Ir 11 If Bat is echter niet juist. Bit geldt voor de commissies Be mogelijkheid, om in de Raad een deskundige te horen, is wel aairfezig, als Bijvoorbeeld een planoloog op een structuurplan of iets dergelijks een toelichting geeft of bij een belangrijk architectonisch ontwerp. Onder deze noemer kan dit geval echter beslist niet worden geplaatst. Bat zou een verdraaiing van de feiten zijn. Ban is er nog de mogelijkheid die de gemeentewet biedt, dat de commis sie kan vragen om een van haar leden het standpunt van de commissie te doen toelichten in de Raad,' Bat lid zou dan niet persé een van de Raadsleden behoeven te zijn. Het zou best eens kunnen, dat een stand punt van de commissie het beste verwoord zou kunnen worden door een van de leden niet-raadsleden van de betreffende commissie. Ban kan deze commissie daartoe een verzoek doen. Onder geen van de 3 gevallen kan deze zaak echter worden begrepen en het College, en hij porsoonlijk als voorzitter ook, meent dan ook, dat er absoluut geen ruimte is om aan het verzoek van de heer Vroom te voldoen. Als de heer Helsloot zegt, dat het toch eigenlijk jammer is, is spreker dat eigenlijk wel met hem eens. Het zou natuurlijk veel prettiger zijn geweest, als de Raad een uitvoerigerstandpunt van de commissie zou hebben gehad, met alle vroors en tegens. Hij dacht, dat dit dan ook wel een les mocht zijn voor de toekomst, dat in commissies, die op een gegeven moment wat verdeeld zijn in een standpunt, en vooral dan in commissies met niet-raadsleden als- lid, om wat meer te doen dan alleen maar een heel kort advies te geven, maar inderdaad dus de mening van een commissie wat nader toe te lichten en van commentaar te voorzien. Ban kan de Raad van deze menings vorming wel kennis nemen. Bit is hier dus de verantwoordelijkheid van de betreffende commissie geweest. Be heer UIJPELS vindt het hier een oeverloos debat worden. Hij zou ook wel willen voorstellen, om dit stuk terug te verwijzen naar de betref fende commissie, Baarin zal men zich dan kunnen'beraden en eventueel met een nieuw voorstel aan de Raad kunnen komen. Hij weet niet wat daar dan precies zal gaan gebeuren, maar dat zal men dan wel zien. Be heer HELSLOOT zou in tweede termijn een paar opmerkingen willen maken Be heer Gorrissen heeft gezegd, dat deze problematiek zó ingewikkeld is dat hij zich niet kan voorstellen, wat de bijdrage van de heer Vroom daarin zou moeten zijn. Ondertussen zou spreker dan toch willen opmerken dat dit punt toch wel op de agenda staat en men geacht wordt om straks, te zeggens Hiep, hiep, hoera voor deze nota en ga je gang maar. Als deze materie dan zó ingewikkeld is en als er te weinig deskundigen zijn gehoord en als te Weinig kennis is genomen van bepaalde standpunten, wat dan toevallig, maar dat doet er in feite niets toe, minderheids standpunten waren, vindt hij het volmaakt in-opportuun om dit stuk van avond op de agenda te handhaven. Een ander punt is, dat hierop in de commissievergadering zelf al geattendeerd is. Baar werd gevraagd, om de behandeling van dit stuk uit te stellen. Om bepaalde formeel-tech nische redenen ging dat echter klaarblijkelijk niet. Om eerlijk te zijn moet sprekerechter wel zeggen, 'dat deze redenen hem niet erg duidelijk geworden zijn. Er wordt dus nu afgeweken van een- procedure die men de laatste tijd ge wend was. Op het moment, dat de cultuurnota in een openbare hearing besproken is, is ook niet gesteld, dat deze cultuurnota overcIO dagen op de agenda van de openbare raadsvergadering zou komen. Baar zat ook een termijn van 2 maanden tussen, waarin iedereen nog gelegenheid had om kennis té nemen van allerlei te berde gebrachte standpunten tijdens die hearing. Hij zou dan ook nog eens willen verzoeken om na te gaan, of het wat dat betreft, mogelijk is, dat in dit soort van in potentie con troversiële zaken, de betreffende secretarissen van de commissies niet volstaan niet het opnemen van een verslag, maar bepaalde minderheids standpunten wat meer uitgebreid en woor&elijker opnemen. Mevrouw VLUG zegt, dat de bezwaren van de heer Vroom in de commissie hoofdzakelijk betroffen het structuurplan, getoetst aan de milieu—nota. I, Hl i:

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1972 | | pagina 242