16
De heer TAN HEYST zegt, dat het in wezen toch allemaal op hetzelfde neer
komt. Als de heer Hopmans vraagt waarvoor deze gelden bestemd zijn, moet
hy daarop antwoorden, dat deze gelden in de algemene pot verdwijnen. Dit
geld wordt nret genummerd, opdat dan later kan blijken waaraan het precies
is uitgegeven. Het zou bijvoorbeeld kunnen worden gebruikt om- de straten
schoon te vegen, voor de straatverlichting, voor het betalen van bijstand,
en misschien ook^we! om een architect tijdig -te kunnen betalen. Hij is het
met de^heen morrissen eens als die zegt dat de toestand van de begroting
oc eigenlijk viel aantoontdat dit een onontkoombare zaak is. De com
missie van financiën heeft het College eigenlijk tot een andere motive
ring van het voorstel geïnspireerd, naar hij en het College zijn er nog
steeds van overtuigd, dat toch eigenlijk het verzamelde cijfermateriaal
van^ce egroting de vingerwijzing was, dat er maatregelen genomen noesten
worden. De heer Helsloot heeft gezegd, dat het enige wat kan worden ge
daan islater te controleren of alle uitgaven nuttig besteed zijn.
Spreker dacht, dat daar het begrotingsonderzoek toe diende en dat dus
daarover bij de debatten het nodige gezegd zal kunnen worden. Hij dacht
a .i een normale zaak was. Over alle uitgaven zal gediscussieerd
•runnen worden. Reeds bij de afdelingsonderzoeken had men ter zake vragen
tunnen^stellen. Hy^is tenslotte van mening, dat men toch'eigenlijk blij
moet zijn, dat het in Bergen op Zoom nog hij beperkte maatregelen kan blij
ven. Niet zo ver hiervandaan is er een gemeente, die een rioolafvoerrecht
heft met een opbrengst van 350.000.-, en dit bedrag zal dit jaar worden
verdubbeld. Hij zou dan willen zeg-gen, dat de burgers in Bergen op Zoom
met hun beurs nog niet zo slecht zitten.
De heer HELSLOOT: zou nog op £ën opmerking van de heer van Heyst willen
ingaan, waarmee spreker het in het geheel niet eens is. De heer van Heyst
s el de namelijk, dat de begroting aantoonde, dat deze verhoging een on-
ontkoombare zaak is. Dit vindt hij niet waar.
De heer TAN HEYST zegt, dat de heer Gorrissen dat heeft gezegd en dat hij
dit eigenlijk toch wel be-amen kan. J
De heer HELSLOOT moet dan stellen het niet net de opmerking van de heer
(torrissen eens te zijn en ook niet met de be-aming van de wethouder.
egroting toont dit feit namelijk helemaal niet aan. Het feit dat de
teS°4nfaOTU1Tr-nd-iiS'n±etS' 1)16 begroting is naar zijn mening s lui-
nc. gemaakt. Hij wil niet neer twisten over de noodzakelijkheid van een
verhoging, zoals hier is voorgesteld. Maar als deze verhoging nu niet
een war miljoen, naar één *n een kwart miljoen had bedragen, was de
oegroting ook wel sluitend geweest ,en had men op grond van dit argument
ook kunnen stellen, "Zie maar, de begroting is sluitend, dus een verhoging
van een en een tarart miljoen is noodzakelijk." Het feit Lsdat de begg
ing sluitend is wil naar zijn mening absoluut niet zeggen, dat deze ver
hoging nodig is. In de commissie van financiën was men het over het ïnLe
argument voor deze verhoging eens nartel i-ik he+ fe-ï-f i b
in-imi -ïa So+ 1 1 OT-OT eens, namelijk he u feit, dat men er van over-
ooifr* ta \e behoeften aan geld, die deze gemeente heeft, verreweg de
tabeldelen 0Yerschmijdt. Daarom is iedere reëele verhoging accep-
ookhairin°df f dat Zijn Vraag' Waar deze ^elden precies blijven,
del n fractievergadering heeft gesteld. Het antwoord van de wethou-
C+eze T:raa^ was toen, dat de gelden in hoofdzaak zouden worden
gebruikt voor de realisering van plannen bij sanering en stadsherstel. Dit
wel een ander geluxd dan wat de wethouder thans laat horen.
De heer GORRISSEN zou nog even iets willen zeggen in antwoord op datgene
her pp, I66" helsloot zeS"t. Deze verkondigt namelijk naar de mening van spre-
De pra£tikPltr? k*n hie* verschillend over denken. P
heelt namelijk overduidelijk, dat de'gemeente dit bedrag nodig
De heer HELSLOOT zegt, dat een sluitende begroting per definitie theorie is.