50 Verschillende raadsleden hehben nog gesproken over de commissie- van financiën. Zij hadden zich nog al gestoord aan ae uitspraak van collega iirnoysOok spreker zou willen zeggen, dat ook over advieoën die in een andere commissie zijn uitgebracht, de commissie van financiën haar eigen licht mag laten schijnen. Deze •ommissie zal zich bij uitstek het oeste beeld kunnen vormen van de financiële mogelijkheden van de gemeen te, en of er voor bepaalde uitgaven nog dekkingsmiddelen zijn. Deze commissie zal ook de urgentie van bepaalde zaken het beste tegen el kaar kunnen afwegen. Men moet de commissie van financiën dus niet als een supercommissie zien, naar toch wel haar bepaalde rol in het gehele bestel gunnen. Het geld spéélt in de gemeentelijke huishouding toch een zeer belangrijke rol. Vandaar toch ook deze begrotingsdebatten. Het drugprobleem is door velen aangeroerd. Hij zou de heer Gorrissen willen zeggen, dat hij de naam van ïïeyst indit verhand, zij het dan voorzichtig, wel mag gebruiken. Hij heeft n.l. de heer van Kaam beloofd, om met hem samen de vergadering van wethoudersvan sociale zaken van Noord-Brabant bij te wonen, om die besprekingen, die aanstaande zijn, te kunnen volgen en om samen mogelijk daaruit ook conclusies te trekken in verband met dit probleem. De heer Franken' schijnt, ondanks de toelichtingen in onigo commissies^ nog altijd kiespijn te hebhen vanwege de grondverkoop voor woningwet woningen aan de bouwvereniging. Hij meent, in de commissies toegelicht te hebhen, dat dat een verlies is ten opzichte van onze huidige ex- ploitatieopzetDeze exploitatieopzetten hadden als doel, tot een uniforme eenheidsprijs te kunnen komen. Gezien in dat streven kon deze grond niet die prijs halen, die uit die berekening naar voren kwam» Als we echter andere calculaties maken, komt dat verlies wel in een ander daglicht te staan. Hij heeft dat in de commissies al voldoende toegelicht en zal het dus nu niet verder concretiseren. Overigens is dat allemaal niets nieuws en hoeft daar naar zijn mening niet iedere keer de naam van de bouwvereniging bijgehaald te worden. Ook vroeger, toen de gemeente nog zelf bouwde, kon vaak de gecalculeerde grondprijs niet wordén gehaald voor de woningwetbouw. De heer A.J.Franken had het ook nog over de gronden voor Rancteg-Oost en heeft gewaarschuwd, dat hij daar nog wel op terug zal komen in de commissie van financiën. Dat zullen we dan maar tegemoet zien, ztelt spreker. Hij hoopt echter, dat de heer Franken niet de mening is toe gedaan, dat tegen die tijd al de gehele zaken met het Rijk geregeld zullen zijn. Spreker heeft al gezegd, dat Rijkswaterstaat daarhij betrok ken is en dat die niet zo vlot werken. Dat wordt terdege gevoeld bij de verwerking van de declaraties voor Randweg Oost en ook bij de pers leiding. Hij vil ook nog wel even terugkomen op het pand hoek Bla uwe handstraat Engelsestraat;. Dit zit hem toch eigenlijk wel wat dwars. Dat monument, zoals men weet. Hij kan de Raad verzekeren, dat hij met de instantie, die destijds daarover te beslissen had, tot een accoord was gekomen, en het pand kon kopen voor een bepaald bedrag. Helemaal niet duur. Een architect echter, nog al actief in de monumenten, menende een vlieg te moeten afvangen, kocht het aan voor 4 maal dat bedrag. Intussen zal men dan tot de conclusie zijn gekomen, dat we er geen kant meer mee uit kunnen. Dan hoort men vaak van enthousiaste renovatie plannen, maar de uitvoering is wel vaak mis. De heer Franken verder antwoordende, moet hij zeggen inderdaad voorhij te zijn gegaan aan diens vroorden: "knappe filosofie", Daarvoor dan in ieder geval nog zijn dank. Als deze dan echter opmerkte, dat er toch wel naar een bepaald doel getheoretiseerd is, sloeg dat +och wel weer een beetje de pen op het hart. Daar komt volgens de heer Franken dan nog hij, dat we in 1970 zoveel overschot hadden en er nog wat extra inkomsten waren. Doorcijferend kwam hij toen op een ruimte van 1 miljoen. Daar was het College niet blind voor. Toen dan ook de begroting 1972 werd gemaaktwerd daar rekening mee gehouden. We hadden dat bedrag meteen nodig. Gaarne enige toelichting;

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1972 | | pagina 167