22
Haven.
He werkwijze van de commissie voor cLe haven, haar verhouding tot de-
werkgroep haven en het contact tussen de commissie èn het College ach
ten wij niet geheel ideaal. Be notulen h.v. van de recentelijk gehouden
achtste vergadering vermelden, dat een aantal punten uit een brief van
de werkgroep haven geweigerd is om op de agenda te plaatsen. Yoorts
blijkt uit dezelfde notulen, dat door het College correspondentie is
gevoerd over zaken die de commissie nog niet bekend waren.
Bepaald geen blijken van het o-ptimaal functioneren van de commissie.
Wij hebben mede bezwaren tegen het feit, dat de niet-raadsleden in deze
commissie gezien kunnen worden als belangenvertegenwoordigers van hun
bedrijven; bedrijven die voor de uitvoering van hun taken in zekere mate
aangewezen c»q. afhankelijk zijn van de haven, hij menen dat op die manier
te weinig garanties aanwezig zijn voor een doelmatig functioneren van
de oommissie, hoewel, en het zij met nadruk gesteld, wij geenszins twij
felen aan de oprechtheid waarmee die belangenvertegenwoordigers hun
werk in de havencommissie trachten te doen. ïïij zijn er voorstander van
dat deze havencommissie een hredere basis krijgt, zonder dat de zitting
hebbende niet-raadsleden daar van uitgesloten zouden dienen te worden.
Yorige maand is de gemeenteraad geprest, het spijt me dat ik dit woord
moet gebruiken, om een crediet van c.a. 14-0.000 gulden goed te keuren
voor een aantal voorzieningen 'in de haven. Wij hebben, zij het met veel
twijfeltoegestemd in de goedkeuring van het crediet. Maar ik mo.et TJ
wel zeggen, dat dit de laatste keer is, dat wij aan dit soort pressie-
aanvragen ons fiat zullen geven. Of het nu met de haven te maken heeft
of met iets anders, doet niet ter zake. Wederom is de Raad gevraagd
om een crediet te voteren voor een onderdeel van een groot object,
zonder dat de volle omvang van dat object hekend is. Wij hebben niet
tegengestemd omdat T/ij onvoldoende argumenten hadden óm tegen te stem
men, maar wij waren bepaald niet overtuigd en dat zijn we nog niet.
Een aantal vragen;
1. Wat is de mening van het College t.a.v. bestaande plannen tot uit-
hrading van de loswal en van het aantal remstoeien hij de sluis.
2, Welke economische betekenis heeft de haven voor West Brabant.
3» Bevestigt het College de door één van de havencommissieleden geuite
opmerking, dat containertransport voor de haven ook in de toekomst
niet opportuun is.
4# Laat de breedte van de' sluis toe, dat nieuwbouwcoasters binnen kun
nen komen.
5. Waarom heeft de Raad geen inzage gekregen van het rapport van de
dienst gemeentewerken, inhoudende de financiële konsekwenties van
de suggesties van het loodsenrapport
Stadsplanning/renovatie
Het verbaast ons dat~het een jaar heeft geduurd voordat het College,
mede naar aanleiding- van de destijds geuite bezwaren t.a.v» het plan
Parade, met het rapport "Ontwikkelingsschets voor de oude stad" op de
proppen is gekomen. Beze verbazing is des te groter, indien we consta
teren, dat de ontwikkelingsschets een weinig zeggend verhaal is, waar
de gemeente als zodanig e.n degenen waarvan U in het rapport beweert
het op prijs te stellen hun medewerking te verkrijgen, weinig aan hebben.
Wij hebben de stellige .overtuiging, dat het rapport vooral vervaardigd
is om de critici van het eerste ontwerpplan Parade te behagen.
In een -o.i, slechte poging om de kool en de geit te sparen heeft men
als het ware het plan Parade I uiteen gehakt in 2 mootjes, n«l. een
plan Grote Markt en directe omgeving en een gecastreerd plan Parade,
nu dan Parade II. Wij vragen ons af of er -indien ook nu van vele zijden
subjectieve kritiek op deze plannen zal komen- over een jaar een plan
Parade III aan ons zal worden aangeboden. Plannen maken is mooi, maar
uitvoeren is nog beter. Beze gang van zaken is ook daarom zo betreurens
waardig, omdat er zeker visie' aanwezig is, althans meer dan in het
verleden (hoewel dat geenszins een-prestatie genoemd kan worden).