Deze heer vroeg ook on een hearing. Hier heeft nen zich in de commissie
eigenlijk niet over uitgesproken. De milieunota-behandeling in de com
missie was aangekondigd in de kranten. Er was toen echter niemand op de
publieke tribune en zij meende zich toen te moeten afvragen, of er nu
wel zoveel belangstelling voor dit probleem was. Zij wil nu echter ver
klaren, dat zij geen bezwaar tegen een hearing heeft.
De VOORZITTER meent te kunnen vaststellens
ten eerste; dat niemand van de Raadsleden de formele bezwaren om de
heer Vroon te'horen bij dit debat, afwijst. Daar is toch geen speld tus
sen te krijgen.
ten tweedes bij meerderen een bepaalde ontevredenheid net de gang van
zaken beluisterd te hebben, omdat er nu toch een wezenlijk element aan
het debat gaat ontbreken. Hij meent al eerder te hebben opgemerkt, dat
de commissie dan naar een uitvoeriger verslag had moeten indienen, want
dan was het standpunt verwoord geweest.
ten derde; dat het College in het algemeen en de betrokken wethouder
in het bijzonder, er helemaal geen moeite mee hebben om het voorstel
terug te verwijzen naar de betreffende commissie en opnieuw een advies
van die commissie af te wachten. Men zij dan echter wel gewaarschuwd,
en men weet dus wat te doen staat, om ook die leden van de commissie,
die bepaalde punten naar voren willen brengen, in het verslag aan het
woord te laten, zodat de andere Raadsleden weten wat er aan de hand is
en daarmede dan rekening kunnen houden bij het bepalen van hun stand
punt, Het gaat er het College en hen als voorzitter dus niet om, om de
mening vo,n de heer Vroom onder tafel te houden, maar hij meent, dat het
gewoon op deze manier niet kan. Hij heeft er dus geen bezwaar tegen,
als de commissie het nog eens een keertje overdoet.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten, dit voorstel terug te ver
wijzen naar de commissie voor ruimtelijke ordening.
5. Voorstel tot het verlenen van eervol ontslag aan en ket_benoemen
van een regent voor de instelling "'Hel Algemeen Burger ^Gasthuis".
^Verzameling Ï9?2, nr. RÖ/ÏÖSJ.
De VOORZITTER zegt, dat er een aanbeveling is opgemaakt. Er wordt dus
gevraagd om aan mevrouw A.M.C.Rikken-Verheyen eervol ontslag te ver
lenen en een benoeming te doen in de opvolging. De aanbeveling is als
in het betreffend stuk is opgenomen. De Raad mag eventueel een ander
benoemen, omdat een aanbeveling niet bindend is.
De heer DE JAEGER zegt, dat hij bij het inzien van dit stuk zich werkelijk
de ogen eens heeft uitgewreven. Hij heeft bij zichzelf gedacht, dat we
nu toch eigenlijk weer terug gaan naar oude gewoonten, waarmede men toen
toch de grootste moeilijkheden heeft gehad. Er worden hier 2 academisch
gevormde mensen aanbevolen. Hij vraagt, waarom dit nu moet. De vacante
plaats werd tot nu toe door iemand bezet, die niet academisch gevormd
was. Hij vraagt, of deze het soms niet goed heeft gedaan. Het gaat er
hem om, dat het College van Regenten een zo breed mogelijke afspiege
ling van de bevolking moet zijn en is van mening, dat, als een der voor
gedragen candidaten zou worden benoemd, het evenwicht van het bestuur
verbroken zal worden. Hij wil uitdrukkelijk vaststellen, dat het hem per
soonlijk niet tegen deze mensen gaat. Alle mensen zijn hem even na. Het
gaat hem er om, welke groepen er worden vertegenwoordigd. Hij zou dan
ook 0,1s candidaat willen voorstellen de heer P.J.Broos.
De heer HELSLOOT zou dan ook wel met een formeel punt willen komen.
Er wordt hier nu een andere kandidaat voorgesteld en er worden aller
lei quasi-principes te ber'de gebracht. Hij zou daarover wel iets wil
len zeggen, maar hij gaat dan persoonlijke kwesties raken. Hij dacht, dat
ondanks het feit, dat hij zoals bekend, nogal voor openheid is, het voor
hen een beetje moeilijk is om, als hij daarover wil praten, dit in het
openbaar te doen. Hij weet niet wat de intentie van de voorzitter in de
ze is, maar zou toch wel graag iets hierover willen zeggen, alleen niet
in de openbare vergadering. Het zou dan een afzetten worden van Piet
tegenover Jan en hij wil dit niet in het openbaar doen.