20 Hij vraagt zich clan ook afwaar die betrokken mensen zich. rustiger «ou den voelen; bij zo'n groep van 3 leken, of bij een ambtenaar. Hij dacht, dat dit nog al een verschil zou uitmaken. Hij meent, dat nen zich tegen over een ambtenaar altijd wat gedwongener zal opstellen als tegenover leken. Hij uil daarbij niet twijfelen aan de voorzichtigheid en aan de bekwaamheid van die betrokken ambtenaar» Het zwaard, dat boven zijn hoofs, wordt gehangen, dat, als hij tegen het voorstel stemt, hij aan maar voor de commissie zou moeten bedanken, ziet hij echter nog niet zo zitten; hij gelooft ook niet, dat nen daar dan mee accoord zou gaan. He heer BROOS zou het opplakken van een etiket van "de toren van baby- Ion" op de wethouder wel betreurenswaardig vinden. Hij is het echter met dit voorstel niet eens en wel om de volgende reden. Het gaat hem dan niet om de heer van Kaan, maar wel om het feit. Haar zijn persoon lijke mening behoren bij iedere commissie waarin bezwaren worden gebracht, geen mensen te zitten die reeds van de bestaande situatie op de hoogte zijn. Hit speelt zowel in het bedrijfsleven als bij de overheid als bij de sport. Als men bezwaren indient, moet de commissie die dit behandelt, bestaan uit mensen die nog niet met deze materie op de hoogte zijn, laat staan uit mensen die reeds een beslissing hebben genomen of een advies hebben uitgebracht. Hat is dus zijn persoonlijke mening. Hij meent dat dat dan een neutrale commissie moet zijn. Hij wil wel voorop stellen, geen enkele aanspraak te willen naken om in een dergelijke commissie zitting te nemen. Daarvoor heeft hij geen enkele aspiratie. De heer HENDRIKS zou de heer de Jaeger willen ondersteunen. He heer YAH KAAM zegt, dat de heer de Jaeger er zijn verwondering over heeft uitgesproken, dat er aanvankelijk een advies gevraagd is;dat dan nadien toch met een ander voorstel werd gekomen. Hij dacht, dat hier weer die bekende spraakverwarring bijgehaald moest worden. Het is namelijk zo, dat het College van B.& W. advies heeft gevraagd voor zover het betreft de delegatie ten aanzien van de behandeling van de aanvragen voor hij stand» De heer DE JAEGER interrumpeert hier en zegt dat er staat, dat naast de aanpassing van de vermelde wijzigingswet, voorgesteld wordt, uit een oogpunt van efficiency, de uitvoering van de algemene bijstandswet over te dragen aan ons College, De heer YAH KAAM zegt, dat de heer de Jaeger hem dan nog een keer gelijk geeft ook, want in de commissie van advies tot verlening van bijstand is dat verzoek van B.& behandeld, Toen is in die commissie inderdaad de vraag aan de orde gesteld, of B.& W. niet verzocht noest worden, om aan de commissie van advies ook de behandeling van bezwaarschriften te de legeren. Dat verzoek is ook naar B.& W. toegegaan en B.& hebben toen, ondanks een pleidooi van spreker, daar toch op geantwoord, dat zij dat niet willen doen. Die bevoegdheid wordt door B.& niet gedelegeerd. Het college van advies heeft dus eigenlijk ongevraagd aan B.& iets geadviseerd^ waar B.& W» niet op in willen gaan. Dat is het kardinale punt, B.& f. stellen nu nög, dat het de behandeling van bez?ra,arschrif~ ten niet wil delegeren. - De heer HELSLOOT merkt op, dat het hier dan om een deel van B.& gaat. De" heer VAN KAAM zegt, dat er hier niet gesproken wordt over een meerder heids- of'een minderheidsnota. Als er dus gesproken wordt over het feit, dat B.& dezè delegatie niet willen, is dat het standpunt van het gehele College, Ook een lid van het College van B.& zal zich wel eens bij een meerderheidsstandpunt moeten neerleggen- Dat is alleen naar de mocratisch. Sprekende over het punt bezwaarschriften, is door de heer Broos de opmerking gemaakt, en spreker kan het daarin ten dele net hen eens zijn, dat de behandeling eigenlijk door een totaal andere commissie zou dienen te geschieden. Hij meent dan echter, dat de heer Broos sinds de vorige commissievergadering wel behoorlijk is omgezwaaid, want toen deelde hij het- standpunt van de heer de Jaeger. i

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1972 | | pagina 255