Het spreekt echter vanzelf, dat in kwesties die meer dan het gebied van het gewest Bergen op Zoom-Roosendaal alleen raken, een goed contact en overleg rnet andere regio's gewenst is. Dan zou ik thans nader willen ingaan op een aantal hoofdzakelijk lokale vraagstukken en ontwikkelingen, die ook in het komende zittingsjaar de aan dacht en zorg van het stadsbestuur ten volle zullen opeisen. F inanciën Het lijkt er op, dat in de budgettaire positie van de gemeente een keerpunt is gekomen. Kon de dienst van 1970 nog met een voordelig saldo worden afge sloten, het evenwicht in de begroting 1972 is alleen met opgevijzelde mid delen bereikt. Of de einduitkomst van de dienst 1972 ook voordelig zal zijn hangt af van een groot aantal factoren. Wanneer de binnenstadsplannen (Lievevrouwepoort, Lindebaan en Beursplein) bij realisering binnen het gedachte tijdschema uitsluitend aan exploitatie verliezen 2,6 miljoen gulden zullen kosten, dan is het zaak thans geld over te houden om te kunnen reserveren. Het budget moet straks immers ook nog ruimte hebben voor normale bestedingen, sportculturele zaken, onderwijs, bossen, plantsoenen, enz. Verwacht mag worden dat het Markiezenhof en de Grote Kerk straks ieder ook 1 miljoen gulden per jaar aan budgettaire ruimte zullen vergen, terwijl voor grote verkeerswerken binnen de op dit moment in exploitatie zijnde grondcomplexen nog gerekend moet worden op een bedrag van 13,5 miljoen gul den tot 1980. Dit alles in aanmerking genomen is het dringend gewenst reeds nu ruimte te scheppen voor de toekomst. Het is in het belang van de stad door te kunnen gaan met een open-end-budgetingin plaats van gekluisterd te worden door de gevolgen van de rode cijfers. Om dit doel te bereiken kunnen in de primitieve gemeentebegroting toevoe gingen aan de reserves worden geraamd. Het is ook mogelijk dit niet of ui terst beperkt te doen. Het budget krijgt dan het karakter van een financi eel plan voor de primaire behoeften. Wanneer het dan lukt aan het eind van het jaar over te houden kunnen reserves worden gevormd of versterkt. Het college geeft op dit moment aan deze gedragslijn de voorkeur. Ten aanzien van- de investeringen blijven we geconfronteerd met de centrale financiering en een gemeentelijk garantieplafond. De regering heeft beslo ten het eerder vastgestelde vloerbedrag' van 1200 miljoen gulden voor nieuwe investeringen te verhogen tot 1500 miljoen gulden op jaarbasis en het meerdere gedeeltelijk te bestemtne'n voor het aankopen en bouwrijpmaken van gronden voor de woningbouw. Van het nieuwe vloerbedrag zal ook nog eens 240 miljoen gulden op jaarbasis voor aankoop en bouwrijpmaken van gronden bestemd worden. De tot nu toe opengelaten mogelijkheid om investeringen van geringe omvang te financieren uit de opbrengst van daartoe aangewezen grondverkopen is vervallen. Deze opbrengsten mogen voortaan slechts worden gebruikt voor consolidatie van vlottende schuld of voor het opnieuw aankopen en bouwrijp- maken van gronden. Welke invloed de nieuwe regeling op het investeringsprogramma van onze ge meente zal hebben valt moeilijk te voorspellen. Dat is uiteraard eveneens het geval met betrekking tot projecten die de regering eventueel in het ka der van het activeren van de conjunctuur tot uitvoering wil brengen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1972 | | pagina 33