De heer ARHOYS zegt, dat die bereidheid wel niet in het' antwoord, staat, maar in werkelijkheid volledig aanwezig is. Uit de praktijk hlijkt echter, dat tot nu toe nog maar één herdershond niet direct is afgemaakt, omdat men dacht dat die gezond was. en men het zonde vond om hem af te maken. Een week later moest het echter toch gebeuren, omdat bleek, dat het beest dermate vals was dat het nergens te houden was. Als er dus een gezond dier komt, of als de dierenarts denkt dat het een gezond dier betreft, waar de mensen zo maar zonder meer van af willen, dan is duide lijk de bereidheid om contact met het dierenasyl op te nemen aanwezig. De heer HELSLOOT zou in 2e termijn nog wel iets verder willen gaan. Het is een algemeen bekend feit dat, naarmate de vacanties naderen, of de modekleur bij de dames wijzigt zich en het hondje past niet meer by de kleur van de kleding van mevrouw, een aantal mensen er toe overhelt,om die reden hun beest maar weg te doen. De een bindt hem dan vast in een bos, de ander geeft hem aan de buurman en een derde brengt hem naar het asyl. Het gaat er hier dus niet om of men bereid is, maar of men maat regelen wil nemen om te voorkomen dat een gezond dier zo maar "rück— sichtlos" wordt afgemaakt. Een halve dag of een dag uitstel zou naar zijn idee ook niet zo veel konsekwenties hebben. De heer ARHOYS is het in deze volkomen met de heer Helsloot eens. On langs heeft er over zo'n geval in de krant een bericht gestaan dat iemand, hier in de omgeving, zijn hondje in het hos had vastgebonden. Hij meent echter, dat deze categorie mensen beslist niet naar het slacht huis komt om zijn beest te laten afmaken. Dit slag mensen doet dat dan nog liever zelf achter in de tuin. Als er echter zulke gevallen zijn, is er de bereidheid om contact op te nemen met het asyl, Gemeentelyke^dienst^voor sociale zaken. De heer WESTERHOE' wil over vraag 17 zeggen, dat er hier in het antwoard wordt gesteld, dat het College het daar genoemde bedrag wel voldoende acht. Hij moet echter vaststellen, dat er in het genoemde hedrag van 6.250.- al een bedrs„g van 5.000.- is genoemd voor het buiten-verf- werk. Men moet dan toch vaststellen, dat er voor het binnenwerk maar bitter weinig overblijft. Hij is van mening, dat de gemeente weinig doet aan panden die maar in huur zijn, in vergelijking met de panden die eigen dom zijn. Deze dienst zat in de Lievevrouwe straat toch ook al allerbe droevendst. Hu is dat gelukkig wat heter. Met name de ruimten, waar de diverse ambtenaren moeten werken zien er echter schamel, en in sommige gevallen bepaald armoedig uit. Er zijn kamers bij waar misschien al in geen 10 jaar een ander behangetje op is gekomen. De vetvlekken van de vorige generaties zitten er nog op. Er kan dus blijkbaar nog geen behange tje af. Hij kan dan ook niet aan de indruk ontkomen, dat deze dienst er, wat de huisvesting betreft, vaak als een stiefkind afkomt. De heer YAH KAAM is vanzelfsprekend blij met de opmerking van de heer Westerhof. Hij kan hem echter in zoverre daarin geruststellen, dat er naast dit bedrag nog een bedrag is dat reeds is goedgekeurd, voor het veranderen van de voormalige keuken in het gebouw. Hij hoopt nu verder maar dat men heel spoedig zal kunnen beginnen met de sloop van de kerk. Dan zal het noodzakelijk zijn dat er verdere veranderingen gaan plaats vinden. Ook de aanstelling van een adjunct-directeur zal de nodige aan passingen vragen, evenals de uitbreiding van het personeel. Hij is dan ook van mening, dat er gedurende het jaar 1972 nog wel verdere voor stellen voor verbetering van dit pand aan de Raad zullen worden gedaan. De heer WESTERHOE hoopt, dat er dan ook nog een paar rolletjes behang af zullen kunnen. Electriciteitsbedrijf Over vraag 21 wil de heer YERHOEVEH opmerken, het nog altijd een kleine onbillijkheid te blijven vinden, dat de bedrijven voor de eerste 5 kw-be- lasting j 25.- per maand moeten betalen. De particulieren, die op het IR'!

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1972 | | pagina 192