7 De heer GORRISSHH vindt het het "belangrijkste dat de duidelijkheid van deze avond isdat er naar alle waarschijnlijkheid geen twijfel-meer "behoeft te bestaan over de vaste wil, dat de kerk hersteld zal worden. Hij meent uit het betoog van de voorzitter te kunnen beluisteren, dat diens gedachten mede gesteund worden, door de ervaring uit zijn vroegere functie, waarbij er geen twijfel aan zal bestaan, dat het Rijk deze zaak zal oplossen. Hij gelooft wel dat, als dit onverhoopt niet mocht ge beuren, wij toch wel voor een grote moeilijkheid zouden komen te staan. Dit ontstond toch ook in 1747, omdat men toen ook provisorisch moest herstellen. Hij is blij met de toezegging en het duidelijk optimisme van de voorzitter en wat hem betreft wil hij alles doen om het College te steunen, om de Gertrudiskerk in zijn oude glorie of nog mooier weer te doen herrijzen. Don spreekt hij ook naaens zijn gehele fractie. De heer A.J,FRANKEN wil zich gaarne bij de woorden van de heer Gorris- sen aansluiten. De heer BROOS vond het een waar genoegen, het konsekwente standpunt van de voorzitter te mogen vernemen. Rij zou het fijn vinden dat, nu we een sporthal hebben gehad waarbij de burgerij zich ook van een goede kant liet zien, deze burgerij zich ook nu van een goede kant zou laten zien en het College en het gemeentebestuur een hart onder de riem zou wil len steken, door hieraan ook een bepaalde bijdrage te leveren door een of andere actie. De heer RIKKEN. zou willen vragen, of er geen landelijke loterij uitge schreven zou kunnen worden. Daarmee zou tevens misschien CRM wat op geprikt kunnen worden, dat die wat vlugger en beter over de 'brug zou komen De VOORZITTER zou diegenen, die een volledig vertrouwen in het College hebben uitgesproken, graag bedanken. Zij spraken ook hun wil tot samen werking uit om gezamenlijk deze ramp te overkomen. Wat het concrete idee van een inzameling betreft zou hij, niet namens het College sprekend maar voor zichzelf, willen zeggen dat, gezien de situatie waarbij de gemeente voor de restauratie maar 57° zelf behoeft bij te dragen, de wil tot samenwerking in de gemeente hem liever is dan een bijdrage in financiële zin. Dit, omdat dat toch in ieder geval ook maar een drup pel op een gloeiende plaat' zou zijn. Hij weet dan wel dat een kleine financiële bijdrage de uitdrukking kan zijn van een gevoelen. Het gevoelen is hem in dit opzicht dan liever als deze druppel op de gloeiende plaat. Wanneer deze ramp met de Gertrudiskerk niet zal leiden tot tweespalt in de gemeente, wat hij ook niet verwacht gezien deze vergadering, maar tot een hechtere samenwerking wanneer er werkelijk eens iets ernstigs gebeurd, dacht hij, dat men daar toch erg dankbaar voor moet zijn. Hij zou dus de Raad en over hun hoofden heen de gehele burgerij willen oproepen, om de handen in elkaar te slaan om de problemen waarmee men te maken heeft, gezamenlijk te overwinnen. Vandaag, aldus spreker, hebben we de hand aan de. muur zien schrijven en hij meende, wat hij in het geïmproviseerd gebed heeft gezegd, dat we ons gelukkig moeten prijzen, dat we niet harder zijn aangepakt. Tegelijkertijd moeten we dan niet uit het oog verliezen, dat er nog erger dingen in de wereld van vandaag zijn, voor de mensheid in het algemeen en voor vele mensen in het bijzonder. Het is niet zijn bedoeling om deze ramp te kleineren. Integendeel'. Maar hij wil die wel graag in het juiste perspectief plaatsen. .Wij hebben ons met deze zaak te "fceaoeien en we moeten dat doen in het besef van de taak die we hier hebben.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1972 | | pagina 203