Alleen de heer Hendriks nan toen een ander standpunt in. Deze zou namelijk liever deskundigen dan commissieleden in een dergelijke com missie zien. De heer BROOS'wil dan nog even opmerken, niet een figuur te zijn die zo gauw omzwaait. Hij zou het echter op prijs stellen als de heer van Kaan zou willen he-anen, dat het desbetreffend stuk als een hamerstuk zou zijn behandeld, als de heer de Jaeger het niet verder had toegelicht. Men'beschikte namelijk niet over de gegevens, die nu wel beschikbaar zijn. Op grond daarvan heeft hij gemeend zijn mening te moeten wijzigen. De heer VAN KAAM wil dan in het algemeen wel even opmerken, dat er een heleboel commissieleden zijn die op vergaderingen komen, en geen gebruik maken van de gelegenheid de stukken in te zien, die 2 uur vóór de aan vang ter inzage liggen. Hij heeft verder nog weinig aan deze woorden toe te voegen. Er komt door dit voorstel een behoorlijke verruiming ten opzichte van de bestaande toestand. Ook ten aanzien van de behandeling van de bezwaarschriften wordt een andere methodiek gevolgd, en waar het hier dus hoofdzakelijk en alleen gaat over het punt van de delegatie van B.& voor zover het de behandeling van de aanvragen voor het verlenen van'bijstand betreft, meent hij te moeten adviseren het voorstel aan te nemen. Het delegeren van de bevoegdheid van B.& W. voor de behan deling van de bezwaarschriften is hier niet aan de orde» Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 22, Yoorstel tot het gewijzigd vaststellen van het ontwerp-bes tenmings- pïan~n5nëïïxüsstraat^7" (Yerzaneïing 1972 nr. R0/104). Zonder beraadslaging- en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen» 23» Yoorstel tot het nemen van een voorbéreidingsbesluit ex artikel 21 van~di~¥ët"öp~dë RüI5tëIijkê~Ördënxng, ^Verzameling 1972 nr. R0/ÏÖ5J. Mevrouw YLITG heeft begrepen, dat men bij voorbereidingsbesluiten bepaal de vrijheden verkrijgt om iets met gronden te gaan doen. Bij de bestem mingsplannen zullen in de exploitatie-berekeningen alle gronden wel zijn opgenomen, dus daar wil zij niet zo erg aan gaan tornen. Op de kaart heeft zij echter gezien, dat er nog zo veel stukjes grond zijn die nu nog braak liggen en die men hoopt te gaan vol bouwen. Zij wil ook geen aan slag doen op die braakliggende terreinen die' reeds een bestemming heb ben gekregen. Wanneer al die plekjes zijn volgebouwd, gaat het haar wel een beetje benauwen, dat er hoe langer hoe minder speelruimte voor de jeugd gaat komen. Dit wilde zij eens bijzonder onder de aandacht van de Raad brengen. Men moet haar dan niet op de letter pakken, naar zij zou toch ook eens willen zeggen dat, wanneer er een bepaald plantsoen steeds weer opnieuw ingeplant moet worden, er daar toch wel iets fout zit. Men heeft hieromtrent onlangs nog in de krant kunnen lezen. Er had daar dan geen plantsoen moeten zijn, maar een speelruimte voor kinderen. Zij zou dus willen vragen, orx daarmede rekening te gaan houden. Dat dus niet alles zo naar zonder neer wordt volgebouwd en er overal plantsoe nen worden aangelegd, maar dat ook bekeken moet worden, hoe en waar er speelplaatsen kunnen komen. Er wordt wel vaak gezegd dat de jeugd van tegenwoordig zo agressief is, naar laten wij ze dan ook eens ruimte geven waar ze zich vrij kunnen uitleven en wat agressiviteit kwijt kunnen. Alles wordt in de plannen nu even volgepropt. Als alle open ruimten die nu nog door kinderen worden gebruikt, nu zonder meer naar worden volge» bouwd, raken die kinderen al langer hoe neer in de knel. Dat wilde zij graag even onder de aandacht brengen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1972 | | pagina 256