4. Spreker vraagt zich af, of belanghebbenden niet eens ora de tafel kunnen gaan zitten om deze zaak eens grondig te bespreken. Hij vindt het be paald een gemis, dat er in het Stadsblad geen politiek commentaar meer wordt geplaatst. Be VOORZITTER zegt, dat dit een vraag is aan de Raad en zou dus gaarne om commentaar hierop van de Raad willen vragen. Be heer GORRISSEN zegt, dat hij meende, dat de Raad de vorige keer al duidelijk had laten blijken hoe over deze zaak werd gedacht. Hij meent dat duidelijk was gesteld, dat dit een zaak was tussen het Stadsblad en haar medewerker. Juist door het feit, dat er de vorige keer over deze zaak niet is gediscussieerd, heeft de Raad willen laten weten, dat zij zich niet in deze kwestie rvilde mengen, dacht hij. Mevrouw VLUG vindt het ook een groot gemis, dat in het Stadsblad geen politiek commentaar meer staat opgenomen. Zij vindt nu aan het hele blad niets meer aan. Er zal wel een aanleiding tot dit besluit zijn ge weest. Zij vindt het echter een duidelijke kwestie tussen het Stadsblad en de heer Vroom, Be heer BROOS wil ook opmerken, het te betreuren, dat de betrokkene niet meer kan schrijven- Op het hoe en waarom wil hij hier niet ingaan. Be VOORZITTER zegt, dat het College zich op dit punt van een mening heeft onthouden, omdat dit in principe een kwestie is, die de Raad als zodanig niet aangaat. Het is iets anders, of het de Raadsleden iets aangaat. Hij vindt, dat het misschien toch wel wenselijk zou zijn, dat enkele Raadsleden en petit comité het hoofd eens zouden willen buigen over dit probleem. Hij is van mening dat, als de Raad een uit spraak zou doen in de ene of de andere richting, dit een inmenging van de overheid zou zijn in een pers-kwestie. Hij wil aan de Raadsleden overlaten ora eventueel en petit comité iets aan deze kwestie te willen doen» Bi"! zou een heel andere benadering zijn» Zonder hoofdelijke stemming worden de stukken a t/m p voor kennisgeving aangenomen. 3. Voorgesteld wordt te berichten conform concept-brief ops Schrijven' van het Genootschap tot Opvoeding te Bergen op Zoom dd. 4 april 1972 inzake vergoeding reiskosten leerkrachten. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 4. Nota inzake beheer en bescherming van het milieu dd. fe^ru^i_22Z?i Be VOORZITTER zegt, dat er een brief voorligt van de heer Vroom, een persoon, die vanavond al eerder is genoemd. Hij heeft al eens ergens gezegds "Bergen op Zoom houdt zijn "Vroom"". Beze brief is pas op 23 mei bij het gemeentebestuur binnengekomen en kon dus niet meer bij de gewone stukken vrorden gelegd. Hij hoopt echter, dat de Raadsleden deze brief nog hebben kunnen lenen. Be heer Vroom verzoekt in deze brief als volgts dat hij, als niet-raads- lid, zitting hebbende in de commissie ruimtelijke ordening, graag aan de debatten wil deelnemen, omdat hij een afwijkend standpunt heeft van de meerderheid van de commissie 5 dat het advies alleen maar positief is en daardoor zijn mening niet tot de Raad kan doordringen. Hij zou daarom graag als "deskundige" door de Raad worden gehoord in het debat over de milieu-nota. Spreker vindt dit een beetje ingewikkelde zaak en gelooft, dat er spra ke kan zijn van een misverstand. In het reglement op de commissies staat, dat de commissies dus niet de Raadeen deskundige kunnen horen en dat dit onder goedkeuring van de Raad moet geschieden, wanneer er kos ten aan verbonden zijn. Als dus het College, onder overlegging van een deskundig advies van de eigen deskundige adviseurs of van anderen, aan een commissie om advies vraagt, dan kan deze commissie ook een andere deskundige in de commissie-vergadering horen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1972 | | pagina 239