to
De heer Helsloot heeft gezegd, dat de commissie van financiën moet
afgaan op de duidelijke zakelijke argumenten, vanuit andere commissies
gesteld. Ook daarmee kan spreker het volkomen eens zijn.
De heer Hesterhof' vraagt, of de commissie van financiën soms even mag
nadenken om mogelijkheden tot uitgaven en prioriteiten vast te stellen.
Ook dat mag van spreker natuurlijk. Als de commissie van financiën dat
niet zou doen, zou dat deze commissie zeer kwalijk worden genomen.
Spreker heeft in eerste termijn gezegd het een zeer vreemde zaak te
zullen vinden, indien de leden van de commissie van financiën de ad
viezen van andere commissies zonder meer naast zich zouden neerleggen.
De heer HELSLOOT interrumpeert hier en zegt s "tenzij de zakelijke argu
mentatie ontbreektEn zo heeft hij het ook gesteld.
De heer ARÏÏOYS vindt, dat hier een principieel punt wordt geraakt,
ills de heer Helsloot meent, dat de andere commissies geen duidelijke
argumenten zouden hebhen bij hun besluitneming, dan is dat een bewijs
van onvermogen van die commissies, behalve dan natuurlijk van de finan
ciële commissie. Hij wil daar toch wel sterk tegen protesteren.
De heer HELSLOOT zegt, dat de wethouder moet protesteren tegen dingen
die gezegd zijn en niet tegen dingen die niet gezegd zijn. Het gaat hier
over het feit, dat de commissie van financiën in staat moet zijn om op
zakelijke argumenten te kunnen beoordelen, of voorstellen reëel finan
cieel haalbaar zijn en of de prioriteiten, die gesteld zijn, correct zijn
Dat sluit dus niet uit dat de commissie van financiën op ieder ogen
blik moet kunnen beslissen, of een voorstel met duidelijke redenen is
gemotiveerd. Als dat niet is gebeurd, moet de commissie van financiën
dit voorstel naast zich neerleggen, e.g. het terugsturen.
De heer ARHOYS zegt, dat deze duidelijke zakelijke redenen dan niet lig
gen hij de betreffende commissie en hij wil de heer Helsloot er wel op
wijzen, dat elk voorstel, ook aan de commissie van financiën, van B.& W,
komt. Dan zal het dus ook naar B.& moeten worden teruggespeeld.
De heer G-orrissen is nog terug gekomen op de woorden; "wijwater dragen".
Dit tot spijt van spreker. Het was bedoeld als een grapje. Indien soms
een van de Raadsleden zich in zijn godsdienstige gevoelens door dit
grapje gekewtst zou voelen, zou hij graag bij voorbaat daarvoor zijn
excuses willen aanbieden.
De heer m.J.Franken heeft nog gezegd geen antwoord te hebhen gehad op
zijn vraag^ over de woningverdeling. Hij meent echter te hebhen gezegd,
dat dat niet meer te achterhalen is. Bij de woningverdeling maakt men
nooit anders mee dan dringende gevallen. De vraag is vele malen groter
dan het aanbod.
De heer Helsloot heeft gesteld, dat hij op het kennisbeleid van spreker
geen aanmerkingen heeft. -Waarschijnlijk heeft deze heer hier bedoeld,
dat hij op het beleid in kermis zaken geen moeilijkheden ziet. Het zou
echter ook anders bedoeld kunnen zijn als woordspeling.
Zo was ook het water van goede kwaliteit van de heer Helsloot waar
schijnlijk als een grapje bedoeld. Als deze jus d'orange drinkt tijdens
de vergadering en spreker prefereert apollinariszal niemand daar
toch wat achter kunnen zoeken.
Wat de haven betreft, is de heer Helsloot teruggekomen op de agenda
punten, die niets te maken hadden met de haven als zodanig. Hij kwam
ook terug op een gestelde vraag, waarop hij geen antwoord zou hebben
gehad, inzake de breedte van de sluis. Ook over de bredere basis van
de havencommissie. Spreker meent gezegd te hebben, dat de leden van de
havencommissie door de Raad v/orden benoemd. Indien uit de Raad een
voorstel aan B.& komt om de commissie uit te breiden, zou dit voor
stel op zijn merites kunnen worden onderzocht. Hij dacht niet, dat dit
hij de algemene beschouwingen thuishoorde. Op de vraag over de uitbrei
ding van de haven door de heer Helsloot heeft spreker in 1e termijn
geantwoord: "Het College meent in de prioriteitenlijst van de aan de Raad
m te dienen voorstellen, de plannen tot uitbreiding van de loswal en