21 ¥e rkge 1 e_ge nhe i d - Medio vorig jaar verscheen de discussienota van Gr.S. inzake het werk gelegenheidsbeleid in Noord-Brabant. Deze discussienota was in feite meer inventarisatie dan beleid. Hoewel G,S.hebben toegezegd met een echte beleidsnota te zullen komen, is het tijdstip van verschijnen nog volkomen onbekend. Mei moet ik stellen dat de nota keurige tabellen en cijferopstellingen bevat, iets waar het ETI in Noord-Brabant sterk in schijnt te zijn, maar ook alleen déarin. Het optimisme wat uit de dis cussienota blijkt is trouwens door de praktijk achterhaald. Hebben wij dus weinig aan deze nota, we vragen ons bovendien af in hoeverre Ber gen op Zoom zich effectief met het werkgelegenheidsvraagstuk bezig houdt. In de algemene beschouwingen van vorig jaar attendeerden wij U onder meer op het grote -gevaar van de zeer omvangrijke pendel^ gevaar in dié zin, dat de door de toename van het containervervoer gewijzigde situatie in de Rotterdamse: haven, uiteraard, ook gevolgen zou hebben voor de pendelaars, en wel het eerst voor de uit verafgelegen gebieden komende pendelaars, o.a. uit Bergen op Zoom, Deze opmerkingen werden destijds min of meer genegeerd en er werd opgemerkt, dat een onderzoek naar het verschijnsel "pendel" zo moeilijk was. Inderdaad is dit moeilijk, maar wij kunnen deze problemen toch niet uit de weg gaan. Uit de cijfers door het G.A.B .verstrekt blijktdat in de regio Mest Brabant ruw ge schat éO/t van de pendelaars momenteel als werkloos staat ingeschreven. Bit gevolg van een onverantwoord hoge pendel maakt het gewoon noodza kelijk aan een actief werkgelegenheidsbeleid voor deze regio Uw steentje bij te dragen. Uw initiatieven op dit punt we éhten wij met spanning af. Industrialisatie ïk citeer uit Uw nieuw'j'aarsrede 197,2s "Er staan ons echter nog vele taken te wachten. Ik mag misschien in dit verband nog eens teruggrijpen naar het investeringsprogram wat ons tot de jaren 1980 voor ogen staat. Taken, die een totale investering vragen van ruim 400 miljoen gulden, maar waarvoor in deze tijd van krappe centrale financiering slechts de meest urgente zaken met de grootste moeite van 'de ggond komen. Om dit allem8.aU te kunnen verwezenlijken, zal de stad een bepaalde groei moeten hebben, waarvoor in eerste instantie een verdere industrialisatie ab soluut noodzakelijk is". Mijnheer de Yoorzitter, als U stelt dat een verdere industrialisatie absoluut noodzakelijk Is, vragen wij ons het volgende af. Be post industrialisatie is Binnen het College toevertrouwd aan de burgemeester. Echter, het is één van zijn taken en bovendien is de bur gemeester niet alléén burgemeester als U begrijpt wat ik bedoel. Bit betekent dat de post industrialisatie een gedeelde deeltaak is bin nen het College. Toorts zitten we nog steeds opgescheept met een nog steeds nietfunctionerende "Maatschappij ter bevordering van de Indus trialisatie in Bergen op Zoom N.Y.". Bit in aanmerking genomen,moeten wij constateren dat er o.i. te weinig mogelijkheden aanwezig zijn om de industrialisatie gericht verder uit te houwen. Uiteraard is het, en wij zijn dat met.U eens, een onverteerbare zaak dat de door hét Rijk zelf gestimuleerde ontwikkeling van deze regio t.a.v. de industrialisatie via de, stopzetting van de investeringspremieregeling op een brute ma nier wordt afgebroken, "maar ik zou bijna zeggen? de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet. at doen wij in Bergen op Zoom zélf om de industria lisatie tot het uiterste te bevorderen. Haar onze mening in ieder ge- val weinig. ¥ij zouden ons in dit verband kunnen voorstellen, dat de eerder door mij genoemde HUI.Y.Maatschappij ter bevordering van enz" een wézenlijke taak gaat krijgen, gebaseerd op andere statuten en met een andere samenstelling, of dat een industrieel acquisiteur Wordt aange trokken, die mogelijk datgene kas doen waar de gemeente niet toe in staat blijkt. Toorts achten wij het' noodzakelijk, dat er concrete plannen worden opgesteld betreffende de nieuw aan te leggen industrieterreinen,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1972 | | pagina 83