y 50. Een veel gehoord argument is dat als Bergen op Zoom zijn ontwerp-bestem mingsplan Parade niet realiseert, Roosendaal dan onze stad voorbijstreeft qu.a verzorgingscentrum. Roosendaal en Bergen op Zoom zijn echter 2 steden met een sterk verschillend karakter. Bat maakt het trekken van verge lijkingen gevaarlijk. Wij moeten de kracht niet zoeken in het imiteren van Roosendaal. Het begeren van net zo'n modern winkelcentrum als Roosendaal bezit, is even dwaas als de opstelling van een paar oude kanonnen aan een van de ingangen van de Rozelaar, Bergen op Zoom dient zijn kracht te zoeken in het eigene, dat uniek is. Het aantrekkelijke karakter van onze binnenstad dient een belangrijke rol te spelen in de uitbreiding van de fwncties, met name ook in die van de winkelfunctie Een ander argument, dat pleit voor het nu maar accepteren van het ont- werp-bestemmingsplan Parade is "de planologen hebben telkens weer wat anders". Inderdaad is de planologie een wetenschap, welke zich ontwik kelt zoals iedere wetenschap. Bij de planologie treedt die ontwikkeling versneld op door de opkomst en de groter vrordende invloed van diverse deel-diciplinesvan diverse hulp-wetenschappen, die hun invloed op de planologie doen gelden. Het heeft dan ook geen zin koppig vast te houden aan eenmaal ontworpen plannen, Be' oplossing voor de moeilijkheden is misschien het globale plan, waarbij men zich voortdurend aan kan passen aan nieuwe ontwikke lingen. Het verdient dan ook aanbeveling, naast het ontwerp-bestemmingsplan Parade een alternatief op te stellen, waarin globale bestemmingen zijn aangegeven, waarvoor dus een schets in de commissie ruimtelijke ordening is geweest maar ook weer is aangehouden omdat men de zaak nog eem goed wil bekijken. Om dezelfde reden is het argument; "aan het plan Parade hebben ze toch al zo lang gewerkt" niet steekhoudend. Als, ondanks het feit dat men er lang aan heeft gewerkt, blijkt, dat men niet helemaal juist heeft ge werkt, zal men het over moeten doen. Een belangrijk argument vóór vasthouden aan het ontwerp-bestemmingsplan Parade is misschien het bestaan van een morele verplichting ten opzichte van de belegger. Baar kan tegenover gesteld worden dat die belegger de morele verplichting had voor een goed plan te zorgen. Zij heeft dit, ook al waren de bedoelingen goed, in onvoldoende mate gedaan. Yoorts hebben wij als dagelijks bestuur van onze gemeente ten opzichte van onze stad en haar bewoners de morele verplichting om met een opti maal plan naar voren te komen. Beze morele verplichting is van een hogere orde en weegt oneindig veel zwaarder dan die van het gemeente bestuur ten opzichte van de belegger. Tenslotte nog een argument wat wel eens naar voren wordt gebracht; "het plan Parade is niet zozeer een bestemmingsplan, maar een bouwplan". Baar zit nu juist de moeilijkheid. Eigenlijk heeft een architect met als opdrachtgevers 2" grootwinkelbedrijven voor een groot deel gestalte aan het plan gegeven. Bit was dan naar aanleiding van de vraag, waarom het misschien aanbe veling verdient, om het oude plan Parade niet te realiseren. Over de nieuwe schets die haai voren is gebracht, moet de commissie zich nog verder uitspreken. Ik heb nog niets gemerkt van reacties uit de burgerij. Ik heb wel gezegd tijdens die commissie-vergadering en ik wil dat nog wel graag even herhalen, dat; ten eerste tegemoet gekomen wordt aan de modernste opvattingen over reconstructie van oude stadsdelenf ten tweede, dat tegemoet gekomen wordt aan een diepe bezorgdheid van de middenstanders in het Vierkantje en het iïestelijk stadsdeel. Het is zeer wel mogelijk, dat door een totale verwinkeling van dat ge bied, waartegen overigens al eerder door enkele Yfinkeliers is gepro testeerd, het westelijk stadsdeel, dat we toch zo graag weer op de been helpen, dan verder wordt afgebroken. livlP

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1972 | | pagina 137