14
zake 1 ijkerwijs dan maar hoogbouw moet plegen. liet zou toch ook kunnen
zijn dat men zou moeten gaan denken aan gemeentegrens-wijzigingen, zon
der dat hij dan direct het woord van de heer Hijpels van vorig jaar,
n.l, annexatie zou willen overnemen.
Categorie 4? de beantwoording van niet gestelde vragen, hield in een
volledige dsgradatie van plan Parade I en een verdediging van Parade
II. Hij heeft, en wil dat niet onder stoelen of banken steken, grote
bewondering voor de vakman sociaal-geograaf Hartel. Deze heeft gister
avond een resumé gegeven van ziju idee omtrent Parade II. En hoewel
voor sommigen mogelijk Interessant, is het in het kader van deze begro
tingsdebatten volkomen Irrelevant. Spreker is op de eerste plaats ge
ïnteresseerd in de verantwoording van de wethouder als bestuurder,
zijnde een onderdeel van het bestuurs-collegePas daarna, maar dat is
aan het eerste volkomen ondergeschikt, is hij geïnteresseerd in diens
visie als vakman. Zijn visie als wethouder, als bestuurder, als onder
deel van het College van B.& heeft spreker gisteravond helaas ge
mist.
Tot slot sprekend over de kwestie in het College van B.& zou hij
willen zeggen, dat we gisteravond gestart zijn met 2 verklaringen van de
wethouders Hêirtel en van peyst. Hij heeft alles bliksemsnel genoteerd en
later nog eens nagegaan wat er nu eigenlijk gezegd werd. De heer Hartel
heeft gezegds"er is onrust ontstaan door de nota"5 2. "die nota had
geheim moeten blijven": en J. "hij is buiten mijn schuld openbaar gewor
den", Dat is dan wel een verklaring, maar die houdt geen concessie in.
De VOORZITTER valt hier in de rede en zegt, dat de heer Helsloot zich
wel vergist en het dan blijkbaar niet goed heeft genoteerd. In de ver
klaring van de wethouder HSrtel stond namelijk ook, dat hij elders ver
klaard zou hebben dat hij bepaalde bewoordingen betreurt en, nu de nota
openbaar geworden was, dat ook nog eens in het openbaar wilde doen.
Als de heer Helsloot dus de verklaring wil aanhalen moet hij het wel
goed doen, anders komen de verhoudingen scheef te liggen.
De heer HELSLOOT vervolgt en zegt, dat zijn woorden slechts een inlei
ding zijn, en eigenlijk de kapstok waaraan hij het volgende wil ophangen.
Toen hij namelijk de verklaringen had gehoord, heeft hij zich later toch
wel het een en ander afgevraagd. Haar zijn mening heeft de Raad geen
enkele garantie dat het probleem "an sich" nu is opgelost, en ook niet
dat het niet meer zal voorkomen. Wethouder van Iieyst sprak over de
wens van de Raad. Deze wens was, dat de Raad graag van het College
wilde vernemen of het deze zaak intern kon oplossen, of dat het ingrij
pen van de Raad noodzakelijk was. Haar zijn mening is op deze vraag
geen duidelijk antwoord gekomen. Alleen deze 2 verklaringen.
Men kan de toon van een nota betreuren, de inhoud van het feit wordt
daarmee niet uit de ?reg gegaan. Hoe moet dat nu in de toekomst vraagt
spreker zich af. Wat is er, zakelijk gezien, ingetrokken. Wie slikt een
stuk van zijn inzicht of visie in. Men zou bijna de indruk krijgen, dat
er sprake is van een eenvoudige vergissing die bij een ander In het ver
keerde keelgat was geschoten. Maar zo simpel zou de zaak echter niet
zijn, als hij tenminste goed is ingelicht. Het is een kwestie van een
structurele ontwikkeling, die naar zijn mening niet door de 2 verkla
ringen is verholpen. Er is gezegd; bij het Paradeplan II botsen idea
lisme en realisme. Hoe moet dan dat in de toekomst, zou hij willen
vragen. Er is ook gezegd dat het College en de Raad het moeilijk zullen
krijgen om tot een syrthese te komen. Dat vindt hij op zich niet zo erg.
Indien dan tenminste wel aan een aantal voorwaarden is voldaan.
Gevoel voor collegialiteit, geen egoïstische verdediging van uitslui
tend eigen portefeuilletaken, De bereidheid tot zakelijk overleg. Over
eenstemming ten aanzien van de algemene uitgangspunten. Besturen in-
plaats van hobby bedrijven. Men moet het hem dan maar niet kwalijk nemen,
doch uitsluitend afgaande op de verklaringen, moet hij menen geen garan
tie te heboen dat het verholpen is. Hij wil het wel gaarne hopen, maar
de toekomst zal het moeten bewijzen* Hij wil ook nog even spreken over de
zeer onevenwichtige verdeling van taken in het College. Willen er on
gelukken uitblijven, dan zal daar op zeer korte termijn een hergroepering
moeten plaatsvinden, dacht hij.