13 De heer BROOS zegt. in de desbetreffende commissie, te hebben tegenge stemd. Hij wil dit thans nog wel even verder toelichten. Hij heeft name lijk drie punten. Het eerste is, dat in de eerste commissievergadering over dit punt nog al wat bombarie is genaakt en hij vond toen het beleid van de wethouder -voorzitter van deze commissie- erg slap. In de tweede vergadering vond spreker dat ook het geval en tot op heden moet hij dat nog blijven vinden. Hij heeft ook eens met so'n student ^ge sproken. Hij heeft niet zo zeer bezwaar tegen het bedrag als zodanig, maar wel tegen het feit dat, en dat is het tweede punt, er in de com missie gesproken is over de vraag van het interim-rapport. Na een gespre met de wethouder en enige andere heren, bleek dat toen opeens niet meer nodig te zijn. Hij dacht, dat als een commissie hier om vraagt, zij oom het recht heeft om zo'n rapport te krijgen. Het is echter nooit gekomen. Ten derde acht hij het profijt van een dergelijk onderzoek zeer twijfel achtig. Hij meent, dat het toch wel dienstig zou zijn geweest, als in die commissievergadering een deskundige zou zijn geweest om uit te leggen, wat deze ook aan de wethouder heeft uitgelegd. Dan had men^misschien tot een betere oordeelvorming kunnen komen dan nu het geval is. Om deze redenen heeft hij dus tegengestemd. De heer HELSLOOT heeft een vraag aan de betreffende wethouder, en wel, wat deze verstaat onder hetgeen vermeld wordt onder "verdieping en verbreding van het sociaal onderzoek". De heer VAN KAAM zegt, dat er over deze materie al heel wat tedoen is geweest. Er is naar zijn mening, in november 1970 een verzoek binnenge komen voor een onderzoek in de wijk Zeekant/lort en daarvoor heeft de Raad, naar hij meent in januari 1971? een krediet beschikbaar gesteld van 3.200. Dat verzoek was gedaan door een werkgroep* uit de wijk Zeekant/Portdie op het oog hadden on te gaan onderzoeken, de mogelijk heden die er in die wijk waren en dan voornamelijk ten aanzien van moge lijkheden voor vergaderingen en al wat dies neer zij. Men kan dus kortweg zeggen, dat het zich voornamelijk afspeelde rondom het gebouw op het LourdespieinDat was dus een zaak die was aangekaart door die werk groep uit de wijk Zeekant/Fort en die bij haar werk begeleid zou_worden door enkele studenten, enkele stagiairs van de Hogeschool in Tilburg. Het betrof een tweetal studenten en het geheel zou een bedrag vergen van 3200-waarvoor de Raad toen een krediet beschikbaar stelde. Kort achtereen zijn er toen enkele zaken geweest, die inderdaad nu niet direct verhelderend hebben gewerkt. Hij wil hierbij wijzen op de totstand- koning van een werkgroep in de wijk 'Bergen-Oost en die van een werkgroep uit de Stedelijke Raad voor Maatschappelijk Opbouwwerk. Toendeze laatste tot stand was gekomen en gedeeltelijk ook bij de totstandkoming van de werkgroep Bergen-Oost, was het Provinciaal Opbouwwerk hierbij betrokken» Hij behoeft slechts te wijzen op de discussies die hieromtrent in de Raad zijn gevoerd in de vergadering van september 1971? &e heer Franken zal zich dat nog wel kunnen herinneren. Dit alles heeft beslist niet verhelderend gewerkt. Hij kan nog steeds beamen hetgeen'hij toen tot de heer Franken heeft ge zegd. Ook het bedrag van die 3.200»- is tot op heden nog nooit uitbe taald geworden. Nadien heeft het Provinciaal Opbouworgaan zich ook be zig gehouden met het onderzoek irat gepleegd zou worden in de wijk Zee kant/Fort. Het Opbouworgaan is daarbij intermediair opgetreden en heeft de suggestie gedaan, mede als gevolg van de totstandkoming van de werk groep Bergen-Oost en de werkgroep uit de Stedelijke Raad voor Maatschap pelijk Opbouwwerk, dat het misschien wenselijk en ook nuttig zou kunnen zijn, wanneer het onderzoek, wat gepleegd zou worden in de wijk Zeekant/ Fort, zich wat dieper zou voortzetten. Zich dus niet alleen zou bepalen tot bepaalde accommodaties die daar in die wijk zouden zijn, naar zich ook zou uitstrekken buiten die wijk, dus op een wat breder terrein zou konen. De mogelijkheid zou namelijk niet uitgesloten zijn, dat de resul taten die uit dat onderzoek naar voren zouden komen, mogelijk ook dienst baar zouden kunnen zijn voor'andere activiteiten, die het Provinciaal Opbouworgaanop het oog had.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1972 | | pagina 248