De heer BERGER zou hierover ook graag iets willen zeggen, H^aeent, dat met de nieuwe structuur van het ABG een andere weg werd ingeslagen dan in het verleden. Hij meent, dat men er "bewust naar heeft gestreefd, om er in de naaste toekomst toe te konen, on het ABG los te koppelen van vertegenwoordigers van burgers-raadsleden. Men zouimmers eenver menging van "belangen gaan krijgen, die naar zijn smaak niet gezond is» Een gevolg hiervan is, dat de burger-raadsleden automatisch afvloeien en men dus de gelegenheid krijgt om de "burgerij, die voor deze werkzaam heden geïnteresseerd is, te animeren. De heer de Jaeger heeft gesproken over'een verbreking van een zeker evenwicht. Spreker kan dat niet zo zien. Mevrouw Rikken was een "burgeres-vertegenwoordigster. Zij heeft dan misschien wel geen volledige academische opleiding gehad, Ei&u,r tot en net haar candidaats heeft zij inderdaad toch wel een academische opleiding genoten. Hij kan dan ook echt geen verbreking van dat even wicht zien, als nu een academisch gevormde zou worden benoemd. Hij zou nog willen zeggen dat, hoe meer de burgerij bij deze algemene zaak als het ABG betrokken is, hij dit veel gunstiger vindt als wanneer men een ver menging van functies zou krijgen van raadslid, tevens regent van het ABG. Hij zou dus de aanbeveling, die het College van Regenten heeft ge daan, willen volgen» Hierop schorst de VOORZITTER de openbare vergadering en gaat over tot een besloten vergadering. Na heropening van de openbare vergadering geeft de VOORZITTER het woord in tweede termijn aan de heer DE JAEGER die zegt verwonderd te zijn, dat de heer Helsloot om een besloten zitting heeft gevraagd» Gezien het besprokene in deze besloten zitting is hij hierin nog_gesterktNog meer verwonderd is hij echter- over het feit, dat D '66 altijd zo de openbaar heid voorstaat. Nu openheid voor spreker haast een levenskwestie Is ge worden, kan hij helemaal niet begrijpen dat de heer Helsloot nu een be sloten zitting vroeg. Als men de verslagen van de vergaderingen van^ D 166 leest, is men steeds propaganda aan het voeren voor openbaarheid en nu is dat principe opeens zoek. Hij zou de heer Helsloot dan ook willen vragen om hem eens te willen bewijzen, waar nu in dit gevo,l de openbaarheid blijft. De heer HELSLOOT heeft"in dit stadium geen enkele behoefte om op deze zaak verder in te gaan. Hij zou de heer de Jaeger nu wel 10 keer kunnen gaan vertellen hoe zijn standpunt is, maar deze heer zou daarop dan voor de elfde keer toch wel weer terugkomen. Vandaar dit standpunt, De heer NIJPELS had niet de bedoeling over dit punt iets te zeggen, maar wil nu toch wel graag nog een opmerking maken. Hij heef t hedenmor gen een convocatie in de bus gevonden, waarin stond, en hij wil dit letterlijk voorlezen? 1. vaststelling van de notulen van de vergadering van 5 mei 1972. 2. installatie van de heer A.Ch.BI.Gimbrère. Hij zou dan willen zeggen dat de Gemeenteraad nog moet gaan benoemen, terwijl het College van Regenten van het ABG- al gaat installeren» Hij wil dan zeggen, ais Raadslid geen kwajongen te zijn en dit nadrukke lijk te willen verklaren. Hij zegt tevens de candidatuur, die de heer de Jaeger heeft gesteld, namelijk van de heer Broos, te ondersteunen. De VOORZITTER brengt dan dit voorstel in stemming. Hij benoemt tot leden van de commissie tot stemopneming de 5 heren Franken en wijst de heer A.J.Franken als voorzitter aan» Uit de stemming blijkt volgens de heer A.J.FRANKEN, dat zijn uitgebracht op de heer P.J,Broos 15 stemmen, op de heer A.Ch.H.Gimbrère 7 stem men, terwijl 1 ongeldige stem werd uitgebracht. De VOORZITTER constateert, dat benoemd is tot lid van het College van Regenten van de instelling "Het Algeneen Burger Gasthuis" de heer P.J.Broos.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1972 | | pagina 244