen gesteld aan het College van G.S. in Noord-Brabant.
Bent U met ons van mening, dat uit het antwoord van G.S. de indruk
wordt gewekt, dat men liever een wat afwachtende houding wil aan
nemen en het nemen van duidelijke initiatieven in deze zaak wil ver
mijden
Op 91 januari heeft er een gesprek plaats gevonden tussen de Bra
bantse gedeputeerden Brokx en van der Harten en de 3 regio-voorzit
ters- in west Brabant. Ten aanzien van deze vergadering zouden wij
gaarne het volgende willen wetens
3. ;./elke maatregelen zijn besproken en mogelijk reeds genomen om West-
Brabant in staat te stellen op basis van goede en volledige infor
matie en documentatie een volwaardig gesprekspartner te laten zijn.
4» Hoe lang duurt het nog voordat de regionale raden van de 3 regio's
in vergadering bijeen zullen worden geroepen om daaruit de commissie
ad hoe te vormen, die gedacht is als contactcommissie inzake de
luchthaven voor de 3 regio's.
5. -.elke taak krijgt deze commissie ad hoe.
6. Hoe is de deelname verzekerd van andere representatieve groeperingen
en instellingen.
7. Hoe denkt U over de door Zeeuwse gedeputeerden geuite opmerkingen
als zou een vliegveld bij Steenbergen een veel te grote claim leggen
op de arbeidsmarkt in Brabant, met o.a. als gevolg dat het Rexmers-
waalplan niet of te laat zou worden gerealiseerd.
Gevrestvorming.
Alhoewel niet geheel content, hebben wij ook op 30 juni 1971 ingestemd
met het op de regionale radendag geformuleerde standpunt inzake de
samenwerkingsgedachteOok wij waren en zijn nog van mening, dat samen-
uer.dng gebaseerd moet zijn op een door de samenwerkende gemeenten re
ëel aangevoelde noodzaak van belangenbehartiging voor dat gebied.
Het accoord van 30 juni 197*1 hield onder meer in, dat op korte termijn
het ontwerp voor een versterkte samenwerkingsregeling aan de gemeente
raden zou worden voorgelegd en er zou een concrete opstelling gemaakt
worden van bepaalde te behartigen belangen.