Geen wonderwant hier vindt de hedendaagse mens iets van de romantiek
die ontbreekt in de nieuwe woonwijken. Mede uit een oogpunt van welzijn
dient' men dan ook te sparen wat er te sparen valt, en 'dat eerlijk te
bekijken. Ik denk dan weer aan de woorden van mevrouw Elseman over wel
zijn.
Bij de beschouwing van de functionele structuur kan men een onderscheid
maken tussen de functionele structuur van het plan op zich (intern)
en de functionele structuur van het plan ten opzichte van haar omge
ving (extern).
In de binnenstad zetelt een ingewikkeld complex van functies. Zelfs
in elk willekeurig (niet te klein) gedeelte van de binnenstad is deze
complexiteit als het ware een natuurlijk gegeven. Laatst heb ik het ge
noegen gehad eens een analyse te kunnen geven ter gelegenheid van de
opening van een tentoonstelling, over het Molstraatje. Daaruit bleek
duidelijk die multi-functionele activiteit die juist aan dat straatje
zoveel leven geeft.
De binnenstad heeft haar levendigheid juist te danken aan de ingewikkeld
heid van dit complex van functieszij is een door de generaties gescha
pen ruimte waar zich voortdurend een uitwisseling voltrekt van een
eindeloze stroom van ideëen, gedachten en goederen.
Beziet men het ontwerp-bestemmingsplan Parade, dan valt het op dat er
slechts 'één functie de alleenheerschappij bezit en dat is de winkel
functie. Waar is het spirituele, het sociale en recreatieve element?.
Dat ontbreekt geheel of bijna geheel. Door de sterk overdreven gericht
heid op de winkelfunctie zou het materiële een monopoliepositieinnemen»
Het grootste gebrek aan de interne functionele structuur is m.i. het
ontbreken van'de woonfunctie. Deze functie is een onmisbaar element in
de binnenstad. De aanwezigheid van dit element draagt er veel toe bij,
dat de binnenstad ook na de sluitingstijd der bedrijven en winkels blijft
leven. Blijft de woonfunctie ontbreken, dan zal de burger die in de
avond de stad bezoekt, het verwezenlijkte plan Parade vermijden,
Het kille, uitgestorven karakter nodigt niet uit tot etalages kijken.
Dit is in strijd met de belangen van de daar gevestigde winkeliers.
Hierdoor moet ook getwijfeld worden aan de enige waarde die het ont-
werp-bestemmingsplan bezit, namelijk zijn economische waarde.
Hoe past het ontwerp-bestemmingsplan Parade in de functionele structuur
van de totale binnenstad? Hier komt men op een terrein, waarop zich
vooral enige actie-comitë1 s reeds hebben 'bewogen. Inderdaad is de ves
tiging van meerdere grootwinkelbedrijven in het gebied van het ontwerp-
be stemmingsplan Parade uit den boze. Een grootwinkelbedrijf roept een
spanningsveld op, met andere woorden, rondom zo 'n bedrijf zijn de omstan
digheden gunstig voor de vestiging van een aantal kleinere winkeleen
heden. De vestiging van nog meer grootwinkelbedrijven in dit spannings
veld is een zinloze verspilling van krachten. Zij dienen eigenlijk een
zodanige plaats in de binnenstad te krijgen dat zij een optimale spanning
kunnen leveren. Het spreekt vanzelf, dat men moet trachten iets van die
spanning mee té geven aan het westelijk stadsdeel en aan het Vierkantje.
Het bezwaar aan het teveel aan winkels wat wordt geschapen, is in de
vorige paragraaf reeds genoemd'in het interne verband van het eerste
ontwerp-bestemmingsplan Parade, Ook tegenover de achtergrond van de
stadskern als geheel bevinden zich in het ontwerp-bestemmingsplan
Parade te veel winkels.
Er bestaat zelfs een voorspelling, dat in 1980 in Hederland het aantal
verkoopplaatsen gehalveerd zal zijn. Dit probleem leeft uiteraard ook in
onze stad en misschien nog wel sterker, omdat' ook de bevolkingsgroei,
nooh van onze stad, noch van de regio, momenteel van dien aard is, dat
ook daardoor een sterke groei van het kernwinkelapparaat te verwachten
valt.
Tot slot zou ik nog een aantal argumenten willen beschouwen welke zouden
pleiten vóór verwezenlijking van het ontwerp-be stemmingsplan Parade.