I HI 10 Een dergelijke houding vindt spreker dan niet juist, en ook helemaal niet zakelijk. Hij zou dan ook wel kunnen zeggen dat hij gelooft, dat we over 4 jaar nog geen Paradeplan zullen hebben. Maar daar wordt niets voor ge kocht. Pat houdt niets in. Hij wil dus weten of wel of niet. Pe heer LEYS, meent dat, na het lezen van de brief van het College aan de Raad, er toch wel iets aan de hand was, Hanielijk, dat het toch voor de gemeente op dit moment wel even moeilijker zou zijn om de financiering rond te krijgen voor het bouwrijp maken van bepaalde uitbreidingsplannen. Daarom zag men er kennelijk van af om dat zelf te gaan doen. Hij wil dat dan wel tot op zekere hoogte aanvaarden. Hij heeft alleen willen wijzen op het feit, dat het toch wel een essentieel verschil is, of men een bureau inschakelt, dat puur commercieel werkt, of een bureau dat op een andere manier zal werken, zoals ons woningbureau. Pat maakt bij hem toch wel een groot verschil, Paarnaast heeft de heer van Heyst, en mogelijk toch wel terecht, hij kan dat van zijn plaats af niet bekijken gezegd, dat men er wel rekening mee moet houden, dat deze projectontwikkelaars toch wel een behoorlijk bedrag zullen moeten gaan betalen in een nivellerings fonds, om daar straks andere kosten mee te kunnen dekken. Hij dacht er dan wel op te moeten wijzen en dat is ook in de commissies zo besproken en het is ook verschillende malen in de Raad geweest, dat bij de eerste ontwikkelingen van het plan .Meilust zonneklaar bleek, dat van een stor ten in een nivelleringsfonds als zodanig niet zo veel uit zou komen. Althans, dat bleek bij een vluchtige eerste beschouwing wel overduidelijk- Hij kan zich dus wel voorstellen dat er een goed exploitabel plan uitge haald kan worden, zoals de wethouder stelde, maar dat zal op verschil lende manieren kunnen gebeuren. Het lijkt hem thans niet het moment, om daar uitgebreid over te gaan discussiëren. Pat lijkt hem in eerste instan tie meer een zaak voor de betreffende commissie. Hij vindt echter, dat dit altijd wel mogelijk zal zijn. Hij gelooft, dat men er rekening mee moet houden en wil daar dan ook op wijzen, dat, als men met zo'n ontwikkelings maatschappij in zee gaat, er een hele zakelijke kant os de hoek zal komen kijken, Tan die zijde zal dan ook zeker worden opgemerkt dat, als men be paalde eisen aan hen gaat stellen, het dan net niet zal gaan. Pe heer HERTEL zegt, dat de heer Hesterhof heeft opgemerkt, dat het plaatselijk bedrijfsleven aan de kant is gezet met deze 2 projecten. Pat is misschien wel het geval» Hij weet thans natuurlijk nog niet in hoeverre dit alsnog zal worden ingeschakeld. Behalve deze 2 plannen zijn er echter in Bergen op Zoom naar zijn mening in diverse plannen nog heel wat gaat jes die opgevuld zullen kunnen worden, In het bijzonder denkt hij daarbij dan aan het plan Warande, waar nog al wat terrein ligt waar heel wat woningen neergezet kunnen worden. Er zijn daarnaast echter ook nog wel andere plaatsen, waar nog genoeg mogelijkheden voor het plaatselijk be drijfsleven over zijn. Pe heer WE STEEHOE vindt deze redenering er een in de zin van;"Ze hebben wel geen kaas meer op het brood, maar zij hebben nog wel een boterham." Pe heer LEYS merkt op, dat de plaatselijke ondernemers wel iets meer mogen hebben dan de gaatjes opvullen. Pe heer HERTEL zegt, dat de heer Broos hem heeft aangevallen om het feit, dat spreker gelooft dat.men de bestuurlijke verantwoordelijkheid niet uit de weg gaat, maar op de voorgestelde wijze snéller zal kunnen werken. Pe heer Broos wilde van spreker nu de zekerheid hebben, dat zulks inder daad het geval zal zijn. Spreker wil dan zeggen, dat hij dit inderdaad ge looft, afgaande op hetgeen hij tot nu toe heeft gezien. Er zijn wel een heieboe1 mensen, die iets met zekerheid kunnen beweren, maar helaas kan hij dat altijd wat moeilijker en zeker in dit geval, omdat er zich omstan digheden kunnen voordoen waardoor die zekerheid niet opgebracht kan wor den. Als hij al te veel zekerheid ten toon gespreid zou hebben, had men misschien gevraagd; "Waar haalt hij de zekerheid vandaan." Pe hele tendens van het schrijven is dan ook een zeer voorzichtig opstellen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1972 | | pagina 220