Wat het plan Parade "betreft, is mij gevraagd, waarom dat oude plan dan
niet gerealiseerd zou moeten worden. Ik wil mij nog helemaal vrij houden
of het nu wel of niet gerealiseerd zal worden. Ik wil nu echter wel een
analyse geven van het oude plan, het plan zoals het er dus nu eigenlijk
ligt. Paar wil ik dan wel even wat dieper op ingaan.
Bij een analyse van zo'n plan staan mij als sociaal-geograaf duidelijk 2
aspecten voor ogen; ruimte en functie,,
Bij mijn uiteenzetting ga ik dan ook uit van het volgende schema.
Ten eerste is daar de structuur van het plan, Peze valt uiteen in een
ruimtelijk deel en in een functioneel deel*
Het ruimtelijk deel is weer te splitsen in de plattegrond en de bebouwing.
Het functioneel deel in een intern en'een extern gedeelte
Het kernbezwaar tegen dit plan is m.i» de veel te grote ingreep in een
qua oppervlakte relatief groot gedeelte van de middeleeuwse stadskern.
Een ingreep op een dergelijke schaal was enige jaren geleden, en men is
met de plannen begonnen in 1962, nog een vrij normaal verschijnsel.
Thans is dit echter geen haalbare kaart meer. Men is inmiddels tot het
inzicht gekomen, dat verwezenlijking van dergelijke diepe ingrepen hoogst
ongewenst is, Yan de gepleegde macro-architectuur verwachtte men een
verrijking van het stadsbeeld, In feite betekent zij echter een verarming
door haar nuchtere zakelijkheid, door haar grootsheid. Zij vormt een groot
vreemd element in een vertrouwde middeleeuwse stadskern.
Men helt in de planologie steeds meer over naar "een Iaisser~faire toe
stand met een soort schokdemping door de overheid". Pe planologen
Ir,PJ.Risseeuw en Ir.P.Kessler noemen dit basistransformatieIk zou
liever van geleide transformatie willen spreken. Maar hoe het ook moge
heten, de langzame en geleidelijke verandering "blijkt thans het meest
gangbaar en acceptabel te zijn.
Het kernbezwaar van de te grote ingreep door verwezenlijking van het
ontwerp-bestemmingsplan Parade'heeft duidelijk 2 ruimtelijke aspecten;
de plattegrond en de bebouwing.
Kijken we naar de plattegrond van het plan, dan komt mui, wel het duide
lijkst de onvolkomenheid van het plan tot uitdrukking. Immers, enerzijds
wordt een van ouds bestaande ruimte, n,l„ het parkeerterrein aan de St.
Jozephstraat volgebouwd, terwijl anderzijds een van ouds 'bebouwde ruimte
wordt gesloopt voor de aanleg van een parkeerterrein,
Pe enige zin die ik daarin zie is een, uiteraard veel te, vergaande
tegemoetkoming aan de particuliere wensen van de grootwinkelbedrijven,
die er zich hadden willen vestigen, Stedehouwkun&ig-economisch gezien
is dit "pleintje verwisselen11 een onrendabele zaak.
Hog zwaarder til ik echter aan een ander gevolg van deze ingreep,' rul',
de vernietiging van een deel van de plattegrond-structuur van onze
middeleeuwse stadskern, Yan welke kant men de middeleeuwse kern van onze
stad ook nadert, haar grens is meteen te herkennen aan het smaller wor
den der straten. Men denke hierbij o.a, aan de overgang van de Antwerp
sestraat naar de Bosstraat, van de Burgemeester Stulemeyerlaan naar de
Steenbergsestraatvan de Yan Overstratenlaan naar de Minderbroeder
straat en van de Stationsstraat naar de WouwsestraatPit karakteris
tieke beeld wordt geweld aangedaan door de Huybergsestraat in feite te
vervangen door een plein. Overigens zou door het Paradeplein in samen
hang met de Stenen Tuin een grote ruimte worden geschapen, waarin het
wanstaltig bouwsel van Albert Heyn, daar zijn we het allen wel over eens,
een centrale positie zou innemen. Als zodanig zou het misschien een
opvallend en passend monument zijn voor de planologische waarde van het
gerealiseerde ontwerp-hestemmingsplan Parade,
Het ontwerp-hestemmingsplan Parade beoogde een veel te radicale afbraak
van de huidige bebouwing. Een gedeeltelijke renovatie zou het vertrouwde
stadsbeeld een nieuwe kleur kunnen geven. Er is nog al wat bebouwing
uit de achttiende en het begin van de negentiende eeuw, weliswaar (nog)
geen monumenten in de zin der Monumentenwet, maar toch wel bouwwerken
die in onze tijd een steeds grotere waarde gaan vertegenwoordigen,