i:
4
iien andere vraag is nog, of hei huidige gedeelte ?/at nu nog is hlijven
staan, niet door instorting verder wordt "bedreigd.
Als Raad wil hij de voorzitter tenslotte nog toezeggen, dat al het
mogelijke zal moeten worden gedaan om te helpen, en dat hij volkomen
staat achter het denkbeeld van de voorzitter, om zo spoedig mogelijk
het herstel ter hand te nemen, en in geen geval tot afbraak over te
gaan
De heer AJ.FRANKEN zegt, dat men met verbijstering vanmorgen het be
richt vernam van de ramp die Bergen op Zoom trof.
Het historische monument, de Sint Gertrudiskerk stond in brand,
met ontzetting heeft hij moeten constateren, dat de kerk geheel is
uitgebrand en mogelijk voor goed voor onze stad verloren is.
Hij meent dat het juist is, dat het bestuur van deze gemeente, College
en Raad, thans tezamen zijn om deze ramp direct te bespreken.
Ar kwamen vele vragen op, terwijl we ons ook moeten afvragen:Wat nu?.
Hij heeft begrepen, dat de vermoedelijke oorzaak van de brand nog niet
bekend is. Hij heeft ook begrepen, dat er nog weinig concreets te
zeggen valt.
Toch zou hij een enkele vraag willen stellen en wel, of de gemeente
verzekerd was tegen brandschade. Terder, of de maatschappij die de
restauratie—werkzaamheden in de kerk uitvoerde was verzekerd.
Hij bedoelt hier dan niet tegen brandschade, maar tegen wettelijke aan
sprakelijkheid, Hij vraagt zich af, hoe dan ook, wat de financiële
stroppen voor de gemeente dreigen te worden.
Tanzelfsprekend is de strop van het verlies van het gebouw voor hem
nog veel en veel erger.
Hij beseft, dat het misschien te vroeg is om nu reeds te vragen of de
kerk opnieuw opgebouwd kan worden, zij het in gerestaureerde vorm.
Hij heeft het als vanzelfsprekend aangenomen, dat het College dit nader
zal onderzoeken. Het verheugt hem daarom, dat hij van de voorzitter
mocht vernemen, dat het College dit daadwerkelijk gaat nastreven.
Tot slot nog dit; Deze ramp doet hem angstig worden voor een herhaling.
Met klem zou hij dan ook het College willen vragen, met name voor het
liarkiezenhof en voor de Gevangenpoort, de brandvoorschriften toch
aanmerkelijk te verscherpen.
De heer HELSLOOT meent, dat er door de voorzitter en door de beide
vorige sprekers al voldoende volzinnen uitgesproken zijn. Hij heeft
daar dus verder weinig behoefte aan op dit moment.
Namens zijn fractie zou hij willen volstaan om te zeggen, dat hij er
vertrouwen in heeft, dat deze kwestie in eendrachtige samenwerking
zal worden opgelost. Hij heeft dus op dit moment geen verdere vragen.
De heer BROOS vindt het natuurlijk logisch, dat de Raad bijeenkomt op
zo'n dag als vandaag, al was het maar uit emotioneliteit
Hij zou echter graag willen voorstellen, om nu een respijt te nemen van
ongeveer 3 maanden. Het College kan dan alle mogelijkheden onderzoeken
en de Raad dan op de hoogte stellen.
Hij dacht niet dat er vanavond iets concreets zou kunnen gebeuren.
Hij vindt het wel fijn om ergens als vrij jong Raadslid waar te mogen
maken, dat mien deel uitmaakt van een groep" mensen, die met de gehele
stad meeleeft.
Misschien ligt het aan zijn jeugdigheid, maar hij dacht niet dat het
veel zin heeft om vanavond nu erg lang over deze kwestie te praten.
Hij heeft met bewondering de brandweer en alle anderen gadegeslagen.
Dat vond hij; geweldig.
Hij dacht dat het nu het beste was, om alle mogelijke deskundigheid
te gaan inschakelen en hierover dan aan de Raad te rapporteren.
Over een poosje zal men dan weer bij elkaar kunnen komen en kan er
waarschijnlijk meer zinnigs worden gezegd,
i
fc